Sinds de opstand van 1990 zijn levantamientos in Ecuador een regelmatig terugkerend fenomeen. Eind januari, precies een jaar na de vorige, was het weer zover. Twee weken lang beefde het land op zijn grondvesten. Sommigen vreesden zelfs voor een echte burgeroorlog. Nooit eerder was de eenheid van het opstandige volk zo groot, maar nooit eerder was de sfeer zo grimmig en de repressie zo hard. Uiteindelijk werd op 7 februari een akkoord bereikt tussen de regering enerzijds en de indiaanse en sociale organisaties anderzijds om te onderhandelen. Eens te meer is in Ecuador de indiaanse beweging de motor gebleken voor het verzet tegen het neoliberale model, tegen een politieke cultuur van corruptie, tegen een internationale politieke en economische overmacht die het land zijn soevereiniteit ontneemt.
‘We zullen terugkeren en we zullen met miljoenen zijn’ (Tupac Amaru)
Het waren dit keer de studenten die begin januari de golf van betogingen inzetten. In Quito, Guayaquil, Cuenca en Ambato vulden ze de straten en blokkeerden ze de wegen. Hun protest was een reactie tegen een nieuw pakket van besparingsmaatregelen dat de regering Noboa eind december erdoor gedrukt had. Verhoging van de prijs van de brandstoffen, openbaar vervoer, elektriciteit, water, propaangas, telefoon- en btw-tarieven. De jonge woede werkte aanstekelijk en dag na dag sloten diverse sociale organisaties zich aan bij het protest. Bij één van die protestacties in Latacunga, provincie Cotopaxi, liep de toestand uit de hand. In een poging de orde te handhaven, schoot het leger een indiaan in de benen. Het voorval was olie op het vuur. De Conaie, de Confederatie van Indiaanse Nationaliteiten in Ecuador, gesteund door de CMS, de koepel van Sociale Bewegingen, kondigde een algemene mobilisatie en nationale staking af voor onbepaalde duur, te beginnen op 21 januari. De datum was symbolisch want die dag was de herdenking van de opstand van vorig jaar, toen dezelfde koepel van organisaties Quito belegerde en president Jamil Mahuad tot aftreden dwong.
Het was de Universidad Politecnica van de Salesianen (UPS) die de duizenden toestromende indianen onderdak bood. Het grote centrale park in Quito waar de indianen bij eerdere opstanden verzamelden, was afgesloten, evenals de Casa de la Cultura.
President Noboa was echter niet zinnens zich te plooien. De repressie van de ordediensten was heviger dan ooit. Antonio Vargas, leider van de Conaie, werd gevangen genomen, samen met Luís Villacís van de CMS. Hoe meer mensen opgepakt werden, hoe meer indianen er opdaagden om het protest te steunen. De eenheid was bijzonder groot. Voor het eerst in de geschiedenis werd er ook gezamenlijk actie gevoerd door de Conaie en de Feine, de koepel van evangelische indianen, gesteund door de boerenorganisaties, de Vereniging van de Gemeentebesturen, mensenrechten- en studentenorganisaties. In de UPS was de toestand enkele dagen explosief. Het leger hield de universiteitsgebouwen omsingeld en dreigde te schieten. Water, elektriciteit en telefoonverbindingen werden afgesloten. Hulporganisaties die voedsel kwamen aanbieden aan de opgesloten indianen, werd de toegang ontzegd. Helicopters vlogen over en weer boven de gebouwen, terwijl de protesterende massa buiten met traangas werd bestookt. In Cotopaxi werden indiaanse gemeenschappen in echte paramilitaire stijl geterroriseerd. Op twee februari werd de noodtoestand afgekondigd, waardoor de ordediensten nog meer de vrije hand kregen. Toen echter in de provincie Tungurahua twee doden vielen, en nadien in Napo, in het Amazonewoud, vier, werd de spanning te snijden.
Onder druk van mensenrechtenorganisaties, van de kerk van Riobamba en van de internationale solidariteit moest president Noboa zich uiteindelijk gewonnen geven en ingaan op het voorstel tot onderhandelen. Op zeven februari werd een akkoord ondertekend om een aantal maatregelen grondig te herzien. Alvorens naar hun gemeenschappen terug te keren, trok een stoet van duizenden indianen nogmaals door de straten van Quito, met muziek en straattheater, als een dankbetoon aan de massale steun die ze hadden gekregen.
De desintegratie van een land
Hoewel het er hard aan toe ging, toch was het de indianen dit keer niet te doen om de afzetting van de president. ‘We hebben er al twee afgezet, en aan het beleid verandert geen jota. Wij willen de regering dwingen met ons, indianen en boeren, rekening te houden’, aldus Antonio Vargas van de Conaie. ‘De belangrijkste vaststelling van deze opstand, zo vindt dan ook de Ecuadoraanse socioloog Alejandro Moreano, ‘is niet alleen dat de prijs van de gas herzien wordt maar wel dat de indiaanse beweging, na een jaar van interne moeilijkheden, opnieuw de motor is voor sociale veranderingen, en dat ze in staat is te denken op nationaal niveau, in het belang van alle groepen.’
De mobilisatie van januari was indrukwekkend maar niet verwonderlijk. Het water staat de Ecuadoranen tot boven de lippen. Een jaar na de verdrijving van de vorige president en het doorvoeren van de dollarisering, blijft het land sociaal en economisch een puinhoop. Voor dit jaar wordt een inflatie tussen de 24 en de 31 % in het vooruitzicht gesteld, terwijl de dollarisering, die een jaar geleden werd doorgevoerd, deze kwaal precies moest bestrijden. Intussen werden wel de prijzen van een reeks basisproducten op internationaal niveau gebracht terwijl de lonen niet of nauwelijks stegen. Drie minimumlonen volstaan niet voor een basispakket voor een middelgroot gezin. Deze situatie verklaart ook de spectaculaire migratiecijfers van de afgelopen twee jaar, met een gemiddelde van duizend Ecuadoranen per dag die het land verlaten. Het besparingspakket van december vorig jaar, met een reeks maatregelen die opnieuw het hardst aankomen bij de zeventig procent Ecuadoranen die al in armoede leven, was dan ook olie op het vuur.
Maar president Noboa stond onder zware druk. Op nationaal vlak houdt zijn eigen familie hem het mes op de keel, de bedrijfswereld opgebouwd rond een groep rijke families met basis in Guayaquil. Het is de enige groep in Ecuador die winst haalt uit verdergaande liberalisering en privatiseringen en die tot nog toe het meest geprofiteerd heeft van de schandelijke corruptie in de politieke wereld. Vanuit deze groep kwam ook de roep om harde repressie bij de nationale mobilisatie, een roep die nog kracht werd bijgezet door een oude eis van autonomie voor de kustprovincies.
Ook internationale afspraken brachten Noboa in het nauw. Er was het akkoord met het IMF, dat Ecuador vorig jaar strikte maatregelen had opgelegd om aan het schema van de dollarisering te voldoen. Het pakket van december vormde daarvan een onderdeel en was al een onder druk van de Conaie herwerkte versie van de zogenaamde Trole II, zoals de hervormingen om de economie te moderniseren genoemd worden. En dan was er de directe hete adem van Uncle Sam. De inmenging van de VS in Ecuadors binnenlandse politiek is nooit zo groot geweest. Sinds vorig jaar zijn immers VS-militairen gestationeerd op de basis van Manta, aan de kust. Jamil Mahuad deed die toegeving in ruil voor financiële steun, op het ogenblik dat de ex-president volledig in het nauw zat en de politiek-economische situatie uitzichtloos leek. Die basis is van cruciaal belang in het zogenaamde Plan Colombia en de VS kunnen dan ook op dit ogenblik een opstandig en instabiel Ecuador missen als kiespijn. Dat Plan, dat een vredesplan heet te zijn, brengt echter een groeiende militarisering mee en zaait terreur en chaos, niet alleen in Colombia maar sinds kort ook in Ecuador. Vooral in de Amazoneprovincies Sucumbíos en Orellana, aan de grens met het Colombiaanse departement Putumayo. Sinds begin dit jaar is Ecuador ten volle verwikkeld geraakt in het Colombiaanse conflict, niet alleen door de narco’s die gronden en gebouwen opkopen, maar ook door de paramilitairen die vandaag ook in de Ecuadoraanse gemeenschappen van Sucumbíos terreur zaaien. Tijdens de manifestatie van dit voorjaar, was de opgekropte frustratie tegenover deze regering in die provincies dan ook groot.
Democratie van onderuit
‘Dat dit het begin mag zijn van een fundamenteel nieuwe relatie tussen de staat en de indianen,’ zo stelden de indianen bij het ondertekenen van het akkoord. Het eisenpakket waarover de komende maanden onderhandeld wordt, bevat 23 punten. Een aantal hiervan gaan over het reduceren van de gasprijs, het voorlopig bevriezen van de prijs van brandstoffen, verminderde tarieven voor het openbaar vervoer voor kinderen en bejaarden. Er wordt ook een oplossing gevraagd voor de aanslepende grond- en waterconflicten in de gemeenschappen, betere kredietmogelijkheden voor indianen en boeren, kwijtschelding van buitenlandse schuld voor milieubeschermende projecten. Bovendien vragen de organisaties dat Ecuador zich absoluut buiten het Plan Colombia zou houden.
Bij het tot stand komen van het voorakkoord om tot onderhandelingen te komen, speelde Auki Tituaña van de AME, de Nationale Vereniging van Gemeenten, een cruciale rol als bemiddelaar. Tituaña is indiaan en burgemeester in Cotacachi, provincie Imbabura. Een aantal maanden geleden kreeg de man van de Unesco de ‘Latijns-Amerikaanse Stad voor de Vrede’ prijs voor het toegewijde, transparante en participatieve beleid dat hij in zijn gemeente voert.
Volgens Tituaña is met het 23 punten pakket en het akkoord tot onderhandelingen de strijd uiteraard niet gestreden. Toch is er volgens hem een belangrijke overwinning behaald. ‘De kracht van dit akkoord’, vindt Tituaña, ‘is gelegen in de basis. Lokale besturen kunnen wel degelijk het beleid beïnvloeden en inspireren. Ze kunnen de democratie participatiever maken zodat ze niet langer het privilege blijft van de traditionele partijen die de belangen van de oligarchie verdedigen.’ Precies een jaar geleden heeft bij de gemeenteverkiezingen de partij van Pachakutik, die aanleunt bij de Conaie, een indrukwekkende vooruitgang geboekt. Sindsdien zijn een groot aantal lokale besturen in handen gekomen van Conaie- of CMS- leden en is er plaatselijk een intens proces op gang gekomen voor een transparante en participatieve beleidsvoering, een proces dat langzaam maar zeker van onder naar boven duwt en zo de stinkende corruptie van het politieke wereldje grondig omkeert.
In de zomer van 1990, met het feest van Inti Raymi, de zomerzonnewende, hielden de indianen in Ecuador hun eerste levantamiento van de eeuw. Ze beloofden toen al dat er een pachakutik zou komen, een grondige omwenteling. Bij de opstand van januari is gebleken dat niet alleen de indianen op die grondige ommekeer zitten te wachten maar het hele volk.
(Uitpers, april 2001)