Ecuador hoeft in België niet te worden voorgesteld. Duizenden toeristen gaan er jaarlijks met vakantie, om te kijken naar het koloniale Quito, om te klimmen op de vulkanen, voor een uitstapje naar de Galapagos, voor een wandeling op een inheemse markt in Otavalo en voor de moedigsten, voor wat ploeterwerk in het regenwoud.
Deze zomer kwam Ecuador op een andere manier in het nieuws, Angelica Cajamarca, een elfjarig meisje, zat een maandlang met haar moeder gevangen in een gesloten centrum. Ze zouden uiteindelijk worden uitgewezen, omdat de vrouw illegaal in België was. De uitwijzing ging niet door, de Belgische echtgenote van de Ecuatoriaanse president zei op televisie zich te schamen voor haar Belgische nationaliteit. Emigratie, zo zei Mevrouw Correa, was voor veel Ecuatorianen helaas het enige uitzicht op een beter leven.
Rafael Correa werd in november 2006 verkozen tot president, met 59 % van de stemmen. Hij heeft een links profiel, is bevriend met de Venezolaanse president Chavez, en wil dat de situatie in zijn land inderdaad drastisch verandert. Hij roept niet om een ‘socialisme voor de 21ste eeuw’ maar om een ‘revolutie voor en van de burgers’.
Ik wil in dit artikel twee punten van zijn programma bespreken: een oplossing voor het probleem van de buitenlandse schuldenlast en de voorbereiding van een nieuwe grondwet.
Een torenhoge schuldenlast
Ecuador is een rijk olieproducerend en –exporterend land. Die rijkdom komt echter geenszins de bevolking ten goede. Volgens de klassieke voorschriften van de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds (IMF) moeten die inkomsten immers gebruikt worden om de schuldenlast af te betalen. Toen Rafael Correa onder een vorige president minister van economie was, wilde hij een groter deel van de olie-inkomsten gebruiken voor sociaal beleid. Het mocht niet. Correa nam ontslag en nam zijn revanche van zodra hij president werd. De Wereldbankvertegenwoordiger werd het land uitgezet.
In 2000 bedroeg de buitenlandse schuldenlast 13,565 miljard dollar. In 2005 was dit opgelopen tot 18,925 miljard, dit is 57 % van het Bruto Binnenlands product en 213 % van de exportinkomsten (122 % voor de buitenlandse overheidsschuld). Telkens worden nieuwe leningen aangegaan om de oude te kunnen afbetalen. Naar de afbetaling van de schuldenlast gaat bijna drie keer zoveel geld als naar onderwijs en gezondheidszorg. Op zes jaar tijd werd 12,7 miljard dollar afbetaald, wat bijna zoveel is als de schuld zes jaar geleden bedroeg!
In de periode 2000-2005 was er een netto transfer van kapitaal uit Ecuador van 213,2 miljard dollar.
Op een bevolking van 13 miljoen mensen leeft 41,7 % van de gezinnen of 48,3 % van de bevolking onder de armoedegrens. 17,7 % van de gezinnen en 21,2 % van de bevolking is extreem arm, niet volgens de statistieken van de Wereldbank, maar volgens de meer betrouwbare cijfers van de VN-Economische Commissie voor Latijns Amerika. Er is een hoge werkloosheid en vooral een nog veel hogere graad van precaire en deeltijdse banen. Zelfs wie voltijds in de formele sector werkt verdient vaak niet genoeg om in de basisbehoeften van zichzelf en haar/zijn gezin te voorzien. Dat is dan ook de reden voor de omvangrijke emigratie, naar de Verenigde Staten, naar Spanje en naar de rest van Europa. Jaarlijks sturen die migranten bijna 2 miljard dollar naar hun achtergebleven familieleden.
Het kan daarom niet verbazen dat president Correa naar oplossingen zoekt. Eind juli 2007 werd een commissie in het leven geroepen die een audit van de buitenlandse schuldenlast moet uitvoeren. Eric Toussaint van het Belgische CADTM (Comité voor de kwijtschelding van de schuldenlast) is er plaatsvervangend lid van. Het is de bedoeling om na te gaan of een deel van de schuldenlast niet als ‘illegitiem’ of onrechtmatig kan worden beschouwd. De spiraal van de schuldenlast is immers begonnen tijdens de militaire dictatuur van de jaren ’70. Na de terugkeer van de democratie werd, net zoals in andere Latijns-Amerikaanse landen, een deel van de particuliere schuld overgenomen door de overheid. Als de onrechtmatigheid van (een deel van) de schuldenlast kan worden vastgesteld, dan kan met recht worden aangedrongen op de kwijtschelding ervan.
Een nieuwe grondwet
Een veel moeilijker opdracht wordt de herziening van de grondwet. Ecuador heeft in feite nu al een vrij progressieve grondwet, waarin zeer veel individuele rechten gegarandeerd worden. Vrouwen en kinderen hebben met de grondwet van 1998 volwaardige rechten gekregen, huishoudelijk werk wordt erkend als productief werk en Ecuador wordt erkend als een multi-etnische staat. Volgens velen is het de meest progressieve grondwet van Latijns Amerika.
Een groot probleem is echter de institutionele opstelling. Alle instellingen zijn in handen van de rechterzijde en kunnen moeiteloos geblokkeerd worden. De afgelopen jaren heeft geen enkel president zijn mandaat volledig kunnen uitzitten, heel wat overheidsfuncties zijn gewoon niet ingevuld en men mag rustig stellen dat de staat in particuliere handen is. Het is een erg onstabiel en ondemocratisch systeem.
Rafael Correa zag het dan ook als zijn eerste en belangrijkste opdracht om te proberen een grondwetgevende vergadering te laten verkiezen. Ondanks heel wat tegenstand van het huidige parlement slaagde hij erin een referendum te organiseren, dat hem een meerderheid van 82 % gaf om van start te gaan. Op 30 september zullen er verkiezingen plaats vinden voor 130 leden (waaronder 6 migranten). De raad krijgt dan 180 dagen (eventueel te verlengen met 60 dagen) om een nieuwe grondwet te schrijven.
Nog voor het referendum werd gehouden werd aan de 91 (!) universiteiten van het land gevraagd om kandidaten aan te duiden voor een Hoge Raad die alvast met de voorbereiding van het werk zou beginnen. De academici hebben er niet aan gedacht dat daar ook vrouwen konden bij zijn. Het resultaat is nu een Hoge Raad van 9 leden met één vrouw die door de president werd aangeduid.
Er kwamen tot nog toe 700 voorstellen binnen voor grondwetswijzigingen. Sommige daarvan zijn ronduit conservatief en het risico is dan ook niet onbestaand dat een aantal individuele rechten, met name op het vlak van seksualiteit, worden teruggeschroefd. Toch is het ook de allereerste keer dat er een ernstige kans bestaat om aan de grondwet op alle vlakken een progressieve inhoud te geven.
De tegenstand is nog steeds vrij groot, maar de geweldige uitslag van het referendum heeft de president toch meer armslag gegeven. De belangrijkste doelstellingen zijn een democratisering van het land, met vooral aandacht voor de media en voor het gerechtelijk apparaat. De natuurlijke hulpbronnen zijn het erfgoed van de hele bevolking. Territoriale hervormingen zijn eveneens nodig, omdat er nu geen enkel intermediair beslissingsniveau is tussen de autonome gemeenten en de centrale overheid. Men hoopt ook het principe van de confessioneel neutrale staat (‘laïcité’) te kunnen inschrijven.
De bedoeling is te komen tot een nieuw sociaal pact, met nieuwe politieke actoren die het hervormingsproces na de grondwetsherziening kunnen blijven steunen. Men wil daarom voorbij de partijlogica kijken en ook rekening houden met de vele sociale bewegingen die niet achter één partijvlag te krijgen zijn.
Op economisch vlak hoopt men het principe van de solidaire economie in te schrijven. “Er kan geen politieke democratie zijn zonder economische democratie” aldus Rafael Correa. De solidariteit en de verscheidenheid moeten een volwaardige plaats krijgen, ook economisch. Inkomensbelastingen moeten progressief worden. Op die manier hoopt men de neoliberale ideologie van de Wereldbank en het IMF te kunnen doorbreken. Er gaan ook meer en meer stemmen op om de olie in het Amazonegebied niet te ontginnen, maar daarentegen een compensatie te vragen aan de wereldgemeenschap voor behoud van het leefmilieu. Wij exporteren liever zuurstof dan olie, zo luidt het.
Opmerkelijk is hierbij dat niemand over socialisme spreekt. Wel wordt er voortdurend op gewezen dat een kritische en zelf-kritische linkerzijde de strijd moet durven aanbinden met een conservatieve linkerzijde. Niemand is a priori tegen een ‘socialisme van de 21ste eeuw’, maar men wil eerst naar een inhoud zoeken. Veel ‘oudlinkse’ recepten, zo wordt gesteld, zoals verstaatsing, lijken te veel op die van rechts. Wij zijn een linkerzijde van ‘het mogelijke’ en niet enkel van ‘verzet’, zo hoort men nog. Er zijn nieuwe sociale actoren die een volwaardige rol moeten kunnen spelen (vrouwen, inheemsen, …) en nieuwe, mondiale problemen die we moeten aanpakken, zoals milieu.
Het lijkt een boeiend avontuur, waarin veel verstandige, progressieve mannen en vrouwen actief zijn.
Maar de strijd is nog niet gewonnen. De rechtse media spelen een erg vuil spel. Alles zal afhangen van de verkiezingen van 30 september en de meerderheid waarop Rafael Correa zal kunnen rekenen. Zijn populariteit is momenteel erg groot. Hij gaat ook zeer voorzichtig te werk en mikt vooral op een betere en afdoende sociale bescherming. Zo heeft hij een alternatief voor de drugsbestrijding van de VS voorgesteld, gebaseerd op sociale ontwikkeling. Daardoor zakte de hulp uit de Verenigde Staten meteen van 40 naar 6 miljoen dollar. Correa verzet zich tegen het afsluiten van een vrijhandelsakkoord met de VS. Hij beloofde het contract voor de Noord-Amerikaanse militaire basis in Manta na 2009 niet te verlengen. Ecuador is mede-initiatiefnemer voor de ‘Banco del Sur’ die de plaats van de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank zou moeten overnemen. Maar een voorstel van Chavez om een deel van de schuldenlast over te kopen, werd afgewezen.
Wachten nu en duimen voor 30 september!
(Uitpers, nr 89, 9de jg., september 2007)