21 juni 2017. Het is vroeg in de ochtend. Een dertigtal gemaskerde personen richt een barricade op met autobanden en steken ze in brand voor een gebouw waarop ANDRA staat. We bevinden ons tussen Bure en Saudron, twee minidorpjes in het Franse departement Meuse, niet zo ver van Nancy. Een klein groepje loopt verder naar een hotel dat helemaal alleen staat. Ze gooien een raam in, dringen binnen, gooien wat stoelen en tafels omver en stichten een brandje. Na enkele minuten verlaten zij het pand. De chef van het restaurant slaat alarm en blust dadelijk de vlammen. Niemand raakt gewond. Er zijn op dat ogenblik twaalf gasten in het hotel. Drie ervan zullen klacht indienen…
Op zoek naar verstopplaatsen
Wie zijn die gemaskerde personen en wat bezielt hen? Het verhaal daarachter is al meer dertig jaar oud en draagt een wereldwijd probleem met zich mee. In 1991 werd in Frankrijk een wet aangenomen voor een onderzoeksprogramma om een oplossing te vinden voor de eindopslag van middel- en hoogradioactief afval. De Europese Commissie zet haar lidstaten al jaren onder druk om met oplossingen te komen voor het dumpen van radioactief afval. Jaarlijks komt er in Europa zevenduizend kubieke meter hoogradioactief afval bij – dat zijn drie zwembaden vol. Er is al meer dan vijftig jaar geproduceerd en er zijn nog steeds plannen voor nog meer kerncentrales en zeker om de oude rakkers ervan nog veel langer open te houden. Deze hyperriskante activiteiten – denk maar aan Tsjernobyl – hypothekeren de toekomst van onze planeet. (1)
Alleen langdurig, natuurlijk verval kan ervoor zorgen dat hoogradioactief afval geen schade meer aanricht aan de biosfeer. Dat betekent dat de gebruikte brandstof gedurende enkele tienduizenden jaren veilig moet worden opgeslagen: ver weg van lucht, zon, water en leven. Vandaar de zoektocht overal ter wereld naar veilige ‘verstopplaatsen’. Zo is de WIPP (Waste Isolation Pilot Plant) – een locatie om middelradioactief afval in een zoutmijn in New Mexico op te slaan – bedoeld voor de 800.000 stalen 250- litervaten afkomstig van militaire herkomst bij de productie van Amerikaanse kernkoppen. Maar ook Onkalo is een fameuze ‘verstoplaats’ op 450 meter diepte in het 1,9 miljard oude gesteente aan de kust van de Botnische Golf in Finland. (2) Opslag in kleilagen worden al jaren onderzocht in landen zoals Zwitserland, België (met zeven kerncentrales) en Frankrijk (met 59 kerncentrales). (3)
(anti)-Cigéo
En daarmee zitten we dan bij de achtergrond van de gebeurtenissen in het Franse dorp Bure met haar nauwelijks 100 inwoners. De gemaskerde personen hadden het gemunt op de onderzoeksinstantie ANDRA (l’Agence nationale des déchets radioactifs) die voor 95 procent betaald wordt door de Franse energiereuzen EDF en Areva. Ten zuiden van Bure wordt een ondergrondse opslagplaats gebouwd voor de langdurige opslag van radioactief materiaal. Twee putten geven toegang tot een stelsel van tunnels zo’n 500 meter onder het maaiveld.
Het Cigéo (Centre industriel de stockage géologique) is een gigantisch groot project, bedoeld als opslag voor radioactief afval van heel Frankrijk waarvoor op een diepte van 500 meter dertig vierkante kilometer met 200 kilometer gangen moet ontstaan. Het project wordt geraamd op 35 miljard euro en zou tegen 2035 moeten afgerond zijn.
Sinds de opstart van Cigéo is er heel veel protest geweest vanuit ecologische hoek. Vanaf 1998 wordt het ANDRA-gebouw geviseerd door actievoerders die zich geïnstalleerd hebben in een woning, une maison de résistance à la poubelle nucléaire, in het centrum van het dorp. Sinds juni 2016 bezetten andere actievoerders een gemeentelijk bos dat geclaimd wordt door ANDRA.
Dit mega verstopplaatsproject heeft intussen ook al geleid tot vier processen die tot doel hadden om Cigéo te blokkeren, maar ook de anti-Cigéo’s worden niet gespaard en worden nu voor de rechtbank gedaagd. De Franse overheid en de antinucléaires staan in Bure lijnrecht tegenover elkaar en dat leidt tot een zeer bitsige strijd. De brandstichting van 21 juli 2017 in dat hotel is een van de etappes in die strijd. Hotel Le Bindeuil ligt op loopafstand van het ANDRA-gebouw en er verblijven vaak personeelsleden van het agentschap, maar ook gendarmes, die in grote getale aanwezig zijn in de regio. Het merkwaardige is dat slechts drie van de twaalf gasten die aanwezig waren in het hotel, ondanks herhaaldelijk aandringen van de politie, klacht hebben ingediend. Vanaf juli 2017 zet de Franse overheid nochtans de grote middelen in om de gebeurtenissen rond Le Bindeuil en het ANDRA-gebouw in de criminele sfeer te plaatsen.
Een opgeblazen dossier
Franse onderzoeksjournalisten van Mediapart en Reporterre, respectievelijk Jade Lindgaard et Marie Barbier, hebben onlangs toegang gekregen tot het juridisch dossier van 15.000 pagina’s dat sinds de zomer van 2017 is samengesteld. (4) Er werd een speciale cel ‘Bure’ opgericht van gendarmes die het reilen en zeilen van de ecologische militanten zorgvuldig moet bestuderen. Het gaat over 85.000 conversaties die onderschept werden door de rijkswacht, over 29 personen en plaatsen die afgeluisterd werden en dat gespreid over meer dan zestien jaar. Volgens hun berekeningen werden er gigantische middelen ingezet om dat gerechtelijk onderzoek te kunnen voeren. Tot nog toe heeft dat volgens de journalisten al meer dan één miljoen euro gekost aan uitgaven voor gendarmerie en juridisch personeel. Het gaat dan onder meer over negen militairen die voltijds op deze zaak gezet zijn, maar ook over een kost van meer dan 180.000 euro, besteed aan telefonisch, technisch en ICT-onderzoek waaronder speurwerk naar explosief materiaal. Waarom? Er werd gezocht naar argumenten om zeven militanten te beschuldigen als lid van een criminele organisatie. Dat is een werkwijze die wel vaker gevolgd wordt in terrorismedossiers.
‘In dit dossier is er een groot gebrek aan proportionaliteit aanwezig, ‘ zegt meester Alexandre Faro, die advocaat is van een van de gedagvaarde militanten. ‘De feiten zijn niet echt zwaarwichtig te noemen. Enkele personen hebben een stommiteit uitgehaald en deelgenomen aan een verboden manifestatie zoals dat wel vaker gebeurt. Door die feiten op te blazen wil men die ecologische beweging criminaliseren met de bedoeling zware gevangenisstraffen te kunnen uitspreken.’ Dat strookt helemaal niet met de werkelijkheid. De ecologisten contesteren het Cigéoproject om zijn gebrek aan transparantie en omdat het doorgedrukt wordt zonder de bewoners te consulteren.
De twee onderzoeksjournalisten waarschuwen in hun besluit voor de manier waarop de overheid grote en vaak ook ongeoorloofde middelen inzet die niet alleen de anti-Cigéomilitanten treft, maar ook iedereen die zich antinucleair opstelt en, bij uitbreiding, alle politieke militanten waardoor de case van Bure een testcase wordt voor het democratisch gehalte van een overheid. in dit geval de Franse.
‘De inzet in deze is de bescherming van de privésfeer in ons leven die buiten de invloedsfeer van de staat valt. Het gaat over ons recht om te spreken met wie wij willen, om ons recht om ons te verenigen met wie we willen, om deel te nemen aan bijeenkomsten die niet in de smaak van de overheden vallen, om beslissingen van de overheid te betwisten zelfs indien die overheid verbiedt om daartegen te manifesteren. Het is ons recht om met onze advocaten te kunnen spreken en om in alle vrijheid deze rechten te kunnen uitoefenen, zonder enige reserve en zonder vrees.’ (5)
(1) In een zoutmijn in het Duitse Asse is al vanaf 1967 radioactief afval opgeslagen, maar vanwege enorme lekkages en besmettingsgevaar van het grondwater moet de mijn ontruimd worden. Er liggen 126 duizend vaten laag en middelradioactief afval die voor een deel doorgerot zijn.
(2) In Nederland wordt jaarlijks circa 450 kilo hoogradioactief afval geproduceerd (o.a. onsplijtbare resten uit de kerncentrale in Borssele). Dit afval (1,3 m incl. verpakking) produceert nog zo veel warmte dat het vijftig tot honderd jaar moet afkoelen totdat het koud genoeg is om ondergronds op te kunnen slaan. Tot nu toe wordt dit Nederlandse kernafval opgeslagen in betonnen bunkers (muren van 1,7 meter dik) op het terrein van de Covra (centrale organisatie voor radioactief afval) in Vlissingen (gemeente Borssele). Dit is een tijdelijke oplossing omdat het afval daar geen 240 duizend jaar kan blijven liggen. Naar verwachting zal de eerste eindberging in Europa rond 2025 plaatsvinden
(3)In België beschikt het studiecentrum voor kernenergie SCK.CEN over een ondergrondse onderzoekslaboratorium HADES, gelegen in Mol op 225 meter diepte in de Boomse Klei, om de berging van radioactief afval in diepgelegen geologische formaties te bestuderen.
4) Jade Lindgaard en Marie Barbier, Antinucléaires de Bure: l’enquête judiciaire a déjà coûté un million d’euros. Mediapart 29 april 2020
(5) Jade Lindgaard en Marie Barbier, Antinucléaires de Bure, op. cit.
.