Gek toch hoe zoveel mensen kunnen geloven dat deze pandemie voor grote veranderingen in de politiek en de economie zal zorgen. Sommige verschuivingen zullen er ongetwijfeld zijn. Het is niet uitgesloten dat China eindelijk meer macht op het wereldtoneel verovert en dat Trump een schielijke nederlaag tegemoet gaat. Evenmin is het uitgesloten dat deze crisis de doodsteek voor een politieke Europese Unie betekent. Maar of arme landen hier ook beter zullen van worden, is zeer de vraag.
Of nog: ja, de opoffering van de zorgverstrekkers zal er onvermijdelijk toe leiden dat hun eisen voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden kracht wordt bijgezet. Misschien zullen hier en daar regeringen zelfs beseffen dat de overheid een veel grotere rol moet spelen in de bescherming van de bevolking, met een iets betere sociale bescherming, met buffervoorraden van essentiële goederen, en zo meer.
Maar of hiermee ook het neoliberalisme op de schop gaat? Zo makkelijk gaat dat niet. De dominantie van de financiële markten is vooralsnog onaangetast. Misschien zal de financiële wereld genoodzaakt worden hier en daar wat schulden kwijt te schelden, misschien zullen de dividenden een jaartje blijven liggen. De roep om mondiale belastingen zal sterker worden, zeer zeker, en ‘iets’ zal moeten gebeuren. Maar een echt grote doorbraak, weg van het kapitalisme? Neen, ik geloof het niet.
Geschiedenis
Tenzij. Ja, tenzij de geschiedenis zich herhaalt. En deze pandemie ook leidt tot een afbouw van de grote en onaanvaardbare ongelijkheid in de wereld.
Dat zit zo.
Ongelijkheid staat sinds kort op de internationale agenda. Dat kon ook niet anders, na de mislukking van de zogenaamde armoedebestrijding van de internationale instellingen en de groeiende kloof tussen arm en rijk in de wereld. Nu is ongelijkheid een moeilijk probleem, omdat ze op veel verschillende manieren kan berekend worden en er achter elke methode een ideologische agenda schuil gaat. Maar dankzij auteurs als Branco Milanovic en Thomas Piketty die met hun academisch onderzoek ook gewone mensen hebben weten te bereiken, beseffen we dat het huidige economische systeem voor een voortdurende verrijking van de al erg rijke mensen leidt. De 0,1 %.
Milanovic legt uit hoe je de ongelijkheid ook op wereldvlak, rechtstreeks tussen mensen, kan meten en toont de gevolgen aan voor de ‘hogere middenklasse’ van de mondialisering. Hij toont ook aan hoe de ongelijkheid de democratie ondermijnt.
Piketty legt in zijn laatste boek haarfijn uit hoe elke regime, doorheen de geschiedenis, een ideologische verklaring bij de hand heeft voor de bestaande grote ongelijkheid, wereldwijd. Eerder al toonde hij een eenvoudige formule om aan te geven hoe de hoge kapitaalinkomsten – hoger dan de inkomsten uit arbeid – automatisch en onvermijdelijk tot een grotere ongelijkheid leiden.
Ongelijkheid is een ideologische constructie, zoveel is zeker. Hoe het probleem kan opgelost worden, is een andere vraag. Belastingen en herverdeling zijn het vanzelfsprekende antwoord, maar zo makkelijk gaat dat niet en de resultaten zijn niet altijd overweldigend.
De vier ruiters van de gelijkheid
Walter Scheidel is een Duitse historicus die gekeken heeft naar hoe in de geschiedenis een al te grote ongelijkheid kon worden weggewerkt. En die resultaten zijn meer dan interessant.
Scheidel spreekt over ‘the four horsemen of levelling’. Hij ziet slechts vier elementen die in de laatste paar duizend jaar ervoor gezorgd hebben dat er meer gelijkheid kwam. Het zijn oorlogen, transformatieve revoluties, ondergang van de Staat en … dodelijke epidemieën.
Grote ongelijkheid, zo stelt hij, is nier nieuw. In het Romeinse Rijk al kon de ongelijkheid best vergeleken worden met wat een Bill Gates en een gemiddelde werknemer vandaag verdienen en bezitten.
En net zoals het kapitaalbezit van vandaag, was het vroeger het grondbezit dat bepalend was voor toenemende ongelijkheid, en net zoals vandaag speelde de schuldenlast daarin een grote rol.
De pest
De pest van de veertiende eeuw heeft zich vanuit Centraal-Azie en via de zijderoute verspreid naar China, Zuid-Indië, het Midden-Oosten, het Middellande Zeegebied en Europa.
Het was zo erg dat tijdens een oorlog in de Krim, de leider van de stad Caffa besloot om de lijken over de stadsmuren te catapulteren om zo de dreigende Genovezen te besmetten!
Wat na de pest, in alle steden, kon worden vastgesteld was niet enkel dat de bevolking sterk was uitgedund, maar dat daardoor de lonen zeer sterk gingen stijgen. De prijzen van de grond en van voedsel daarentegen daalden. Dit effect was tijdelijk, maar het heeft inderdaad voor een veel grotere gelijkheid gezorgd.
Een zelfde verschijnsel kon worden vastgesteld tijdens de ‘pest van Antoninus’ in de tweede eeuw na Christus,, toen een grote verschuiving van rijkdom van grond naar arbeid kon worden vastgesteld. Ook tijdens de pest van Justinianus die in de zesde eeuw van Syrië naar Noord-Afrika, Zuid-Europa en de Balkan kwam, gebeurde hetzelfde.
Met de ziektes die verspreid werden na de ‘ontdekking’ van Amerika – pokken en mazelen in één richting, syfilis in de andere richting – verliep het iets anders, maar in Mexico werden de lonen toch verviervoudigd.
Voor de Spaanse griep die begin van de 20ste eeuw Europa teisterde kunnen geen zekere resultaten gegeven worden. Er vielen tussen de 50 en 100 miljoen doden, maar omdat dit samenviel met het eind van de eerste wereldoorlog, kunnen de exacte gevolgen moeilijk berekend worden.
Geweld
Of de huidige pandemie even hard zal toeslaan als de pest van vroegere eeuwen weten we nog niet. Er zijn vandaag gelukkig meer middelen beschikbaar om de ziekte te bestrijden, maar het is nog onduidelijk hoe de landen in het Zuiden, met hun gebrekkige gezondheidssystemen, zullen getroffen worden.
Over de gevolgen kan daarom evenmin veel gezegd worden op dit ogenblik. Het is makkelijk om in enkele regels het resultaat van dit onderzoek weer te geven, maar de auteur wijst er op dat het in alle gevallen, met de vier ‘ruiters’ telkens om erg gewelddadige evoluties is gegaan. Nog nooit werd de grote ongelijkheid verminderd met vreedzame middelen.
Even leek het er op dat Latijns Amerika een vreedzame weg zou opgaan, begin 21ste eeuw. Helaas is het nu al weer afgelopen met die dalende ongelijkheid.
Scheidel kan uiteraard geen uitsluitsel geven over wat er kan gebeuren in de toekomst. Hij acht het weinig waarschijnlijk dat de vier ruiters hun rol nog eens gaan spelen, maar je weet nooit natuurlijk.
Misschien moeten we niet enkel de historische lessen, maar ook de waarschuwing van Scheidel voor ogen houden, hoewel dit verre van optimistisch klinkt: ‘be careful what you wish for’. Wat als de ongelijkheid enkel met erg veel geweld kan verdwijnen?
Toch maar gewoon campagne blijven voeren voor eerlijke belastingen en sociale bescherming?