Duurzaamheid is bij ondernemers “in”. “Tegenwoordig is duurzaam beleggen zo mainstream, dat alle banken en vermogenbeheerders deze optie aanbieden.”, schrijven Jochen Harkema en Peter Tros in hun boek “Duurzaam beleggen voor Dummies”. Zelf zijn de auteurs verantwoordelijk voor het duurzame beleggingsbeleid van een bank.
Toch plaatsen ze een kanttekening: er bestaat geen wettelijke norm, waar een belegging aan moet voldoen om als duurzaam te kunnen worden aangemerkt. Het gevolg is dat er grote verschillen tussen ‘duurzame’ beleggingen kunnen bestaan. Duidelijke informatie is nodig.
In zijn meest gebruikte vorm houdt duurzaam beleggen de uitsluiting van bedrijven of landen in. Een belegger kiest er voor om niet te investeren in een bepaald bedrijf, omdat het bijvoorbeeld wapens produceert of hij kiest er voor om een land uit te sluiten uit zijn beleggingsportefeuille wegens schending van de mensenrechten of corruptie. Om goed te weten wat je met je geld doet, dient een duurzame belegger dus de uitsluitingscriteria goed te achterhalen. Want die kunnen al dan niet heel streng zijn.
Harkema en Tros willen de lezers aanzetten de stap te zetten naar de wereld van duurzaam beleggen. Ze richten zich daarbij zowel op lezers zonder kennis over beleggen als op actieve beleggers.
Voor de eerste groep geven ze in hun boek duiding over de opmaak van een goed beleggingsplan en over de begrippen risico en rendement van een belegging.
Voor de tweede groep benadrukken ze dat duurzame beleggingen extra rendement lijken op te leveren. “Beleggers die rijkdom belangrijk vinden, maar die ook waarde hechten aan de zorg voor mens en planeet, kunnen die twee prima combineren met duurzaam beleggen.”, noteren de schrijvers. Dit zou blijken uit studies. Bovendien zou dit volgens de auteurs ook op rationele gronden te verklaren zijn. Dat maakt dat volgens hen duurzame beleggingen niet anders kunnen dan financieel beter te presteren.
De vraag is nu: doet een duurzaam bedrijf wat het zegt te doen? De belegger kan de activiteiten van een onderneming op het vlak van duurzaamheid volgen aan de hand duurzaamheidsrapporten. Die zijn voor grote ondernemingen in het Westen algemeen beschikbaar. Rapporten onderling vergelijken kan moeilijk zijn, omdat “de voorwaarden voor verslaggeving geen vast formaat kennen”, leggen de auteurs uit.
Vindt een belegger – bijvoorbeeld op basis van die duurzaamheidsrapport – dat het beleid van een bedrijf dient te veranderen, dan kan hij proberen te wegen in de besluitvorming. Ook dit onderwerp behandelen de auteurs.
Het kan op een ‘activistische’ wijze, waarbij de activist verbeteringen van het bedrijf eist door publieke aandacht te vragen voor een aspect van de bedrijfsvoering en zo druk op het bedrijf uit te oefenen. Het kan op “een constructieve wijze”, waarbij de belegger in gesprek met het bedrijf gaat, meedenkt en adviseert. Helaas merken Harkema en Tros op, staat niet elk bedrijf daarvoor open. Ten slotte kan dit ook via stemming. Elke aandeelhouder heeft een stem tijdens de algemene vergadering van het bedrijf.
Kan je nu met duurzaam beleggen echt een verschil maken? Dit is een vraag waar de auteurs niet bij stilstaan. Hun uitgangspunt is impliciet dat dit wel het geval is. Wie vertrouwt is met onderzoek naar het effect van maatschappelijke initiatieven, weet dat dit een niet zo gemakkelijk te beantwoorden vraag is.
Los hiervan leveren Jochen Harkema en Peter Tros met het boek “Duurzaam beleggen voor Dummies” een mooi werkstuk af. Vooral leken zullen het boek een waardevolle gids vinden. Of je nu voor of tegen duurzaam beleggen bent, maakt daarbij volgens mij niet uit.