Berlijn pakt uit met een slecht economisch rapport. De Duitse economie die alsmaar de locomotief van de Europese economie wordt genoemd, dreigt in crisis te raken. En die crisis zou lang kunnen aanslepen, zoals in Japan dat al bijna een kwarteeuw sukkelt. Duitsland wordt slachtoffer van het zogenaamde soberheidbeleid dat het zichzelf en vooral zijn partners van de EU oplegt. Wie een neerwaartse spiraal in gang brengt , dreigt zelf te worden meegesleurd. Dat lijkt nu te gebeuren.
Vier instituten die Berlijn inzake economie adviseren (Ifo, DIW, RWI en IWH) hebben op 9 oktober een somber verslag ingediend. De economische groei zal dit jaar en volgend jaar lager liggen dan verwacht. En dat na een trimester met een daling van 0,2%. Indien het derde trimester zoals verwacht ook licht negatief is, verkeert Duitsland theoretisch gezien in recessie.
Somber
Er zijn andere sombere cijfers. In augustus daalden de bestellingen bij de industrie met 5,7 % in vergelijking met een jaar geleden. De industriële productie zakte met 4 %. Latere vakantieperiode dat vorig jaar, luidt de uitleg. Maar tegelijk kende de uitvoer zijn ergste terugval sinds 2009.
De weerslag van de crisissen in Oekraïne en het Midden Oosten wordt er ook bijgehaald. Maar het is vooral de slinkende vraag uit de rest van Europa en in eigen land die aan de basis van die terugval of stagnatie liggen.
Berlijn speelt een sleutelrol in de door de EU opgelegde politiek van bezuinigingen die overal een weerslag hebben op de koopkracht. De Duitse politici en patroons kunnen moeilijk verwachten dat de daling van de gemiddelde koopkracht zonder gevolg kan blijven op de vraag naar Duitse goederen en diensten. Toch blijft Berlijn doof voor de talrijke pleidooien om de vraag, en dus de koopkracht, in de EU niet verder aan te tasten. Het dogma van het begrotingsevenwicht staat boven alles.
Flexibel
Het gaat niet alleen om de vraag in het buitenland. In Duitsland wordt sinds het begin van deze eeuw een beleid van koopkrachtbeperking gevoerd, een werkstuk van de regering Schröder, een kabinet van sociaaldemocraten en groenen. De Duitse economie moest haar mededingpositie opdrijven door onder meer grotere arbeidsflexibiliteit. Het resultaat is dat na al bijna 8 miljoen Duitsers aan minder dan hongerlonen werken – deeltijds, interim, gewoon zeer lage lonen…
De competiviteit werd opgedreven, Duitsland werd het grote solide model waar niets stuk kon. Maar het jongste jaar komen uit binnen- en buitenland de adviezen om de Duitse lonen eindelijk op te trekken omdat de Duitse motor anders zou sputteren. Dat is wat nu blijkbaar aan het gebeuren is. De daling van de koopkracht bij de concurrenten en in eigen land, sleurt Duitsland mee in de opgelegde neerwaartse spiraal.
Investeringsmoe
Er zijn niet alleen de lonen. Berlijn houdt de begroting min of meer in evenwicht door de infrastructuur te verwaarlozen. Het IMF heeft zopas de Duitse regeerders aangeraden grote sommen te investeren in het transportwezen om zijn achterstand tegenover de Europese partners in te halen.
Duitsland zou minstens 80 miljard euro moeten investeren om zich achterstand goed te maken, aldus Marcel Fratzscher, adviseur van Sigmar Gabriel, minister van Economie en voorzitter van de sociaaldemocratische SPD. “De Duitse euforie is gevaarlijk. Ze maakt ons aanmatigend, blind en saai”, aldus Fratzscher. Volgens hem tastt de lage investeringsgaard de productiviteit steeds meer aan”.
Omgekeerd
“Het gebrek aan groei creëert tekorten, het is niet omgekeerd”, aldus Joseph Stiglitz, Nobelprijs Economie. Het sleutelprobleem van de Eurozone is de krimpende vraag, de dalende koopkracht. Hoe wil men de financiën van een land gezond maken als de activiteit daalt? De daling van het levensniveau leidt nergens tot herstel, aldus Stiglitz.
Hoe zou men willen dat die landen zich herstellen alleen doro de uitvoer, als de koopkracht elders niet stijgt en als men het insutrieel weefsel in die landen heeft afgebouwd. Het kon de Duitse leiders totnogtoe blijkbaar weinig schelen. Nu ze er zelf onder lijden, zal moeten blijken of de dogma’s zo sterk overeind blijven.