De Duitse sociaal-democratische SPD is na de verkiezingen in de deelstaat Hessen meer dan ooit de weg kwijt. De vraag of in Wiesbaden een minderheidsregering mocht gevormd worden met gedoogsteun van Die Linke zorgde op federaal niveau voor een heuse crisis.
De hoofdstad van Hessen is Wiesbaden, maar de deelstaat is vooral belangrijk dankzij Frankfurt, het financiële centrum van Duitsland en de grootste luchthaven van continentaal Europa. Er werd dan ook met belangstelling uitgekeken naar de verkiezingen voor het deelstaatparlement van Hessen, eind januari. De uittredende christen-democratische minister-president Roland Koch (CDU) voerde een rechtse campagne met als speerpunt de criminaliteit onder allochtone jongeren. Zijn uitdager, Andrea Ypsilanti (SPD), voerde een linkse campagne, in een poging de erfenis van voormalig bondskanselier Gerhard Schröder achter zich te laten. De CDU verloor uiteindelijk 12 procent, de SPD won bijna acht procent, beide partijen eindigden op een gelijk aantal zetels, maar de CDU had toch een handvol stemmen meer dan de SPD. Dit alles leidde tot een impasse, omdat geen enkele meerderheidscoalitie voor de hand lag.
Na heel wat verwikkelingen liet SPD-chef Kurt Beck verstaan dat hij het geen probleem vond indien Andrea Ypsilanti verkozen werd tot nieuwe minister-president met gedoogsteun van Die Linke. Die Linke had dit aangeboden, daarbij uitdrukkelijk stellend dat het geen voorwaarden verbond aan deze gedoogsteun. De uitlatingen van Beck brachten een storm van kritiek op gang in de media en ook in de schoot van de SPD.
Die Linke
Die Linke, de fusiepartij van (al dan niet voormalige) communisten uit Oost-Duitsland, ontevreden sociaal-democraten en syndicalisten uit West-Duitsland, radicaal links en altermondialisten(1), is aan een opmars bezig in West-Duitsland. Tot voor kort kreeg Die Linke electoraal vooral steun in de “nieuwe deelstaten” (de voormalige DDR), maar het haalt ook in het Westen nu de kiesdrempel in de ene deelstaat na de andere(2): 8,4% in Bremen(3), 5,1% in Hessen, 7,1% hetzelfde weekend in Nedersaksen, onlangs 6,4% in Hamburg.
De SPD heeft onder bondkanselier Schröder in een coalitie met de groenen een hard neoliberaal beleid gevoerd(4). Toen dit de SPD electoraal zuur dreigde op te breken, organiseerde Schröder vervroegde verkiezingen om de schade te beperken, maar dit bleek een misrekening omdat Oskar Lafontaine campagne voerde met de WASG en de PDS (nu samen Die Linke), zodat de SPD plots een te duchten tegenstander op haar linkerflank kreeg. Sindsdien zit Die Linke in de lift, terwijl de SPD voortdurend electoraal terrein verliest.
De SPD reageerde op deze ontwikkelingen met een “linkse draai”, in de hoop het verloren terrein terug te winnen, met thema’s zoals de invoering van een minimumloon, correcties in het beleid naar langdurig werklozen toe, voorwaarden voor een privatisering van Die Bahn, enz. Onlangs werd deze “linkse draai” bevestigd op een congres in Hamburg. Maar gemakkelijk is het niet. De SPD zit immers in de federale regering met de CDU onder leiding van Angela Merkel, en is met handen en voeten gebonden aan de erfenis van kanselier Schröder. Bovendien was het neoliberaal beleid onder kanselier Schröder erg succesvol vanuit het standpunt van het kapitaal: mede dank zij loonmatiging en herstructureringen werd Duitsland wereldkampioen export. De SPD wil dus liefst haar bedrijfsvriendelijke lijn doortrekken, maar kan zich geen electorale leegloop naar Die Linke veroorloven. Bovendien is er veel rancune tegenover de figuur van Oskar Lafontaine.
De SPD heeft twee mogelijkheden. Ofwel Die Linke proberen op te sluiten in het communistisch verdomhoekje, in de hoop dat Die Linke op den duur zoveel water bij de wijn doet dat haar subversieve potentieel wordt geneutraliseerd. Ofwel een eenheidspolitiek voeren naar Die Linke, in de hoop zo het eigen sociale imago te herstellen en als grootste van de twee rode partners electoraal weer te gaan scoren.
Kurt Beck
SPD-chef Kurt Beck, die de belichaming is van de “linkse draai” van de SPD, nam dus acte van de doorbraak van Die Linke in de deelstaatverkiezingen in het Westen, en deed zijn fameuze uitspraak over mogelijke gedoogsteun van Die Linke in Hessen.
In de media kwam een storm van kritiek los, en werd Beck “woordbreuk” en “ongeloofwaardigheid” verweten, omdat hij vóór de verkiezingen gezegd had onder geen beding te zullen samenwerken met Die Linke. Ook Gerd Andres, SPD-parlementariër en woordvoerder van de rechtse Seeheimer Kreis in de SPD, vond dat Beck gelet op zijn “geloofwaardigheidscrisis” bij de komende federale verkiezingen maar beter geen kanselierskandidaat was voor de SPD. Het eigenaardige is dat dergelijke verwijten van woordbreuk niet zouden gehoord zijn indien de SPD na een linkse campagne een regeringscoalitie gevormd had met de CDU.
Uiteindelijk bevestigde de SPD-top haar vertrouwen in Beck. De top steunt de lijn dat SPD-afdelingen in het Westen eventueel mogen beslissen samen te gaan met Die Linke(5). Op federaal niveau is er van een coalitie geen sprake zolang Die Linke haar principieel verzet tegen Duitse militaire optredens in het buitenland niet opgeeft of weigert het Verdrag van Lissabon goed te keuren(6).
Maar de crisis blijft aanslepen, zeker nu alle heisa de SPD stemmen heeft gekost in de deelstaatverkiezingen in maart in Hamburg, en de SPD in de peilingen lager staat dan ooit(7).
Dagmar Metzger
Andrea Ypsilanti zou zich op 5 april dus kandidaat stellen voor het minister-presidentschap in Hessen, rekenend op gedoogsteun van Die Linke, maar daar werd een stokje voor gestoken door SPD-deelstaatparlementslid Dagmar Metzger. Deze mevrouw verklaarde dat zij geboren was in West-Berlijn, de verdeling van Berlijn tot diep in haar botten doorleefd had, en het dus echt niet over haar hart kon krijgen te stemmen voor een regering met gedoogsteun van Die Linke. Omdat Ypsilanti zelfs met steun van Die Linke maar twee stemmen op overschot had oordeelde zij dat het wijzer was, gelet op de kans op verraad in de SPD, zich niet kandidaat te stellen.
Nu is Dagmar Metzger ingetrouwd in een oude SPD-dynastie in Darmstadt, waar haar schoonvader oud-parlementslid en oud-burgemeester is, en, belangrijker, één van de oprichter van de Seeheimer Kreis, die in de jaren ’70 in de SPD werd opgericht om de linkse koers te bekampen. Dagmar Metzger behoort tot het rechtse kamp van Jürgen Walter die in de aanloop naar de verkiezingen in Hessen de duimen voor het partijleiderschap moest leggen tegen de linksere Andrea Ypsilanti.
Verwarring troef dus in de SPD, en een crisis waarvan het einde nog lang niet in zicht is.
(Uitpers, nr 97, 9de jg., april 2008)
Voetnoten
(1) Zie Uitpers nr. 88 van juli 2007, Die Linke boven de doopvont
(2) In Duitsland is er een kiesdrempel van 5%
(3) Zie Uitpers nr. 87 van juni 2007
(4) Emblematisch daarvoor zijn de Harz IV maatregelen, die langdurig werklozen verwijzen naar de sociale bijstand. Honderdduizenden mensen leven alleen al ten gevolge van de hervormingen in de werkloosheid nu in armoede. De middeninkomens zagen hun aandeel in het nationaal inkomen zakken van 62 naar 54 procent. Schröder lanceerde zijn Agenda 2010 in een toespraak nu vijf jaar geleden.
(5) In de « nieuwe deelstaten » in het Oosten zijn dergelijke coalities steeds aanvaard. Zo waren of zijn er rood-rode coalities in Berlijn, Mecklenburg-Vorpommern, en Saksen-Anhalt (in dit laatste geval in de vorm van gedoogsteun).
(6) Die Linke moet dus een soort « ontluizingsproces » doormaken zoals eerder De Groenen (NAVO-bombardementen in ex-Joegoslavië) of in Italië Rifondazione (inzet troepen in Afghanistan).
(7) In een recente peiling komt zij op 22 procent, tegen 14 procent voor Die Linke. In de laatste verkiezingen voor de Bondsdag haalde de SPD nog 34,3% (toen een verlies van 4,2%), tegen 8,7% voor Die Linke. Zie ondermeer Uitpers nrs 66, 67, 68 en 70.