Repressie tegen Hirak in Algerije
Karim Tabbou, die een grote rol speelt in de Algerijnse Hirak, is deze week opgepakt. De Hirak, massale wekelijkse betogingen die in februari 2019 startten en president Abdelaziz Bouteflika tot ontslag dwongen, werkt de Algerijnse heersers steeds meer op de heupen nu de parlementsverkiezingen van 12 juni naderen. Veel opposanten beschouwen die verkiezingen als de zoveelste farce. De regering vreest opnieuw, zoals bij de presidentsverkiezingen van eind 2019, een zeer lage opkomst.
Vorige dinsdag trad de politie gewelddadig op tegen de wekelijkse studentendemonstraties die deze keer verboden waren. Ondanks de covid-crisis, blijven duizenden en duizenden Algerijnen, na een onderbreking van een jaar, sinds februari opnieuw elke week op straat komen, de studenten op dinsdag, alle categorieën op vrijdag.
Tabbou was vorig jaar al tot een jaar voorwaardelijk veroordeeld wegens “ondermijning van de veiligheid van de staat”. Hij was een van de organisatoren van de eerste massabetogingen tegen corruptie en tegen het feit dat Bouteflika kandidaat wou zijn voor een vijfde ambtstermijn. Tabbou is leider van een partij, de “Democratische en Sociale Unie”.
‘Democratisch proces’
Die en veel andere partijen krijgen steeds meer met repressie te maken. Leiders en militanten worden opgepakt, vaak met valse beschuldigingen. President Abdelmadjid Tebboune waarschuwde onlangs de partijen “het democratisch proces niet te hinderen”, zijnde de verkiezingen van juni. Tebboune werd eind 2019 president na verkiezingen die door de hirak werd geboycot. Volgens ‘Algerian Detainees’ zitten momenteel 66 personen opgesloten voor hun rol in de Hirak.
De regering tracht verdeeldheid te zaaien binnen de Hirak door enkele islamitische groepen, zoals Rachad, ervan te beschuldigen dat ze de beweging hebben geïnfiltreerd en aanslagen willen plegen. Eenzelfde beschuldiging ook aan het adres van “separatisten”, dat zijn de activisten van de verboden beweging voor Zelfbeschikking van Kabylië (met een overwegend Berber bevolking). De Hirak wordt ook meer en meer afgeschilderd als “in handen van buitenlandse machten”.