Kiespersonen die coronabesmet zijn of in quarantaine verblijven, zullen vanaf deze maandag (met drive-in)meestemmen in de Italiaanse presidentsverkiezingen. Wie gaat naar ‘il Colle, de heuvel waarop het presidentiële Quirinaal is gebouwd: ex-premier Silvio Berlusconi (85) niet, hij geeft op. Huidig premier Mario Draghi (74) dan? Of een outsider, een vrouw bij voorbeeld? Of blijft Sergio Mattarella (80) toch nog een beetje zitten, tegen zijn zin?
Vrijbuiters
Achter de schermen trachten de partijen een scenario uit te werken, maar ze hebben hun troepen niet in de hand – dergelijke verkiezingen hebben een traditie van vrijbuiters die alles in de war sturen. Dat risico is deze keer groot. Want de grote meerderheid van de ‘kiespersonen’ – dat zijn 630 Kamerleden, 321 senatoren en 58 afgevaardigden van de regio’s – is als de dood voor vervroegde verkiezingen. Die zouden voor de meesten het einde van een parlementaire loopbaan betekenen. En daar de stemming geheim is, kunnen de vrijbuiters hun gang gaan, zonder zich iets van partijtucht aan te trekken.
De vrees is het voelbaarst bij de Vijfsterrenbeweging M5S die in maart 2018 nog een derde van de stemmen haalde. Die M5S heeft in eigen vlees gesneden door voor volgende keren het aantal parlementsleden te verminderen, wat al een aantal gekozenen zal doen sneuvelen. Vooral Vijfsterren dreigt meer dan de helft van zijn kiezers te verliezen. Vervroegde verkiezingen betekenen dan ook voor de meesten een vervroegd afscheid van Montecitorio (de Kamer) of Palazzo Madama (senaat).
Die angst voor vervroegd afscheid speelt zeker mee bij Forza Italia, de partij van veelvoudig premier en zakenman Silvio Berlusconi. Die haalde vorige keer nog 14 % (toen ook al een sterk verlies) en dreigt gehalveerd te worden.
Dat maakt veel volk dat een president wil verkiezen zonder dat dit tot vervroegde verkiezingen leidt. Dat hoeft natuurlijk niet. Het ambt van staatshoofd is op zichzelf niet zo belangrijk. De invloed van de president is eerder beperkt. Maar de jongste jaren, zelfs decennia, is die invloed toegenomen omdat er politiek en electoraal zoveel verschuivingen zijn geweest. Het Quirinaal wordt dan een baken van stabiliteit.
Silvio
Silvio Berlusconi hoopte zijn politieke carrière, begonnen in 1994, af te sluiten met zeven jaar in het Quirinaal. Daarvoor zochten hij en de sinistere Vittorio Sgarbi, ooit minister van Cultuur, de voorbij dagen verwoed naar 505 kiezers.
Waarom 505: in de eerste drie ronden moet een kandidaat een tweederde meerheid halen om te worden gekozen. Vanaf de vierde ronde is een eenvoudige meerderheid, 505 op 1009, genoeg. Maar Berlusconi raakt er blijkbaar niet. Vooral bij de Vijfsterren M5S was de vijandigheid groot. Voor hen, maar niet voor hen alleen, is Berlusconi het prototype van de man die als superrijk zakenman uit zelfbehoud de politiek instapte. Zijn prioriteiten waren: justitie lam leggen en zijn mediarijk verder uitbreiden. Dat enkele van zijn naaste medewerkers ook nog veroordeeld werden voor samenwerking met maffiagroepen, komt daar nog bovenop.
Berlusconi heeft ook, ondanks zijn lidmaatschap van de EVP, de weg geplaveid voor uiterst-rechts. Zijn eerste regering bestond uit zijn eigen kersverse Forza Italia, de toen separatistische Lega Nord en de postfascistische Nationale Alliantie (AN). De Lega Nord is uitgedeind tot de uiterst-rechtse Lega van Matteo Salvini, de postfascisten zitten nu bij Fratelli d’Italia. Die vormen samen met Lega en Forza een rechtse coalitie waarbinnen Berlusconi’s Forza marginaal is.
Onmisbaar
De Vijfsterrenbeweging is wel de laatste die mag klagen over Berlusconi’s innige samenwerking met uiterst-rechts. Want na de verkiezingen van 2018 hebben ze een regeringscoalitie gevormd met de uiterst-rechtse Lega, met Giuseppe Conte als premier. Conte is nu partijleider van M5S. Die zit samen met de centrumlinkse PD, met Forza en Lega en de linkse Leu al een jaar samen in een noodregering onder leiding van Mario Draghi, voorheen directeur van de ECB, de Europese Centrale Bank.
Draghi steekt zijn ambitie om van Palazzo Chigi (premier) naar het Quirinaal te verhuizen, zeker niet weg. Bijna niemand betwist hem dat. Het grote probleem is echter: en wie dan wel in Palazzo Chigi? Wie buiten hem gaat deze zeer ongewone coalitie van uiterst-rechts tot bijna uiterst-links kunnen leiden?
Draghi had het Europees prestige en is partijloos, hij is de garant tegenover de EU. Als Draghi president wordt, valt dan nog te ontkomen aan vervroegde verkiezingen? Aangezien dat voor zoveel parlementsleden een nachtmerrie is, aarzelen velen, zeker bij M5S, om Draghi als premier te laten gaan. Uiterst-rechts wil Draghi het Quirinaal wel gunnen, maar vooral Fratelli d’Italia, die hoog scoort in de peilingen, wil dan onmiddellijk verkiezingen.
Vrouw gewenst
Maar als Berlusconi voor de meerderheid onaanvaardbaar is, en Draghi velen hun zetel kost, wat of wie dan wel? Dan maar een consensus zoeken rond de veelgenoemde Pierluigi Casini, een politieke paling die vroeger tot de rechtervleugel van de christendemocratie behoorde? Of iemand anders uit die rijkgevulde stal?
Wordt het geen tijd voor een vrouwelijke president zoals 62 % van de Italianen dat volgens en peiling wel zien zitten? Daar valt de naam van Marta Cartabia, voorzitster van het Grondwetshof, alhoewel die vooral wordt getipt als mogelijk premier ter vervanging van Draghi. De tijd dringt wel, en er wordt ook permanent gekeken hoe ‘Brussel’ – die andere grote kiezer, de EU – reageert.
Zou het dan niet eenvoudiger zijn om Mattarella nog even in het Quirinaal te houden? Er is een precedent. Toen negen jaar geleden een nieuw staatshoofd moest worden verkozen, raakten de grote kiezers er ook niet uit. President Giorgio Napolitano, in een vorig leven de leider van de rechtervleugel van de communistische PCI, wou niet ingaan op de smeekbeden voor een tweede termijn.
Uiteindelijk zwichtte hij voor een noodoplossing: hij werd herkozen, maar met de afspraak dat het voor twee jaar zou zijn. Nu nog even Mattarella houden, tot wanneer Draghi na de verkiezingen volgend jaar “vrijkomt”?
Maar zoals geleerd na 45 jaar “Italië watching”: Italiaanse politiek heeft een zeer hoog gehalte van onvoorspelbaarheid.