Voorbeschouwing op de algemene verkiezingen in Spanje van zondag 23 juli
De Spanjaarden gebruiken de uitdrukking dar la vuelta a la tortilla (de tortilla omdraaien) wanneer ze willen dat een situatie een radicale wending neemt. Komende zondag 23 juli, terwijl het land puft en suddert onder een onverbiddelijke zon, gaat Spanje voor de tweede maal in evenveel maanden naar de stembus. Schrijver en filosoof Santiago Alba Rico ziet de electorale koorts als een disputa feroz entre el odio y la tristeza, een vreselijk gevecht tussen haat en treurnis.[i] Zij die de tortilla willen omdraaien zijn de haters, vertegenwoordigd door de conservatieve Partido Popular en het extreemrechtse VOX, en zij die dat niet willen zijn de treurenden, de heersende linkse coalitie van de Partido Socialista Obrero Español en Podemos/Sumar. Normaalgezien zouden de generale verkiezingen pas plaats hebben gevonden bij kerstlicht en nachtvorst, maar na de linkse nederlaag van de lokale en regionale verkiezingen van 28 mei, besloot de socialistische premier Pedro Sánchez het volk op hawaianas naar de politieke braadpan te sturen. Voor Alba gaat het zondag meer om een antropologische clash dan om een ideologische, meer over hoe een Spanjaard zijn Spaans zijn definieert en beleeft, dan over sociaalpolitieke programma’s.
Net zoals de Spaanse aardappelenomelet maar twee kanten heeft, geldt ook zondag slechts het duale denken, de keuze tussen een van de dos Españas. Daarbij geloven beide dat ze Spanje kunnen redden. De ene van de machisten en de andere van de feministen, de ene van de Spaanse eenheidsworst en de andere van de rebelse periferie, de ene van de terugkeer van Franco en de andere van de definitieve verbanning van de dictator, de ene van de etnische exclusiviteit en de andere van de multiculturaliteit, de ene van fossiele brandstoffen en de andere van windmolens. Het lijstje kan zo blijven doorgaan, maar het is duidelijk dat een van beide Spanjes zich na zondag van de ander verlost zal voelen. In de prelude van de verlossing valt het gewicht echter helemaal op de schouders van het volk dat elkaar vol venijn aankijkt. Je gaat toch niet kiezen voor een Spanje dat terug naar het franquisme keert, het Catalaans terug naar de huiskamers, de vrouw terug naar de haard en de ‘nieuwe’ Spanjaarden terug naar hun land gaat verbannen! Je gaat toch niet kiezen voor een Spanje dat moreel degradeert, transgenders en radicale feministes de les gaat laten lezen, de profiteurs voedert, de regionale terroristen in hun gelijk stelt, ons volk omvolkt! Wordt het niet luidop gezegd, dan wordt het gedacht en vermeden. De clinch is niet totaal, de onenigheid wel.
De treurenden van Alba staren zich soms blind op het feit dat Spanje zich na de eerste duistere driekwart 20ste eeuw zo hard heeft ingespannen om op gelijke tred met de andere Europese democratieën te komen, dat ze niet altijd zien hoe fragiel een eergevoelig volk soms kan zijn, hoeveel slagen het in 2008 heeft gekregen, hoe snel het alles heeft zien transformeren, en hoeveel ouder het letterlijk geworden is. Niet alle Spanjaarden geloven in de glansrijke modernisering en mondialisering. De lage scholingsgraad over de hele bevolking heen verhindert dat velen de duizelingwekkende veranderingen kunnen begrijpen en dus verteren, laat staan dat ze er enig voordeel uit halen. Het progressieve Spanje spoort soms op rails die lang niet voor iedereen een haalbare kaart zijn. Frustraties en ongewenste kwetsbaarheid laten zich makkelijker leiden door nostalgische toverformules om terug te keren naar een tijd die eenvoudiger leek, niet beter, maar wel bevattelijker. Eigen volk eerst klinkt deze mensen als een Spaanse copla in de oren. Voor de haters liggen daar de te stemmen snaren, letterlijk en figuurlijk. Vele Spanjaarden weten dus al voor welk Spanje ze zondag gaan kiezen. Het enigma rond de uitslag zondag ligt niet bij hen.
De dreun die progressief op 28 mei Spanje te verwerken kreeg, kwam er door een succesvolle mobilisatie van de conservatieve vleugel tegen wat zij het sanchisme noemen, genoemd naar de premier en verwijzend naar een vermeende ideologie van landsverraad, morele verzwakking, linkse indoctrinatie en gesublimeerde Spaanse zelfhaat. Maar de belangrijkste oorzaak was het gebrek aan steun bij de eigen linksvoelende achterban, die de stembus massaal links liet liggen. Toen Sánchez hals over kop verkondigde dat deze Spaanse summertime een politieke zomer zou worden, plaatste hij in de eerste plaats een wake up call en in deze laatste campagneweek een last call om bij de thuisblijvers een reactie uit te lokken. Of de tortilla binnen twee dagen gaat gedraaid worden hangt af van het engagement van dit derde Spanje om hun strandhok even te verlaten voor het stemhok.
[i] Alba Rico, Santiago, ‘Votar contra el odio’, El País, 19/6/2023