Vladimir Poetin heeft van de kiezers, en vooral van de kiescommissies, de Doema gekregen die hij had gewenst. De Russische president heeft in de nieuwe Doema immers nog minder oppositie dan in de vorige. Hij kan onvoorwaardelijk rekenen op zijn eigen "Verenigd Rusland", op de eigen "patriottische" creatie Rodina, op tientallen zogenaamde onafhankelijken en niet te vergeten op de uiterst-rechtse partij van Vladimir Zjirinovsky. Schiet nog over de Communistische Partij van de Russische Federatie (CPRF), maar echt oppositie kan je dat ook al niet noemen.
De officiële resultaten zijn met een korrel zout te nemen. Vooreerst de opkomst: officieel heeft 53,6 % van de ingeschreven kiezers gestemd. Maar dat cijfer werd slechts bekomen door hier en daar wat kiezers van de lijsten te schrappen en de opkomst wat aan te dikken. De groep ‘Golos’ (Stem) uit de tijd van de glasnost meldde dat in sommige streken kiezers die bij de vorige verkiezingen niet waren opgedaagd, gewoon van de lijsten werden geschrapt om het percentage van de opkomst aan te zwengelen. In Moskou zelf werd op ruime schaal misbruik gemaakt van het feit dat een kiezer op verschillende plaatsen kon stemmen. Dezelfde methodes werden ook tien jaar eerder, onder Boris Jeltsin, gebruikt bij het referendum over een nieuwe grondwet die de president veel meer macht moest geven. De reële opkomst lag onder de nodige 50% voor een geldig referendum, maar ’s avonds werden ca. zeven miljoen kiezers "geliquideerd" zodat de opkomst wel boven 50% kwam.
Afslanken en aandikken
Het was niet de enige vorm van fraude. Volgens Golos hadden de meeste manipulaties plaats bij het optellen en doorgeven van de resultaten. Daarbij zou op talrijke plaatsen systematisch het resultaat van ‘opposanten’ afgeslankt zijn. De CP deed eigen onderzoek. Volgens haar klopten de cijfers van 60.000 van de 87.643 officiële protocols niet met de eigenlijke tellingen.
Er waren ook klachten van buitenaf. De OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) had het over vrije maar gemanipuleerde verkiezingen, onder meer omdat de ‘oppositie’ in de campagne geen toegang had tot de media. Ook Washington had kritiek op de gang van zaken. Maar de Russische media moesten voor een repliek niet ver zoeken: herinner u Florida november 2000. Bovendien komt nu aan het licht dat de stemmachines die overal in de VS worden geplaatst, geleverd worden door firma’s die nauw verbonden zijn met de Republikeinen. Er zijn diverse recente verkiezingen, onder meer in de staat Georgia, waar die stemmachines bizarre resultaten opleveren. De Britse krant The Independent had het onlangs zelfs over een "elektronische holdup op de Amerikaanse democratie".
De Russen zelf weten weinig of niets van al die klachten uit binnen- en buitenland. Want de media maken er geen melding van.
Geen cordon sanitaire
Maar ook zonder die manipulaties zouden de partijen van Poetin de verkiezingen ongetwijfeld hebben gewonnen. Ze hadden het machtsapparaat, de media, het geld aan hun kant, plus de populariteit van Poetin (zie ook Uitpers nr48, december 2003). Dat levert "Verenigd Rusland" 37,5 % op, het kort vóór de verkiezingen opgerichte "Rodina" 9%, de "Liberaal-Democraten" van vreemdelingenhater Zjirinovsky 11,5%. Daar komen nog een pak "onafhankelijken" bij – gekozenen uit de 225 kiesdistricten (de rest, 225, gebeurt per nationale lijsten) die zich gewoontegetrouw aan de kant van de macht, dus van Poetin scharen.
Hierbij mag wel onderstreept worden dat uiterst-rechts deel uitmaakt van Poetins meerderheid. Zjirinovksy kondigde trouwens aan dat hij bij de presidentsverkiezingen geen kandidaat zal zijn omdat hij het zo eens is met Poetins beleid. In Rusland dus geen ‘cordon sanitaire’.
Van oppositie schiet dus niet veel over. De communisten halen met hun 12,6 % nog 53 zetels, een zware afstraffing. Wat is er dan mis gegaan met de CP? Het kernprobleem is dat de CP maar niet kan wennen aan het feit dat ze oppositie zou moeten voeren, dat ze geen machtspartij meer is (denk aan de CVP bij ons). De CP had als communistische partij oppositie kunnen voeren tegen de invloed van de oligarchische plunderaars. Maar wat bleek in de campagne, beheerst door Poetins aanvallen tegen enkele oligarchen: dat de CP zelf geld krijgt van oligarchen.
Dat heeft onder meer tot gevolg dat de CP géén aansluiting zoekt tot de disparate vormen van sociaal verzet tegen het oligarchie-kapitalisme. In de voorbije vier jaar deed de partijleiding integendeel alles om het Poetin niet te moeilijk te maken, in de hoop daarvoor te worden beloond. Maar intussen wist Poetin tot scha van de CP de nostalgie naar de Sovjettijd van een deel van de kiezers te accapareren, bij voorbeeld door de oude hymne weer in te voeren.
Van wat meestal de "rechtse oppositie" wordt genoemd, schiet niet veel over. Jabloko, de "liberalen" van Grigory Javlinksy, halen 4,3%, de Unie van Rechtse Krachten (SPS) blijft met 3,9% eveneens onder de kiesdrempel van 5%. Beide partijen werden gefinancierd door superoligarch Michail Chodorkovsky, de man van Joekos die in de gevangenis zit wegens fraude op grote schaal. Maar van de verdediging van deze superplunderaar liggen weinig Russen wakker.
De veel gebruikte term "liberalen" is bovendien voor deze twee groepen meer dan twijfelachtig. Ze vinden alleszins dat de "vrije markt" voorrang moet krijgen op democratische vrijheden. Een van de kopstukken van Rechtse Krachten is Anatoly Tsjoebais, toparchitect van de massale frauduleuze privatiseringen, die zelf de democratisering mee ondergroef. Deze mensen zijn er verantwoordelijk voor dat "democraat" in de mond van veel Russen een scheldwoord is.
Ingeperkte oligarchie?
Met een dergelijke machtspositie zou Poetin om het even welke politiek kunnen voeren. Hij heeft met de uitschakeling van Chodorkovsky belet dat deze en andere oligarchen de Doema zouden beheersen. Het betekent nog niet dat hij de machtsposities van de oligarchen kan (of wil) negeren. Maar hij staat wel sterker om de oligarchie onder controle te houden.
Er staat immers nog veel op het spel. Een van de motieven die meespeelde in de aanval op Chodorkovsky en de leiding van Joekos is het feit dat die een groot deel van Joekos aan ExxonMobil wou verkopen, zelfs tot 50% (voor de prijs van 25 miljard dollar, terwijl Chodorkovsky Joekos in handen kreeg voor de prijs van 300 miljoen dollar).
Poetin en zijn omgeving, vooral de chefs van de geheime diensten en van de ‘ordehandhaving’, hebben er moeite mee dat de cruciale energiesector voor een belangrijk deel aan Russische controle zou ontsnappen. Zij willen wel buitenlandse investeringen, maar niet in de mate dat de bronnen en het transport in overwegend buitenlandse handen komen.
Zij tillen ook zwaar aan het feit dat enkele oliebaronnen, C hodorkovsky voorop, een eigen diplomatie voerden. Die oliebaronnen onderhandelen rechtstreeks met Washington in de hoop de grootste olieleveranciers van de VS te worden. Zij doorkruisten onder meer tijdens de aanloop tot de oorlog in Irak de diplomatie van het Kremlin.
Dat Kremlin wil zijn energiemacht trouwens zoveel mogelijk aanwenden in de strijd om invloed in het "nabije buitenland" (de vroegere Sovjetrepublieken). In Oekraïne worden de uitstaande energierekeningen gebruikt om Kiev zwaar onder druk te zetten, bij voorbeeld door de schulden deels te laten betalen met aandelen in Oekraïense bedrijven. Zelfs in de Baltische staten, binnenkort leden van de EU, konden de Russische energiereuzen onlangs hun posities versterken. In Georgië kregen de Russische elektriciteitsmaatschappij (onder leiding van Tsjoebais) en Gazprom vorige zomer enkele troeven in handen. Het Kremlin wil ook daarom dat die energietroeven in Russische handen blijven, als diplomatieke wapens.
De siloviki (mannen van de veiligheidsapparaten) willen bovendien hun nieuw verworven machtsposities verzilveren, ze willen in de mate van het mogelijke een herverdeling van de buit – want bij de plunderingen van midden ’90 kwamen ze er weinig aan te pas. Poetin kan op elk ogenblik tot een herverdeling overgaan, gewoon door vroegere privatiseringen op basis van de heersende wetgeving ongeldig te verklaren. Minstens tachtig procent van de privatiseringen uit de jaren ’90 waren volgens de toen bestaande Russische wetgeving volkomen onwettig. De oligarchen hebben er dus alle belang bij met het Kremlin op goede voet te staan om het lot van Chodorkovsky niet te ondergaan.
Er staan overigens nog enkele privatiseringen op stapel: het staatsaandeel in Gazprom (een van de grootste ondernemingen ter wereld), het transportwezen, de elektriciteitsvoorzieningen.
Jevgeny Primakov, ooit chef van de KGB en gewezen premier, heeft een voorstel tot regeling: dat de oligarchen er zich toe verbinden bij te dragen tot de staatskas en tot investeringen in eigen land in ruil voor garanties dat aan de privatiseringen niet wordt geraakt. Wellicht wil Poetin daar nog een punt bij, namelijk de bevestiging van de afspraak van 2000 dat oligarchen niet in de politieke arena stappen.
(Uitpers, nr. 49, 5de jg., januari 2004)