In de Pakistaanse provincie Baloetsjistan heeft een commando een koolmijn overvallen, elf Hazara mijnwerkers ontvoerd en doodgeschoten. Hun ‘misdaad’: als Hazara zijn ze waarschijnlijk sjiïeten, dus ketters. Hazara’s zijn in zowel Pakistan als Afghanistan slachtoffer van soennitische terroristen, IS voorop. IS eiste trouwens de moordpartij op.
In de provincie Baloetsjistan wonen honderdduizenden Hazara’s van wie er veel gevlucht zijn uit Afghanistan waar ze het ook hard te verduren hebben. Ze worden al generaties gediscrimineerd. Nu hebben zowel IS als de Taliban het op hen gemunt. Bij aanslagen tegen Hazara’s, o.m. op trouwfeesten of begrafenissen, zijn de voorbije jaren al honderden doden gevallen. De beste recente periode voor de Hazara’s was tijdens het communistisch bewind (1978-1992).
Enclaves
Ze worden in Pakistan niet alleen belaagd door IS, maar ook door soennitische extremisten als Lashkar-i-Jhangvi. Veel Hazara’s leven in afgesloten buurten, o.m. om zich te verdedigen.
In Quetta, de hoofdstad van Baloetsjistan, leven rond 600.000 Hazara’s in twee enclaves omgeven door hoge muren en prikkeldraad, met aan de ingang controleposten. De bewoners klagen dat ze afgesneden zijn van het stadsleven. Het is o.m. voor velen een probleem om kinderen naar school te sturen.
In Baloetsjistan zijn ook Baloetsji separatisten actief die de provincie willen losmaken van Pakistan. Ook in Afghanistan en het aangrenzende Iran leven Baloestji’s. Pakistan en Iran werken samen tegen de Baloetsji nationalisten. In Pakistaans Baloetsjistan voert de afscheidingsbeweging vaak aanvallen uit op projecten die door China worden gefinancierd. Ze hebben het dan vooral gemunt op arbeiders die geen Baloetsji zijn, dus ook Hazara’s.