De Communistische Partij van China: avond- of morgenrood?
Heeft de partij het communisme afgezworen? Karel Depauw (Uitpers nr. 36, december 2002: Zestiende partijcongres in China omhelst private ondernemers) schijnt er zeker van te zijn en spreekt over het 16e partijcongres met enig cynisme. Linksen kunnen zich maar beter hoeden, zowel voor de zekerheid als voor het cynisme.
Verandering en continuïteit
Karel Depauw relativeert de machtswissel. Hij toont effectief aan dat Jiang Zemin min of meer achter de schermen veel van zijn invloed behoudt. Toch moeten we ook oog hebben voor het feit dat er wel degelijk sprake is van vernieuwing en dan niet in de zin waar sommige westerse waarnemers op hopen. De helft van de leden en plaatsvervangers in het nieuwe Centraal Comité zijn nieuwkomers. De hoogste organen van de partij hebben een spectaculaire verjongingskuur ondergaan. De gemiddelde leeftijd in het Centraal Comité en het Politbureau is nu respectievelijk 55,4 en 61,4 jaar.
Uit de biografie van de negen topmannen in China blijkt dat ze allemaal een universitaire opleiding hebben, voor het merendeel in de wetenschap of techniek. De meesten hebben voor ze carrière maakten in de partij in de industrie gewerkt. Allemaal zijn ze tussen 1959 en 1966 lid en al gauw kaderlid geworden van de partij. In die hoedanigheid hebben ze de Culturele Revolutie meegemaakt. Sommige van de nieuwe politbureauleden maakten in die tijd of erna deel uit van het revolutionair comité of van het partijcomité van hun bedrijf. Sommigen werden naar een Zeven-Meikaderschool gestuurd voor politieke opvoeding, gecombineerd met handenarbeid.
De meerderheid van de hoogste Chinese leiders heeft met Jiang Zemin gewerkt en is politiek sterk door hem beïnvloed. Betekent dit inderdaad dat ‘Hu zal worden beknot in zijn machtsuitoefening’ en dat er ‘van de vierde generatie de eerste jaren niet veel moet worden verwacht’? Zouden er fundamentele tegenstellingen bestaan tussen wie al of niet behoort tot wat K. Depauw graag de ‘Shanghaikliek’ noemt?
En vooral, is de continuïteit in de verandering na het 16e partijcongres nu echt de ‘definitieve omhelzing van de private ondernemers’ (waar K. Depauw overigens geen bezwaar tegen zou hebben.)
Er is veel aandacht voor het feit dat directeurs en kaderleden van privé-bedrijven nu ook lid kunnen worden van de partij en van het hoogste beslissingsorgaan daarvan. We moeten zien dat dit lidmaatschap ondergeschikt is aan de strenge partijdiscipline. Ook is er veel verzet tegen geweest: er heeft hier een felle discussie over gewoed die de partij binnenskamers heeft gehouden. De verliezers van het debat zullen de nieuwe partijleden zeker kritisch volgen.
Het loont de moeite kennis te nemen van de rapporten en toespraken van Jiang Zemin en zijn opvolger Hu Jintao. Werkloosheid, toenemende maatschappelijke ongelijkheid, barre arbeidsomstandigheden en corruptie zijn de typisch kapitalistische kwalen die laten vrezen dat de macht van arbeiders en boeren afbrokkelt. Aanhangers van het kapitalisme beweren met grote stelligheid dat de overwinning al binnen is. Zij smalen over de Chinese communisten omdat die de bovengenoemde gevolgen van het kapitalisme toestaan. Vervolgens schrijven ze als oplossing voor: nog meer economische vrijheid en ook eigen partijen, dus politieke macht voor de ondernemersklasse. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de CPC de machtigste organisatie in China. Zou de partij dan niet machtig genoeg zijn om het marxisme openlijk te verwerpen? Ziehier een citaat van Jiang Zemin dat klaarheid kan brengen of twijfel zaaien: ‘ Het socialisme heeft in de hele wereld grote tegenslagen gekend. China kreeg te maken met ongekende problemen en stond onder grote druk bij het ontwikkelen van het socialisme. Wij besloten pionierswerk te doen: een markteconomie onder het socialisme ontwikkelen, iets wat niemand eerder had gedaan. Dit is een historische bijdrage van de Chinese communisten aan de ontwikkeling van het marxisme. … Wij moeten ermee doorgaan alle leden te wapenen met het marxismeleninisme, de gedachten van Mao Zedong en de theorie van Deng Xiaopeng en we horen ons volk met dat ideeëngoed op te voeden. We moeten ermee doorgaan onze manier van denken te bevrijden, de waarheid uit de feiten te halen, bij de tijd te blijven, stoutmoedig te vernieuwen. We moeten waardering tonen voor de creativiteit van de mensen en we moeten als partij onze theorieën, onze lijn, onze principes en beleid toetsen en ontwikkelen in de praktijk…..We blijven trouw aan de Vier Hoofdprincipes’
Het is vooral op het politieke terrein dat de CPC eigenzinnig vasthoudt aan het eigen systeem en dat de partij de recepten van westerse staten en de woordvoerders daarvan afwijst. Nogmaals Jiang Zemin: ‘ De CPC geeft leiding aan de maatschappij. Onze staat is een democratische volksdictatuur, de politieke macht berust bij de volkscongressen, beide systemen moeten we nog verbeteren. Dat geldt ook voor onze samenwerking en het overleg met de andere aanvaarde politieke partijen en voor het systeem van regionale autonomie… Bij het verbeteren van onze socialistische democratie… moeten we altijd uitgaan van onze eigen nationale situatie, onze praktijkervaringen kritisch bestuderen en tegelijk leren van wat de mensheid op het gebied van de politieke beschaving heeft gerealiseerd. Nooit moeten we de modellen van het politiek systeem in het Westen kopiëren. ‘ Het is een opvallend gegeven dat deze woorden meer dan alle andere in Jiang Zemins rapport een getrouwe weergave van de werkelijkheid zijn.
Alle macht aan … de economische ontwikkeling?
Het economische beleid van de CPC blijft in de eerste plaats gericht op ontwikkeling. De partijleiders zijn er zeker van dat de groei welvaart zal brengen voor de hele maatschappij en dat dit de beste basis is voor het behoud van de socialistische macht. Ons doel, zeggen ze, is ervoor te zorgen dat iedereen de vruchten van de ontwikkeling kan plukken. Ze zijn trots op hun staat van dienst: de vijfjarenplannen worden de een na de ander verwezenlijkt, het zeven jaar durende project om 80 miljoen mensen uit de armoede te verlossen is geslaagd, China is ontsnapt aan de crisis in Azië, de algemene welvaart blijft toenemen en ook de technologische ontwikkeling. Recente buitenlandse rapporten, o.a. van de OESO en de Wereldbank, moeten erkennen dat dit klopt.
De vertegenwoordigers van de politieke stroming die de CPC nu domineert zijn er vast van overtuigd dat ze met het continueren van het huidige beleid ook de problemen zullen oplossen. Die problemen, die we hierboven hebben vermeld, worden trouwens steeds openlijker en eerlijker in de media besproken. De grote thema’s in dat debat zijn economische ontwikkeling, stabiliteit en het rekenen op de inbreng en de steun van meer bevolkingsgroepen bij het beleid (ook de nieuwe opkomende groepen van de ondernemers). Het gevaar bestaat dat de voorrang die de arbeidersklasse dient te krijgen wordt afgezworen. Dat zou een ontkenning zijn van de klassentegenstellingen en de klassenstrijd (die nu eens hevig en openlijk, dan weer ondergronds maar zonder ophouden woedt)? Dat laatste is al eerder vertoond in de geschiedenis van de socialistische staten. Denk aan Chroestsjovs ‘staat van heel het volk’. Dit bleek een leugen: de klassen bestonden nog en de klassenstrijd dus ook. De communistische partij had die strijd moeten voortzetten door in de eerste plaats op de arbeidersklasse te steunen en de andere klassen kort te houden.
Over China zelf en de CPC blijven nog heel wat vragen onbeantwoord. Dat ligt niet zozeer aan de geslotenheid van de Chinezen, want die wordt elk jaar minder. Voorspellingen doen blijft vooral moeilijk omdat weinig buitenstaanders onbevooroordeeld en objectief onderzoek doen en bijvoorbeeld niet eens de Chinese bronnen au sérieux nemen.
Onder voorbehoud dus, drie mogelijke scenario’s. Het is mogelijk dat in de CPC Chinese Jeltsins aan het werk zijn die de aard van de maatschappij fundamenteel willen veranderen en de partij kapot willen maken. Het is ook mogelijk dat de huidige leiders te goeder trouw handelen, maar dat hun beleid uiteindelijk toch op een fiasco zal uitdraaien, waarna zij al of niet tevergeefs een nieuwe kans zullen willen geven aan een linksere koers. Maar stel dat hun project slaagt, dat ze de huidige problemen kunnen oplossen door alles te zetten op de economische ontwikkeling en tegelijk de kapitalistenklasse in bedwang kunnen houden. We moeten dit niet uitsluiten en in dat geval schrijven zij dus wel degelijk een nieuw hoofdstuk van de geschiedenis van het socialistisch experiment. Vragen genoeg…
Zekerheden zijn er echter ook. Zo is het een feit dat er in China nog tienduizenden authentieke communisten wonen en werken die kunnen bouwen op meer dan vijftig jaar socialistische ervaringen. Zij zijn uitsluitend georganiseerd in de CPC. Het kan niet anders dan dat zij op de solidariteit van de andersglobalistische beweging hopen.
Een ander feit dat het overdenken waard is: een grote heropleving van het socialisme in China is onmogelijk zonder een sterk en onafhankelijk China dat zich kan verweren tegen de agressie van de VS. Daarom moeten wij in ieder geval aan de kant staan van China als derdewereldland, hoe we de huidige binnenlandse ontwikkelingen in het land ook beoordelen.
Bronnen: de online versie van Het Volksdagblad, de belangrijkste krant van China (door de CPC erkend) (http://english.peopledaily.com.cn/home.shtml )
en The Guardian (een progressieve Britse kwaliteitskrant).
Dirk Nimmegeers
(Uitpers, nr.37, 4de jg., januari 2003)
Saddam vergasser der Koerden?
Ik wil graag reageren op dit artikel (Uitpers, nr. 36, december 2002: Chris Den Hond: Saddam, de vergasser der Koerden) omdat het immers gaat over mij. Ik wil er op wijzen dat Chris mij verkeerd citeert. Ik verwijs niet naar een tekst uit 1988 maar wel naar een tekst uit 1998. Dat maakt in deze natuurlijk een groot verschil, daar zowat heel Chris zijn ontkrachting van mijn bronnen zich daarop baseert. De meeste bronnen die ik gebruikte zijn van na de eerste golfoorlog.
Chris gebruikt ook de term negationisme, die ik het geheel misplaatst vind. Daar ik in mijn artikel enkel wil ingaan tegen de gangbare propaganda van de Amerikaanse PR diensten. Ik denk dat het de taak is van elke journalist om zich vragen te stellen bij de propaganda van de Amerikaanse PR diensten. Ik vind het van een bedenkelijk niveau om onmiddellijk over negationisme te gaan spreken.
Ik voeg hier ook het gewraakte artikel aan toe, ik hoop dat jullie het mee in mijn repliek willen opnemen. Ik vind dat nogal belangrijk daar Chris geen referentie geeft naar het artikel dat ik schreef.
Saddam de vergasser der Koerden??
‘Indien Saddam in staat is zijn eigen bevolking te vergassen zal hij dat tegen anderen ook gebruiken.’ Dat is zowat de logica van de sancties die aan Irak worden opgelegd en die ondertussen al aan zowat 1,5 miljoen mensen het leven kostten. Maar wat blijkt volgens Amerikaanse bronnen: dat het hele verhaal omstreden is, ook al duikt het in de media steeds opnieuw op..
Halabdjah
Halabdjah is een dorpje in het grensgebied met Iran, de legende wil dat Irak daar in 1987 doelbewust gas zou hebben ingezet tegen de Koerdische bevolking. April 1998, één van de oude adviseurs van Reagan, Jude Wanniski, schrijft een verontwaardigde nota naar Jesse Helms (US Buitenlandse zaken). Jude Wanniski ontdekt namelijk een rapport van : Stephen C. Pelletier, Douglas V.Johnson II an Leif R.Rosenbergher van het Strategic studies institute of the US war College.
In Maart 1988 werden de Koerden van Halabdjah gebombardeerd met chemische wapens, dat kostte het leven aan heel wat Koerden. Foto’s van de slachtoffers werden wijd verspreid door de internationale media. Irak werd veroordeeld voor de aanval, zelfs indien de Irakezen erop wezen dat ook Iran chemische wapens gebruikte in de regio, en dat het meer dan waarschijnlijk een Iraans bombardement was dat de Koerden doodde. Het is in onze ogen meer dan waarschijnlijk dat de aanval werd verricht door Iraanse troepen.’
http://www.polyconomics.com/searchbase/02-08-98.html
http://www.polyconomics.com/searchbase/04-07-98.html
Kol Al-Arab & L’idiot International 13 maart 1991.
Dr Abdul Rahman Chassemlou, de secretaris van Democratische Koerdische Partij van Iran, vertelt dat hij geen weet heeft van het gebruik van chemische wapens tegen de Koerden door Irak. Zijn organisatie is nochtans actief in de regio en heeft wel weet van het gebruik van dergelijk wapens door Iran in 1982 en op 16 augutus 1986.
De New York Times van 28 april 1991 weet te melden dat : ‘Beide partijen chemische wapens hebben ingezet…. geen van beiden partijen heeft doelbewust gifgas gebruikt tegen de burgerbevolking, het gebied lag in het midden van een oorlogszone.’
In de Washington Post van 4 mei1990 staat het verslag van een rapport van Amerikaanse inlichtingendiensten : ‘We weten dat Irak geen cyanide gas gebruikt. We beschikken over een goede kennis van Iraakse chemische wapens en hun productie, en weten dat Irak niet over cyanide beschikt en het ook niet aanmaakt. We zijn er zeker van dat Iran cyanide gebruikt.’
Verschillende rapporten van verschillende Amerikaanse diensten wijzen er ook op dat ze nooit het gebruik van chemische wapens tegen de eigen bevolking door Irak konden aantonen. Ze ondervroegen en onderzochten heel wat vluchtelingen in Turkije maar konden nooit sporen vinden van het gebruik van gifgas.
Het minste dat je kan zeggen is de het hele verhaal omstreden is, toch duikt het in de media steeds opnieuw op.
Hans Soete
Indymedia
———————————–
De auteur is geen aanhanger van het regime in Irak. Met dit artikel wil hij voornamelijk ingaan tegen propaganda en leugens die in de media gangbaar zijn over Irak.
(Uitpers, nr.37, 4de jg., januari 2003)
Hoezo AEL reactionair?
Quote: “De man Jahjah verdient weinig sympathie en steun van al wie progressief is, zijn standpunten zijn reactionair.”
Who says? Waarom in Godsnaam deze zin, die ons tot in den treure wordt in de strot geramd door de Burgerlijke media en onze politici, nog eens herhalen?
Op welke FEITEN is deze quote gebaseerd. Kunnen jullie deze uitspraak ook hard maken?
Indien niet, dan zijn jullie een deel van het probleem, in plaats van een bijdrage tot de oplossing van het probleem.
Ik vind deze uitspraak een ernstige smet op jullie overigens zeer verdienstelijk artikel.
Kan iemand mij vertellen wat er zo onsympathiek en/of rechts en/of reactionair is aan de boegbeelden van AEL: Nasser en Malcolm X. Of ben ik een slechte progressief als ik deze historische figuren vooruitstrevend vind.
Als jullie deze quote niet kunnen hard maken met concrete feiten, stel ik voor dat jullie hem uit het artikel verwijderen.
Dirk Adriaensens
www.irak.be
(Nvdr.: Abou Jahjah heeft in verschillende interviews, onder meer met Humo, uitspraken gedaan, waarin hij bv. de achtergestelde positie van de vrouw in de islam verdedigde).
(Uitpers, nr.37, 4de jg., januari 2003)