Rolf Mützenich, de fractieleider van de Sociaaldemocratische Partij (SPD) in de Duitse Bondsdag heeft het debat over de aanwezigheid van VS-kernwapens op Duitse bodem nieuw leven ingeblazen. Net als België wil de Duitse regering de oude vloot Tornado-gevechtsvliegtuigen vervangen. Het Duits ministerie van Defensie plant de aankoop van 90 Eurofighter Typhoon en 45 F18 gevechtsvliegtuigen van Boeing. Het wil bovendien twee derde van deze Amerikaanse F18s uitrusten met een capaciteit om kernwapens te transporten. En dat gaf aanleiding tot een debat tussen zowel de partijen van de regeringscoalitie (SPD, CDU/CSU) als binnen de SPD zelf.
De VS heeft naar schatting 150 B-61 zwaartekrachtbommen liggen op militaire luchthavens in België, Duitsland, Italië, Nederland en Turkije. In ruil worden de betrokken landen betrokken bij de planning en training van missies in het kader van de nucleaire taakverdeling binnen de NAVO. Behalve Turkije zijn het gevechtsvliegtuigen van de gastlanden die in tijd van oorlog deze bommen moeten transporteren en desgevallend droppen. Nochtans verbinden niet-kernwapenstaten onder artikel 2 van het non-proliferatieverdrag zich ertoe “om geen enkele overdracht van nucleaire wapens of andere nucleaire explosieven of directe of indirecte controle over dergelijke wapens of explosieven te ontvangen”.
Minister van Defensie Annegret Kramp-Karrenbauer lijkt in het dossier van de vervanging van de gevechtsvliegtuigen de vlucht vooruit te hebben genomen. Eerder had ze gezegd dat er nog een debat zou komen in de Duitse Bondsdag over de aankoop en ook over de nucleaire capaciteit van de gevechtsvliegtuigen. M.a.w. het debat over de aankoop van gevechtsvliegtuigen is meteen ook een debat over de nucleaire opdrachten van het Duitse leger in NAVO-verband. Volgens Duitse media zou ze de facto al beslist hebben en dat zonder grondige consultatie van haar regeringspartner.
SPD-fractieleider Mützenich deed daarop een oproep voor een ‘open een eerlijk debat’ over de nucleaire taakverdeling. Belangrijk daarbij is dat hij daarmee niet de onmiddellijke denuclearisering van de NAVO beoogt, wel het concept van die taakverdeling zelf. Volgens Mützenich berust de idee van inspraak op valse hoop omdat de niet-nucleaire NAVO-lidstaten geen enkele invloed hebben op de nucleaire strategie van de kernwapenmachten. Twee voorbeelden zijn de terugtrekking van de VS uit het INF-akkoord (over nucleaire middellange en korte afstandswapens) en uit de nucleaire deal met Iran.
Hoewel Mützenich de nucleaire strategie van de NAVO niet in vraag lijkt te stellen, eist hij wel het vertrek van de atoombommen uit Duitsland omdat deze “onze veiligheid niet garanderen, integendeel”. Hij hekelt ook de nucleaire doctrine van de VS die onder president Trump niet louter meer op afschrikking is gebaseerd, maar ook op de mogelijke inzet van zogenaamde ‘mininukes’. SPD-co-voorzitter Norbert Walter Borjans trad hem daarin bij, maar de SPD-minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas en enkele andere kopstukken van de partij willen vasthouden aan de nucleaire taakverdeling. Volgens Maas vormen de kernbommen een “belangrijk bestanddeel van een geloofwaardige afschrikking van het bondgenootschap”. De verdeeldheid binnen de SPD zorgt ook voor discussie met haar regeringspartner CDU/CSU. Volgens de christendemocratische defensieminister Kramp-Karrenbauer (CDU) zou een terugtrekken van de atoombommen “onze veiligheid verzwakken”. Haar partij schaarde zich in 2010 nochtans achter een gemeenschappelijke resolutie (van CDU/CSU, SPD, FDP en Bündnis 90/Die Grünen) die de Duitse regering met ‘nadruk’ oproept om zich “voor de terugtrekking van de VS-atoombommen uit Duitsland in te zetten”. De politieke consensus over de verwijdering van de atoombommen uit 2010 over de partijgrenzen heen, lijkt inmiddels ver verleden tijd.
Spanningen met de VS
De reactie van de VS liet niet lang op zich wachten. De VS-ambassadeur in Duitsland, Richard Grenell, beschuldigde de Duitse regering ervan zich niet te houden aan haar aandeel in de nucleaire afschrikking van de NAVO. De VS-ambassadeur in Polen, Georgette Mosbacher, ging nog een stapje verder door te stellen dat als Duitsland aan zijn nucleaire taken verzaakt, die ‘misschien’ kunnen overgeheveld worden naar Polen. De uitspraak was genoeg voor een heftige reactie van Rusland dat eraan herinnerde dat dit in strijd zou zijn met een van de belangrijkste punten van de NAVO-Rusland Stichtingsakte uit 1997.
Toeval of niet, midden juni kondigde VS-president Trump de terugtrekking aan van 9.500 VS-troepen uit Duitsland. In totaal heeft de VS ongeveer 35.000 militairen gelegerd in de Bondsrepubliek. Trump beschuldigde Duitsland ervan niet genoeg bij te dragen aan de NAVO en zei dat hij zich aan het plan zou houden, tenzij Berlijn zijn bijdrage zou verhogen. Duitsland besteedt 1,38% van zijn BBP aan het militair apparaat. Hoewel het Duitse defensiebudget de jongste jaren met bijna een kwart is gestegen, zit het land nog een eind onder de NAVO-norm van 2% van het BBP. Wat ook meespeelt is dat president Trump de focus meer wil leggen op de machtsstrijd met China, de grootmacht waarmee hij al sinds het begin van zijn presidentschap in de clinch ligt op diverse terreinen.
Er is evenwel ook veel verzet in Washington tegen de troepenvermindering in Duitsland, omdat de Amerikaanse militaire infrastructuur in Duitsland een centrale rol speelt in de mondiale militaire operaties van de VS. De Duitse stad Stuttgart herbergt zowel het Europees als Afrikaans Commando van het VS-leger. De grootste luchtmachtbasis buiten de VS ligt in Ramstein, die een centrale rol speelt voor troepenverplaatsingen naar Irak en Afghanistan. Via Ramstein worden ook alle drone-aanvallen wereldwijd uitgevoerd. Hoe belangrijk Duitsland is voor VS-troepenbewegingen, bleek onlangs nog uit de grootschalige Defender 2020-manoevres waarbij Duitsland als centrale hub diende. De Covid 19-epidemie gooide evenwel roet in het eten waardoor Defender 2020 gedeeltelijk werd opgeschort.
De relaties tussen beide grootmachten staan onder druk, zoveel is duidelijk. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas vatte het als volgt samen: “We zijn hechte bondgenoten in de transatlantische alliantie. Maar, het is ingewikkeld”.