Het is niet zeker dat Die Linke in de komende Duitse parlementsverkiezingen, 23 februari, de kiesdrempel van 5 procent haalt. In de peilingen schommelt de partij rond de 4 procent.
Toch is er ook goed nieuws. Nadat het ledenaantal jarenlang afkalfde zit dat weer in de lift, met name sinds de afscheiding van Sahra Wagenknecht. Sinds die splitsing won Die Linke 13.350 leden tegenover 7.480 die de partij verlieten, dus een nettowinst van 5.892 leden. Na de recente val van de regering ging het nog harder: 4238 nieuwe leden, tegenover 109 uittreders. De teller staat nu op 55.884 leden. De aanwas zorgt voor nieuwe energie.
De redenen lijken voor de hand te liggen. Groen koerst op een coalitie met de christendemocratische CDU/CSU, terwijl de BSW van Wagenknecht meehielp met het slopen van de brandmuur rond de AfD. Je zou voor minder uitkijken naar alternatieven. Dat slopen van de brandmuur zorgde trouwens voor massale protestbetogingen. Het is dus niet allemaal kommer en kwel in Duitsland.
Die Linke voert vooral campagne rond sociale vraagstukken.
Als Die Linke de kiesdrempel niet haalt, kan het toch in de Bondsdag komen via drie rechtstreeks verkozenen. Drie eminente grijsaards van de partij hopen dat waar te maken: Gregor Gysi, Dietmar Bartsch en Bodo Ramelow.
Ook vorige keer, in 2021, haalde die Linke met 4,9 procent nipt de kiesdrempel niet. Maar via de drie “Direktmandaten” haalden ze toch 38 zetels, tot de afscheiding van Wagenknecht.