Rauf Denktash (80), sinds het uiteenvallen van het eiland Cyprus de historische leider van de Turks-Cyprioten, heeft na de parlementsverkiezingen van 14 december een bocht van 180 graden genomen.
Die verkiezingen waren uitgedraaid op een cliff hanger. De twee blokken haalden net evenveel zetels in het parlement: elk 25. Uit die uitslag bleek dat de helft van de Turks-Cyprioten het eens of oneens waren met hun president, die in maart van vorig jaar het plan van VN-secretaris-generaal Koffi Annan voor de hereniging van Cyprus had afgewezen.
Maar de tijd dringt. Op 1 mei wordt Cyprus officieel lid van de Europese Unie: ofwel het herenigde eiland, ofwel alleen het Griekse zuiden dat door heel de internationale gemeenschap wordt erkend als de enige wettige regering van héél het eiland. Er moest dus spoed worden gezet achter de vorming van een nieuwe regering voor het Turkse noorden, ondanks de moeilijke verkiezingsuitslag.
Moederland Turkije nam het initiatief. Vanzelfsprekend, want Turkije wil van de EU zo snel mogelijk een datum krijgen om zélf toetredingsonderhandelingen te mogen beginnen. De blijvende verdeling van Cyprus (zeg maar: de bezetting van Noord-Cyprus door het Turkse leger) is daar één van de belangrijkste obstakels voor.
Dus belegde de Turkse president Sezer, onmiddellijk na de verkiezingen in Noord-Cyprus, op zijn paleis in Cankaya (Ankara) een top met zijn premier Erdogan, minister van Buitenlandse Zaken Gül en stafchef Ozkök. Dat verliep in het grootste geheim, maar volgens de Turkse pers niet zonder strubbelingen tussen Buitenlandse Zaken en het leger. Hoe dan ook, in Cankaya werd de basis gelegd voor een nieuwe Cyprus-politiek van Turkije.
Daarop werd Denktash uitgenodigd naar Ankara en blijkbaar voor een ultimatum gesteld. Want in Turks-Cyprus zelf werden de onmogelijk lijkende formatiebesprekingen plots afgerond, en Denktash ging meteen akkoord met zijn nieuw kabinet om opnieuw te gaan praten op basis van het destijds door hem zo verguisde plan-Annan.
De nieuwe regering van Turks-Cyprus bestaat nu uit twee partijen. Premier is de grote overwinnaar van de verkiezingen: Mehmet Ali Talat (52) van de linkse Republikeins Turkse Partij CTP. Zijn coalitiepartner komt uit het andere blok: de Democratische Partij (DP) van Serdar Denktash (45, en jawel, de zoon van…). Serdar kreeg meteen de titel van vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken, en vier portefeuilles in een regering met tien. Niet slecht voor een regering, die in het parlement maar op 26 zetels van de 50 kan rekenen.
Om te beletten dat die nipte meerderheid al snel zou afbrokkelen door overloperij en stemafspraken, hebben Talat en Denktash Jr ervoor gezorgd dat zes van de tien ministers géén parlementsleden maar technocraten zijn.
De vorige premier, Derwisj Eroglu (66), heeft dat onmiddellijk begrepen. Hij merkte op dat drie van de vier ministers van de DP geen minister zouden mogen zijn. Want volgens de grondwet moet je, om minister te worden, aan dezelfde voorwaarden voldoen als om parlementslid te zijn. Dat wil zeggen: drie jaar daadwerkelijk op het eiland hebben gewoond. Nu hebben de drie wel degelijk hun domicilie op het eiland, maar in feite wonen en werken ze op het Turkse vasteland. Eroglu vindt dat dat niet kan, en stapte naar het Grondwettelijk Hof. (Tot de uitspraak blijven ze op post.)
Conclusie: zowel de regering in Ankara als de Turks-Cyprioten zijn nu bereid tot nieuwe gesprekken op basis van het plan-Annan. De buitenwereld juicht dat toe, vooral de Europese Unie en de Verenigde Staten. De Grieks-Cyprioten en Athene zijn eerder “voorzichtig optimistisch”. Maar in elk geval wil iedereen, liefst voor 1 mei, van deze oude etterbuil verlost zijn.
Ankara en Denktash willen nog wel een hele reeks veranderingen, maar welke precies, dat zeggen ze nog niet. De pers kan het alleen maar raden. Er spelen zoveel factoren mee: hoeveel Grieken zullen mogen terugkeren naar het noorden en daar hun bezittingen terugkrijgen? Zullen de overige tevreden zijn met de schadeloosstelling die hen wordt aangeboden?
Wat met de tienduizenden Turken die Denktash van op het vasteland heeft geïmporteerd, om de leegloop van zijn republiekje te compenseren en om de demografie van het eiland te saboteren? Mogen zij blijven, worden zij Cyprioot, of moeten ze opnieuw emigreren naar Anatolië?
En wat met het Turkse leger, dat nog met 25 à 30.000 man beweert te waken over de veiligheid van de Turks-Cyprioten? Hoeveel van hen worden teruggetrokken, en wanneer?
Het zijn maar enkele voorbeelden van de vele hindernissen die telkens weer zullen opduiken als er opnieuw over het plan-Annan wordt onderhandeld. De secretaris-generaal zelf weet dat ook wel. HIJ stelt: nieuwe gesprekken OK, nieuwe aapassingen: no way.
Zoals Annan het stelde tijdens zijn bezoek aan België op 28 januari: laat alle partijen het in de maand maart nu maar eens geraken, dan kunnen ze (zoals voorzien in zijn plan) in april gelijktijdig elk een referendum houden, en dan kan de eerste mei héél Cyprus tegelijkertijd toetreden tot de Unie.
(Uitpers, nr. 50, 5de jg., februari 2004)