De Deense sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen kan tevreden zijn. Haar partij komt versterkt uit de vervroegde verkiezingen met 27,6% en 50 van de 179 zetels. Ze kan allicht premier blijven. Het “linkse blok” haalt 90 zetels, net één meer dan verzameld rechts (met uiterst-rechts erbij), 89.
Dat betekent nu niet dat er een linkse coalitie komt. Links blok” betekent vooral dat rechts niet kan regeren – zelfs niet met steun van buitenuit van uiterst-rechts. Dus geen toestand op zijn Zweeds waar rechts wel een nipte meerderheid haalde, uiterst-rechtse Zweedse Democraten inbegrepen. Fredriksen zal veeleer pogen coalitiepartners te vinden bij centrum-rechts.
De 90 zetels van links, dat zijn de 50 (+ 2) sociaaldemocraten die daarnaast ook op de steun van 2 gekozenen uit Groenland en één uit de Far Oer-eilanden kunnen rekenen. Groen-links haalt er 15 (+1), het uiterst-linkse Rood-Groen 9 (-4). ‘Alternative’ 6 (+1). De ‘sociaal-liberalen’ die de vervroegde verkiezingen uitlokten, nog 7 (-9).
Rechts
Bij rechts stort de liberale Venstre in, 13,3 % (-10,1) en 23 zetels (-20). Het verlies gaat vooral naar “De Gematigden” van ex-premier Lars Lokke Rasmussen die uit het niets op 9,3% en 16 zetels komt. Rasmussen heeft al laten weten open te staan voor gesprekken met Frederiksen. Allesbehalve een linkse regering dus.
Uiterst-rechts is, in tegenstelling tot Zweden, verdeeld aangetreden. De nieuwe Deense Democraten halen 8,1% (14 zetels), Nieuw Rechts 3,7% (6 z.) en de oude Deense Volkspartij nog 2,6 % (5 z.) – dat was 21 % in 2015. Van de 89 rechtse zetels, zijn er dus 25 voor uiterst-rechts.
De crisis was uitgelokt rond een rapport over het tijdens de covid pandemie massaal afslachten van nertsen (15 miljoen) op bevel van de regering. Voorbarige beslissing, aldus dat rapport. Maar ook de toestand in de gezondheidszorg was een heet thema. Die zorg loopt vast door een schrijnend gebrek aan verzorgend personeel.