Als u dit leest zal de VN Veiligheidsraad wellicht een nieuwe resolutie over Iran hebben gestemd. Zal er sprake zijn van sancties, van selectieve sancties, van voorbereiding op militiare operaties om de wereldvrede te redden? Een en ander zal afhangen van de wijze waarop Rusland en China oppositie zullen voeren. Een stand van zaken.
Voor de periode voorafgaand aan 2003 heeft de Iraanse overheid geen volledig beeld gegeven aan het IAEA over haar nucleair programma en de infrastructuur ervoor. Dat staat vast. Het gaat bijvoorbeeld over activiteiten van een laboratorium in Teheran, een brandstoffabriek in Ispahan, brandstofverrijking in Natanz, en een reactor in Arak. Over de reden kan er gegist worden. Uit zovele verklaringen van overheden, controleurs en andere betrokkenen meent de Indische onderzoeker Achin Vanaik(1) dat dit niet betekent dat de Iraanse staat de beslissing had genomen een kernbom aan te maken. Veeleer wilde het beleid waarschijnlijk het kernwapenspoor open houden en daarom was het bereid informatie in dit verband achter te houden. Toen een en ander toch ontdekt werd heeft Iran volledig meegewerkt met het IAEA, het Internationaal Atoomenergie Agentschap.
De feiten
Na drie jaar grondig onderzoek vanwege het IAEA is er nooit een bewijs opgedoken dat Iran een effectief kernwapenprogramma heeft of heeft gehad. Iran heeft de IAEA toen meer ruimte en toegang tot informatie gegeven dan het verdragrechterlijk is verplicht.
Iran heeft geen verrijkt uranium van een niveau dat nodig is om wapens te maken, en komt daar voorlopig ook niet in de buurt van. De verrijking die Iran recent aangekondigde ligt nog heel ver van wat nodig is voor een bom. Er was sprake van een schakeling van 164 centrifuges maar om bewapeningsuranium te bereiken moet dit, naar verluidt, met een factor 300 worden vermenigvuldigd. (Hoge ambtenaren zeggen wel dat het de bedoeling is zoveel centrifuges te gebruiken, voor vreedzame doeleinden)(2).
De meeste vragen van de IAEA kregen een voldoende uitleg en antwoord van Teheran. Sommige punten vragen echter nog meer klaarheid (zoals o.m. bepaalde experimenten met plutonium). De IAEA zegt zelf niet te kunnen besluiten of Iran nu nog niet meegedeelde activiteiten, materiaal, of infrastructuur bezit, die voor de productie van kernwapens zou kunnen dienen.
Om Iran van haar verrijkingsprogramma af te houden – waar het volgens het Non Proliferatie Verdrag wel degelijk recht op heeft voor civiele doeleinden – hadden Londen, Parijs en Berlijn veiligheidsgaranties beloofd en economische stimulansen. Daar is niets van in huis gekomen.
Iran heeft samen met Arabische buurlanden geregeld gezegd voorstander te zijn van een kernwapenvrije zone in het Midden Oosten.
Politiek
Het dossier is vanuit het Bestuur van het IAEA doorverwezen naar de VN Veiligheidsraad. Sommige waarnemers waren verbaasd dat Rusland en China daarmee instemden. Het is geweten dat Moskou goede betrekkingen onderhoudt met Teheran, dat er industriële samenwerking is rond de nucleaire reactor van Bushehr bijvoorbeeld. Rusland is wel op zoek naar een positie die deze belangen niet in gevaar brengt, en tegelijkertijd aanvaardbaar is voor Washington. Het voorstel om Iran in Rusland uranium te laten verrijken voor civiele verwerking houdt Iran wel weg van volledige nationale controle over de nucleaire cyclus. Ook China heeft goede economische relaties met Iran: met petroleumleveringen als onderpand zijn er allerlei handels, economische en wetenschappelijke verdragen gesloten tussen beide landen.
De VN resolutie van eind maart 2006 geeft Iran een maand de tijd om haar verrijkingsprogramma stop te zetten. Iran kondigde in die periode aan dat haar wetenschappers een volle cyclus hebben kunnen realiseren door de aaneenschakeling van 164 centrifuges. De Iraanse onderhandelaar Larijani waarschuwde ervoor dat Iran uit het IAEA zal stappen mocht de Veiligheidsraad echt sancties afkondigen. Opmerkelijk is nu echter dat Rusland een Israëlische satelliet gelanceerd heeft, waarvan de Israëliërs zeggen dat ze moet dienen om het nucleair programma van Teheran te bespioneren. Naar verluidt is de satelliet ontworpen om kleine details op te merken, waardoor gehoopt wordt een verfijnd beeld te krijgen van het nucleair programma van Iran en van haar lange-afstandsraketten.
Voorlopig houden Moskou en Peking de boot van sancties af. Maar laten we opletten voor hun stemgedrag op het cruciale moment in de Veiligheidsraad zelf. Beide permanente leden zullen een macrostrategische afweging maken van voor en tegen, en dan is de uitkomst niet zomaar te voorspellen.
De Russische defensieminister Sergei Ivanov blijft voorlopig zeggen dat Moskou geen alternatief ziet voor het onderhandelingsproces. En ook de Chinese woordvoerder riep alle partijen op om “flexibiliteit te tonen”. De VS hebben nog niet openlijk gedreigd met militaire actie, hoewel de president herhaalt dat alle opties op tafel liggen. Frankrijk lijkt erg op de VS lijn te zitten. Volgens de Britse minister van buitenlandse zaken, Jack Straw, zou Iran een misrekening maken indien ze ervan zouden uitgaan dat Rusland of China specifieke, effectieve sancties zouden blokkeren die het regime zouden raken en niet de gewone Iranezen.
Militaire aanpak
Inderdaad een echt openlijke militaire dreiging heeft Washington nog niet geuit, wel is er uitgelekt dat er volop militaire plannen worden gemaakt. Inclusief het gebruik van kernwapens om zogenaamde laboratoriumbunkers en andere ondergrondse nucleaire infrastructuur te kunnen treffen. Moeten we dit zien als het opvoeren van de spanning, in de hoop dat dergelijke niet openlijke dreigingen de tegenstanders van Achmadinejad zal doen opstaan tegen de president? We mogen inderdaad niet vergeten dat Achmadinejad geen figuur is uit het Iraanse establishment. Hij heeft de verkiezingen gewonnen tegen nationale gevestigde machtscirkels in, met een boodschap: “de gewone mensen moeten iets te zien krijgen van het vele oliegeld van Iran”. Hij baseert zijn discours op de fundamentele waarden van de Islamitische revolutie en bekritiseert bepaalde leidinggevende kringen dat ze zich van de pioniersgeest van 25 jaar geleden hebben afgekeerd.
“Regimeverandering” is een weerkerend begrip in de buitenlandse politiek van de VS. Ook in verband met Iran. Onderzoeksjournalist Seymour Hersch schreef in de New Yorker(3) dat de “regime change” wel degelijk wordt besproken. Begin maart getuigde Patrick Clawon, een Iran expert en onderdirecteur voor onderzoek van het Washington Institute voor het Nabije Oosten Beleid, voor de Senaatscommissie van buitenlandse zaken. “Zo lang Iran een Islamitische republiek is, zal het aan een kernwapenprogramma werken, minstens clandestien”, zei hij. “De cruciale vraag luidt dan ook: hoe lang dit regime nog stand zal houden”. Tegenover Hersch legde Clawson uit dat Iran geen andere uitweg heeft dat toe te geven aan de VS eisen, of een militaire aanval te ondergaan. Hij zei te vrezen dat Achmadenijad het westen als doetjes ziet die wel in zullen binden. ‘We moeten klaar zijn om Iran aan te pakken mocht de crisis escaleren’, meent Clawson.
Volgens andere gesprekspartners van Hersch gaat het over veel meer dan een geschil rond nucleair beleid. “Dat is het mobilisatiepunt, en dat kan nog worden geregeld. Alleen echter indien de ‘hearts and minds’ (het hart en het verstand) in Iran kunnen worden gecontroleerd. Het punt waar het werkelijk om gaat is de controle over het Midden Oosten en de olie in de volgende tien jaar.” Anderen stellen het zo, zegt Hersch nog: “Het Witte Huis gelooft dat de enige oplossing ligt in een verandering van de machtstructuur in Iran, en dat betekent oorlog. Het gevaar daarbij is dat dit het geloof binnen Iran versterkt dat ze zich alleen maar kunnen verdedigen als ze het kernwapen bezitten.”
Zoals reeds even aangestipt zitten in de plannen ook hoofdstukken voor het gebruik van kernwapens. Wil het Pentagon ze werkelijk gebruiken of moet dit ook gezien worden als een partij blufpoker? Wil Washington de afschrikking zo groot mogelijk maken, inderdaad in de veronderstelling dat de bevolking in opstand zal komen tegen de president? Dergelijke denkpatronen werden ook gevolgd in de voorbereiding van de oorlog tegen Irak…
tegenstand
Maar niet iedereen in de States zit op dezelfde lijn. Er is dissidentie, althans over de manier van handelen met Iran. Hersch maakte al gewag van generaals die denken aan aftreden mocht er gekozen worden voor de nucleaire optie. We hebben verschillende generaals-op-rust gehoord in hun afkeuring van en opposities tegen de huidige minister van defensie, Donald Rumsfeld.
Ook in de Senaat is er tegenstand. De voorzitter van de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken, Richard Lugar (5de termijn senator voor de Republikeinen voor de staat Indiana) zegt het duidelijk. Hij meent in interview voor ABC televisie dat het te vroeg is om voor sancties te duwen bedoeld om het vermeende kernwapenprogramma van Iran te stoppen. “Iran is een onderdeel van het energie-spectrum, daar moeten we over praten”, zei hij. Ook Christopher Dodd (Republikein van Connecticut) pleitte voor directe gesprekken, “dat wil niet zeggen dat je met hen akkoord gaat…”
Op 26 april verscheen er in de Herald Tribune een opiniestuk dat werd ondertekend door voormalige ministers van buitenlandse zaken Madeleine Albright (minister van buitenlandse zaken onder Clinton), door Joshka Fischer van Duitsland, Jozias van Aartsen van Nederland, Bronislaw Gieremek uit Polen, Hubert Vedrine van Frankrijk, en Lydia Polfer van Luxemburg. Zij pleiten voor een directe dialoog tussen Washington en Teheran.
De vredesbeweging wereldwijd heeft haar aandacht uitgebreid naar het dossier Iran. Heel concrete zaken zijn er nog niet afgesproken, maar er is alvast een grote bijeenkomst voorzien op het Europees Sociaal Forum in Athene.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
(Uitpers, nr. 75, 7de jg., mei 2006)
Noten:
(1) www.tni.org
(2)
http://abcnews.go.com, internationale en Belgische pers