Acht dagen al duurt het protest in Iran. Het begon nadat een jonge Koerdische vrouw, Mahsa Amini, hardhandig door de zedenpolitie werd opgepakt omdat ze haar hijab niet op de correcte manier op het hoofd had. Ze stierf drie dagen later. Een hartaanval, zegt de overheid. Een moord, zegt haar familie.
De protesten begonnen meteen op een heel spontane manier met vrouwen die hun hijab in brand staken, hun haar afsneden op sociale media, dansten en zongen op straat.
Snel werden het protesten die niet enkel maar over de rechten van vrouwen gingen, maar duidelijk tegen het regime gericht zijn, in meer dan tachtig steden in het hele land.
De sociale media zijn inmiddels afgesloten, het regime dreigt met repressie. Nu al zijn officieel zo’n 35 doden gevallen, men vermoedt dat het er meer dan 50 zijn. Men weet dat als de Pasdaran, de revolutionaire wachten optreden, het een echt bloedbad wordt. In 2017 en 2019 zijn naar schatting zo’n 1500 slachtoffers gevallen.
Dit is niet mijn islam
Diepgaander analyses ontbreken vooralsnog. Volgens eerste berichten kan dit geenszins vergeleken worden met de revolutie van 1979, toen de moskeeën volop de opstand ondersteunden en zelfs niet met de rellen van drie en vijf jaar geleden. De grote betoging van medestanders van het regime laat ook zien dat de theocraten nog behoorlijk veel steun hebben.
Toch zegt dit protest iets over wat er broeit in het land. Dit gaat over veel meer dan over het recht van vrouwen om zich te kleden zoals ze willen, om zelf te beslissen over hun lichaam en over hun leven. Mannen zijn mee op de kar gesprongen om vrouwen te verdedigen én om meer vrijheid te eisen. Ze aarzelen niet langer om ook de politie aan te vallen en de symbolen van het theocratisch regime te vernietigen.
Het is daarom goed er op te wijzen dat dit niet zomaar een strijd is tegen de islam, integendeel. Ook mocht de vrijheid er komen, er zullen altijd vrouwen zijn die de hijab wél blijven dragen, zo wordt nu gesteld. Het gaat over vrijheid, ook religieuze vrijheid.
Vandaar dat niet zoveel aandacht moet gaan naar sommigen aan de rechterzijde van het politieke spectrum in Europa die er meteen een anti-islam protest willen in zien. Ook in Iran worden verschillende religies beleden, vrijheid is er niet.
De vrouwen in Teheran zeggen: dit is niet mijn islam. Ze zijn tegen het autocratische regime, tegen de armoede, tegen de werkloosheid, tegen de uitsluiting.
Vandaar een tweede les die niet mag vergeten worden. Voor al wie het imperialisme van de V.S. veroordeelt, lijkt het soms logisch om de vijanden van de V.S. als vriend te beschouwen. Dat is beslist niet aan te raden in Iran waar een barbaars regime aan de macht is en waar de sharia in al zijn wreedheid wordt toegepast.
Tenslotte, wie volgt wat nu gebeurt in Iran moet ook pleiten voor de onmiddellijke gevangenenruil zodat onze landgenoot Olivier Vandecasteele en de Zweeds-Iraanse VUB-onderzoeker Ahmadreza Djalali kunnen vrij komen. Dat de Belgische regering aub eens één enkele keer aan de V.S.-adviezen ontsnapt! Je kan zelfs je ergste vijand geen leven in een Iraanse gevangenis toewensen. Het gaat over hun leven.
Hoe deze opstand zal aflopen is momenteel koffiedik kijken vanuit Europa. Hopen op succes doe ik zeker. Een revolutie begonnen voor het haar van vrouwen! Je zou voor minder!