Een”nuttige idioot”, zo noemde de Franse krant Le Monde (21.01.09) de Palestijnse president Mahmoed Abbas in een commentariërend artikel. Een straffe uitspraak, maar duidelijk is wel dat Abbas zijn laatste greintje gezag heeft verloren door de Israëlische “nieuwjaarsoorlog” tegen de Gazastrook. Een oorlog die ook een onbedoelde winnaar heeft: de Iraanse president Mahmoed Ahmadinejad, die al met gerust gemoed aan een tweede ambtstermijn mag beginnen denken.
De zieke en uitgeleefde Palestijnse leider Yasser Arafat overleed op 14 december 2004 in zijn door de Israëlisch leger omsingeld en geregeld beschoten regeringsgebouw in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever. Zijn laatste levensjaren waren alles behalve gelukkig. Hij kreeg in 1993 wel de Nobelprijs voor de vrede, samen met Yitzhak Rabin en Simon Peres, voor de Oslo-akkoorden die moesten leiden tot een oplossing van het Palestijns-Israëlisch conflict. Maar het werd al snel duidelijk dat hij zich had laten rollen door zgn. Noorse “bemiddelaars”, de Israëli’s, de Europeanen en Amerikanen. Geen wonder dat Arafat steun gaf aan de tweede, dit keer gewapende intifada, die in 2000 uitbrak. De eerste duurde van 1987 tot 1993.
Dat Arafat zijn laatste levensmaanden als een gevangene in Ramallah sleet was het gevolg van het feit dat hij ondanks alle in de media bezongen topconferenties uiteindelijk niet bereid was zijn handtekening te zetten onder een document waarin de Palestijnen van hun rechten afzagen (o.m. het recht op terugkeer, de volledige ontruiming van alle bezette gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem…). Hij werd door Israël en het Westen tot obstakel voor vrede verklaard. Na zijn dood werden de Palestijnen zowat voor het blok gezet. Ze moesten de onderhandelaar van de desastreuze Oslo-akkoorden, Mahmoed Abbas, alias Aboe Mazen, tot president verkiezen. Wat ze gelaten deden in januari 2005.
Abbas zette alles op een onderhandelde, vreedzame oplossing en zwoer alle geweld af. In dat kader blies hij in december 2005 de tweede intifada af. En deed hij alles om Israël en het Westen ter wille te zijn. Toen de parlementsverkiezingen in januari 2006 verrassend maar wel overtuigend door de islamitische verzetsbeweging Hamas werden gewonnen, pleegde hij met steun van zijn sponsors een staatsgreep tegen Hamas. Die lukte echter maar op de Westelijke Jordaanoever en zijn plannen om Hamas gewapenderhand uit Gaza te verdrijven mislukten in juni 2007. Sedertdien was Palestina in twee stukken verdeeld;
Vier jaar na zijn verkiezing staat Mahmoed Abbas nog nergens. Niettemin vond hij het toch nodig om eigenmachtig zijn ambtstermijn met een jaar te verlengen. Hij was wel er in geslaagd de broze eenheid onder de Palestijnen te verbreken en zijn tegenstanders te vervolgen in de beste Israëlische en Arabische tradities. Zijn strategie om braafjes ongelijke onderhandelingen te voeren leverde niets op. Geen stopzetting van de kolonisatie door Israël, noch enige verlichting van het dagelijkse leven van de Palestijnen door bv. vermindering van het aantal controleposten op de Westelijke Jordaanoever of afschaffing van discriminerende maatregelen. En uiteraard geen Palestijnse staat die hem al tegen eind 2005 en daarna tegen eind 2008 was beloofd. Die beloften waren voorbeelden van het zoveelste westerse bedrog, bedoeld om Israël verder te laten koloniseren en vrede onmogelijk te maken. Resultaat van de goodwill van Abbas: zero.
Meer nog, niemand in Israël, Europa of de VS neemt hem nog ernstig. Men ging er daar van uit dat men kan doen wat men wilde en dat de bezwaren die Abbas af en toe de wereld kond doet enkel maar rituele bezweringen zijn voor de achterban. Kortom, er wordt op geen enkele manier rekening met hem gehouden.
Een goed voorbeeld daarvan zijn de plannen voor het aanhalen van de relaties van de Europese Unie met Israël. In juni schreef Abbas’ premier Salam Fayyad een boze brief naar de Europese landen en instanties. Daarin wees hij op de systematische schending van de mensenrechten van de Palestijnen door Israël, op de voortdurende kolonisatie, op het voortdurend vernielen van Palestijnse huizen, op de verdere uitbouw van de Muur op de Westelijke Jordaanoever ondanks de veroordeling daarvan door het Internationaal Gerechtshof, en op de schending door Israël van zowat alle andere verdragen, verbintenissen, vonnissen en resoluties. Hij vond dat zulk gedrag door de EU niet mocht worden beloond. De brief werd vertikaal geklasseerd en in december jl. besloten de Europese ministers van Buitenlandse Zaken dat het “upgraden” van de relaties gewoon kon doorgaan. Eind januari kon er zelfs geen minimale veroordeling van de Israëlische oorlogsmisdaden en verwoestingen van af. De Europese Unie wenst daar zelfs geen onderzoek naar.
De vraag is hoelang Abbas nog nuttig zal zijn. Ook Arafat is ver gegaan, te ver, maar als het er op aankwam weigerde hij de rechten van zijn volk te verkwanselen. Zal Abbas dat wél durven zoals van hem wordt verwacht? Zo ja, dan zal hij zich moeten barricaderen in zijn regeringsgebouw in Ramallah, dit keer niet als gevangene van de Israëli’s, maar als hun beschermeling.
Bazaari’s in opstand
De Gaza-oorlog levert wel een onverwachte overwinnaar op: de Iraanse president Mahmoed Ahmadinejad. Deze was de voorbije paar jaren intern in de problemen geraakt. Niet om zijn standpunt in de kwestie van Irans atoomprogramma noch om zijn uitvallen tegen Israël, maar wel omdat hij de economie mismeesterde: hoge inflatie, werkloosheid, financiële moeilijkheden ondanks de hoge olieprijzen. Vorig jaar kwam hij zelfs in botsing met de “baazari’s”, de klasse van handelaars die de islamitische revolutie van 1979 van ayatollah Khomeini tegen de sjah financierde. De bazaari’s namen het sjah kwalijk dat hij hen over het hoofd zag bij zijn grootse onwikkelingsplannen en het geld naar buitenlandse bedrijven liet vloeien.
De conservatieve bazaari’s staan bekend als religieus. Maar niet als grage betalers van belastingen. Toen Ahmadinejad plannen begon uit te dokteren om hen (meer) belastingen te laten betalen en om de btw in te voeren, ten einde het budget in evenwicht te krijgen, begonnen ze zich te roeren. In oktober sloten ze zelfs even hun winkels in de grote bazaar van Teheran. In grote steden als Isfahan en Tabriz gingen de juweliers in staking. De ayatollahs zagen een gevaar voor hun bewind opdoemen en de meeste plannen werden daarom veiligheidshalve opgeborgen.
Weinige waarnemers gaven Ahmadinejad een kans op een tweede ambtstermijn bij de presidentsverkiezingen die in juni worden gehouden. Ook omdat de in maart vorig jaar gehouden parlementsverkiezingen een nederlaag opleverden voor de ultra’s. De president zelf heeft daarom nog altijd niet opnieuw zijn kandidatuur gesteld. Er werden zelfs al plannen gesmeed om iemand anders in het veld te sturen. Maar Ahmadinejads kordate veroordeling van de invasie van Gaza en zijn hulp aan Hamas hebben zijn positie weer flink verstevigd. In geen enkele islamitisch land waren er zoveel manifestaties en hulpacties voor Gaza. Er boden zich zelfs 70.000 vrijwilligers aan om te gaan vechten in Gaza, maar die werden toch maar thuis gehouden. Als de president en de ayatollahs erin slagen het elan ten gunste van Hamas lang genoeg levendig te houden, dan is het Westen is nog niet af van zijn boeman.
Egypte en Israël
Mahmoed Abbas, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) en haar belangrijkste component, Al Fatah, waarvan Abbas in 1957 naast Arafat één van de medestichters was, zijn niet de enige verliezers. Ook de leiders van het conservatieve kamp (Egypte, Jordanië, Saoedi-Arabië) hebben het verkorven. Vooral dan de bejaarde Egyptische president Hosni Mubarak, die in mei 81 jaar wordt. Hij kreeg net voor de invasie bezoek van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni. Aangenomen wordt dat die hem op de hoogte kwam stellen van de aanvalsplannen en dat hij het groen licht van Egypte gaf. Zoals Jordanië en Saoedi-Arabië is Egypte bang voor de toenemende invloed van Iran, dat al veel prestige en invloed won in de Arabische wereld ten gevolge van zijn steun aan Hezbollah, de Partij van God in Libanon, waartegen Israël in de zomer van 2006 zonder succes ten strijde trok. Ook wordt het Mubarak kwalijk genomen dat hij, ondanks de internationale humanitaire verplichtingen van Egypte, zijn grens met de Gazastrook dicht houdt en dus, evenals Abbas, collaboreert met Israël. Iets waar blijkbaar vele Egyptische militairen het niet mee eens zijn: anders zou elke wapensmokkel naar Gaza onmogelijk zijn. Met andere woorden, het Egyptische leger laat de wapens door.
Maar ook Israël komt niet onbeschadigd uit zijn operatie, die vooral werd ingegeven door de parlementsverkiezingen van 10 februari a.s. – ook de invasie van Libanon in Libanon moest dienen om de electorale kansen van de zetelende regering te verbeteren. In feite heeft het geen enkele van zijn doelstellingen bereikt. De Gazastrook kon niet aan Abbas worden gegeven “ter pacifiëring” omdat het regime van Hamas niet is ingestort, het afvuren van raketten werd nooit gestopt, de smokkeltunnels naar Egypte werden onmiddellijk heropend na het ingaan van het bestand en de in juni 2006 krijgsgevangen genomen Israëlische soldaat Gilad Shalit is nog steeds in handen van Hamas. Het is de tweede keer in een goede twee jaar dat Israël zijn militaire doelstellingen niet haalt. Het aureool van onoverwinnelijkheid heeft na Libanon een nieuwe klap gekregen.
Een verdere implicatie is dat het einde van de straffeloosheid van de Israëli’s dichter bij komt. Zelfs de prowesterse secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki Moon, heeft boos om een strafonderzoek gevraagd. Nu steeds meer landen universele jurisdictie voor oorlogsmisdaden in hun strafrecht hebben opgenomen dreigen militairen die naar het buitenland reizen gearresteerd te worden. De tijd dat landen als Nederland en Groot-Brittannië bewust Israëli’s verdacht van oorlogsmisdaden kunnen laten ontsnappen, lijkt voorbij.
Uitzondering daarop is België dat enkele jaren terug ook zo’n universele jurisdictie invoerde, maar terugkrabbelde toen klacht werd ingediend tegen de Israëlische premier Ariel Sharon. Toenmalig premier Guy Verhofstadt verklaarde daarover in maart 2005 in een interview met de Israëlische krant Haaretz dat die klacht “misbruik van de wet” was, die aanvankelijk was bedoeld voor landen als Rwanda… Afrika kan terecht zeggen dat het geviseerd wordt door allerlei rechtbanken, met inbegrip van het Internationaal Strafrechthof, dat totnogtoe alleen zaken tegen Afrikanen op zijn rol heeft staan.
Verder zette Israël zijn strategische alliantie met Turkije op het spel door de invasie. Dat die alliantie nog bestaat is het werk van het Turkse leger, dat op ondemocratische manier nog altijd in ruime mate zijn eigen politiek kan voeren. Turkije is nu eenmaal een sterk islamitisch land, met een islamistische regering aan de macht. Premier Recep Tayyip Erdogan noemde de invasie van Gaza “een vloek en een misdaad die gestraft moet worden”. Het zette als reactie zijn bemiddeling tussen Israël en Syrië over een vredesverdrag stil en Erdogan ging zelfs zover vraagtekens te zetten bij het lidmaatschap van Israël van de Verenigde Naties omdat Israël de resoluties van de VN negeert. Ook Israëls westerse bondgenoten kregen een veeg uit de pan. Erdogan beschuldigde ze ervan dat ze aan Gaza niet dezelfde aandacht besteedden dan aan Georgië, toen dit laatste land een oorlog met Rusland uitlokte.
En ten slotte verzwakte Israël zijn internationale status doordat twee Latijns-Amerikaanse landen, Venezuela en Bolivia, hun relaties met Israël verbraken. De nieuwe wind die over Latijns-Amerika treft nu ook Israël. Waarbij er mag aan worden herinnerd dat Israël daar jaren lang in opdracht van de Verenigde Staten de rol van “vuile knecht” speelde, die doodseskaders en rechtse terroristische groepen oprichtte, trainde en bewapende. In de Arabische wereld bevroren Qatar en Mauritanië hun relaties met Israël. Qatar heeft alleen economische banden, maar Mauritanië was in 1999 het derde Arabische land, na Egypte en Jordanië, dat diplomatieke relaties met Israël aanknoopte.
(Uitpers, nr 106, 10de jg., februari 2009)