INTERNATIONALE POLITIEK

De vele geheimen van Belliraj

Georges Timmerman, Het geheim van Belliraj, Uitgeverij Houtekiet, 2011, 248 pagina’s. Kostprijs: 18,9 euro

Een van de merkwaardigste figuren uit onze recente geschiedenis is ongetwijfeld Abdelkader Belliraj, een Marokkaan met Belgische nationaliteit die begin 2008 plots internationaal berucht werd toen hij door de Marokkaanse veiligheidsdienst werd opgepakt als hoofd van een lokale terreurgroep die de Marokkaanse instellingen ging omverwerpen.

Bleek dat de man niet alleen de Belgische nationaliteit had, samen dan met enkele toen eveneens gearresteerde kompanen, maar ook nog werkte voor onze Veiligheid van de Staat en, nog straffer, zomaar zijn betrokkenheid bij zes moorden bekende. Ook bleek de man contact te hebben gehad met Al Qaeda en Osama Bin Laden zelf, ’s werelds grote boeman.

De rol van Abu Nidal en de Mossad

Een verhaal dat als gesneden koek is voor een journalist als Georges Timmerman die al jaren de veiligheidsdiensten volgt. Recent kwam nu bij uitgeverij Houtekiet zijn boek ‘Het geheim van Belliraj’ uit waarin hij het relaas doet van de man en zijn avonturen vanaf ongeveer 1980 tot nu. Een straf verhaal dat echter voor insiders van het wereldje van de veiligheidsdiensten en terreurgroepen niet verrassend is. Het is geweten dat men daar voor niets terugschrikt. Ian Fleming schreef het al: ‘Licence to kill’. En dat blijkt hier bij Belliraj ook zo te zijn.

Voor zijn onderzoek slaagde Georges Timmerman erin om een serie belangrijke documenten in te kijken waaronder de ondervragingen van Belliraj door de Marokkaanse politiediensten evenals documenten betreffende de Belgische gerechtelijke onderzoeken naar die zes moorden in de periode 1988-1989 waaronder die op dokter Joseph Wybran, een belangrijk figuur binnen de joodse gemeenschap in Brussel. Wat gebeurde in opdracht of samenwerking met de toenmalige terreurgroep van die in 2002 in Bagdad vermoorde Abu Nidal en zijn Fatah Revolutionaire Raad , een man die zich had afgescheurd van al Fatah en de PLO, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie van Yasser Arafat.

De conclusie van Timmerman is dan ook dat Belliraj inderdaad bij die moorden betrokken was en ook behoorde tot een Marokkaanse terreurcel. Dat is voor hem echter maar een deel van het verhaal. Zo was Belliraj inderdaad toen minstens al 8 jaar een officiële informant van onze Veiligheid van de Staat maar ook nog voor een andere met de Staatsveiligheid ‘bevriende’ buitenlandse dienst. De Mossad vermoed Timmerman. Sinds het schrijven van het boek is hem nieuwe informatie aan het oor gekomen die dit vermoeden staafde. Ook een andere bron met kennis van het dossier wees recent in een gesprek met stelligheid in die richting van de Mossad, de hyperactieve Israëlische veiligheidsdienst voor wie Wybran een informant was.

Belliraj, Cools en de Silco

Voor Timmerman is het ook duidelijk dat Abu Nidal een afperser was die zich vooral op regeringen richtte en zwaar geïnfiltreerd was door die Mossad die deze groep ook naar believen manipuleerde. Daarbij kaderden die moorden volgens het boek in een poging om na Frankrijk en een serie andere landen ook België af te persen. Dit als een soort van: ‘Wij laten U gerust zodra U ons geld geeft’. En dat lukte ook. In ruil voor de vrijlating van dokter Jan Cools in Libanon en de familie Houtekins-Kets (de Silco affaire) in Libië betaalde België een goeie 6 miljoen dollar aan deze criminele bende. Ook stopten nadien de aanslagen in België van Abu Nidal. De moorden van Belliraj en zijn team, die rond die periode ook plaats hadden, vormden volgens Georges Timmerman een onderdeel van deze afpersingscampagne.

Een opvallend moment in het boek is waar het karakter van Belliraj ter sprake komt en dat blijkt dat van een mooiprater te zijn, een man die zich perfect kon aanpassen aan zijn milieu. Tegen een iman klonk hij als een schriftgeleerde, tegen een gangster als een gangster. De perfecte omschrijving waaraan een infiltrant moet voldoen.

In het boek komen dan ook nogal wat bekende verhalen en figuren uit de jaren ‘80 en ’90 terug. Zo zijn er natuurlijk die moorden, de dodelijke aanslag op joodse kinderen in de Antwerpse Lamorinièrestraat, de affaire van Camille Javeau en Uniop, het aan de ULB gelieerde bureau voor opiniepeilingen, Silco en dokter Jan Cools, de overval in Luxemburg op Brinks Ziegler maar ook een figuur als al Ajjaz, de zeer dubieuze lang in Brussel opererende geheimagent van Saoedi-Arabië, en Walid Khaled, de later vermoorde ‘woordvoerder’ van Abu Nidal.

De veiligheidsdiensten terug in opspraak

En natuurlijk komen de veiligheidsdiensten hier weer op een wel heel slechte wijze in beeld. Niet de schuld van Timmerman natuurlijk die maar zijn werk deed van correcte verslaggever maar van de dienst zelf.

Als men de agenten van de Mossad en figuren als al Ajjaz zomaar vrij in Brussel laat opereren en zelfs moorden plegen, dan is het logisch dat men in opspraak komt. Bovendien blijkt uit het boek nogmaals dat de Veiligheid van de Staat een staat binnen de staat is die als het haar uitkomt de allergrootste minachting toont voor de democratie en haar instellingen. In dit land zijn er al verscheidene moorden gepleegd die niet opgelost raakten en die worden toegeschreven aan agenten van de Mossad – de moord op de joodse schilder Stéphane Mandelbaum komt in het boek ter sprake – en waarvan men bij de Veiligheid van de Staat afwist.

Waarom heeft men die dienst dan nodig als deze zomaar toelaat dat (sic) ‘bevriende’ buitenlandse veiligheidsdiensten hier komen moorden. Om die moorden toe te dekken? Blijkbaar. Bovendien blijkt uit het dossier dat agenten van die Veiligheid van de Staat over deze zaak onder eed logen. Wie dat tolereert, tolereert het einde van de Belgische rechtstaat. Het onder curatele plaatsen van beide veiligheidsdiensten en de verantwoordelijkheden voor deze inbreuken vastleggen lijkt dan ook meer dan dringend nodig. In Marokko veroordeelde men Belliraj, in België kreeg hij bescherming. Althans daar lijkt het toch sterk op. Maar wie denkt dat onze politici hier gaan durven ingrijpen, kent deze politici niet. Als een angsthaas lopen zij als steeds rond deze hete brij heen.

Veel vragen blijven

Uiteraard stelt Georges Timmerman zich vele vragen die nog onopgelost zijn. Niet verbazend natuurlijk want veiligheidsdiensten houden hun geheimen voor zich. Wie denkt dat een verhaal komende uit die hoek de waarheid is toont een wel heel grote naïviteit. Een kritisch toeschouwer – en door blijvend vragen te stellen toont Timmerman dat hij die karaktereigenschap heeft – zal zich steeds afvragen wat bij een dergelijk verhaal de waarheid en de fictie is. Waarheen men via manipulatie de onderzoeker en journalist wil leiden. Op het einde heeft hij 18 vragen over. Het hadden er veel meer kunnen zijn.

Waarom bijvoorbeeld arresteerde men in Marokko Belliraj, blijkbaar toch een agent van de Mossad en onze Veiligheid van de Staat? Is de officiële Marokkaanse versie de juiste? En wat is de juiste relatie tussen Belliraj, de Mossad en al Qaeda. Elke analist die naam waardig zal stellen dat al Qaeda in de kaart speelt van Israël die islam en terreur tot één begrip willen maken. Een Israël dat ook droomt van het in brand steken van de ganse islamitische wereld. Kwestie van zo een etnisch zuiver Groot-Israël te kunnen realiseren. Ook al Qaeda droomt van een brandende islamitische wereld. En als Belliraj dan een terrorist met idealen was, waarom stopte hij dan bijna al zijn geld in Marokkaans vastgoed?

Wybran en de Mossad

Wel staan er enkele detailfoutjes in het boek. Zo waren de Amerikaanse en Israëlische wapenleveringen die deels via Brussel verliepen niet bestemd voor tegenstanders van Khomeini (pagina 33). Neen, ze waren voor diens leger bestemd en dienden om zo het evenwicht in de oorlog met Irak te herstellen. Waardoor die oorlog en die vernielingen nog jaren konden aanslepen. En dat was ook de bedoeling. Ook was de NV Mides via welke wapenhandelaar Jacques Monsieur een tijd werkte – nog een medewerker van de Mossad – geen distributeur van medisch materiaal maar een invoerder van huisbenodigdheden als potten en pannen. In wezen gebruikte hij ook alleen maar hun telex en huurde hij er een lokaaltje. Daar bleef het voor zover geweten bij.

Ook zijn er grote twijfels over het verhaal van Libië, Abu Nidal en Lockerbie zoals hij het omschrijft. Het hierover gevoerde proces was een grote manipulatie wat ook blijkt uit het feit dat het Schotse gerecht een herziening van dat proces beval, wat men dan weer verhinderde door de vrijlating van de hiervoor veroordeelde al Megrahi. Insiders wijzen in de richting van Monzar al Kassar, een Syriër van geboorte en wapen- en drughandelaar die ook nauw samenwerkte met de CIA.

En over de relatie Mossad en Wybran hoeft men weinig twijfel te hebben. Zonder steun van Israël kon Wybran binnen de Brusselse joodse gemeenschap nooit tot die toppositie zijn geraakt. Hij was toen voorzitter van het Centre de Coordination des Organisations Juives de Belgique, het officieel aanspreekpunt langs Franstalige zijde voor de Belgische joden. En dat betekende dat hij meewerkte met de Mossad indien die dienst hem nodig had. Dat niet doen zou zorgen voor zijn excommunicatie uit dat milieu. Maar dat zijn nu eenmaal de onvermijdelijke detailfouten in een vlotgeschreven en erg boeiend boek dat ook een belangrijk stuk Belgische geschiedenis beschrijft. Een aanrader.

Natuurlijk stelt het boek nog eens vragen bij de werkmethodes van de Mossad. Het is geweten dat die dienst er niet voor terugschrikt om ook joden te vermoorden. Een van de meest opzienbarende voorbeelden is de moord- en terreurcampagne in Bagdad in 1950 waarbij men o.m. granaten gooide naar joden die pas hun synagoge hadden verlaten. Het doel was de etnische spanning in Irak op te drijven zodat Iraakse joden die er al sinds Bijbelse tijden woonden naar Israël zouden verhuizen. Een Israël waar men dringend behoefte had aan goedkope arbeidskrachten, een gevolg van de etnische zuiveringen uit 1948.

Ook hier dienen joden in België en elders zich vragen te stellen. De in Brussel vermoorde wapenexpert Gerard Bull was wel geen jood maar schilder Stéphane Mandelbaum wel en ook een aantal slachtoffers van een door de Mossad gemanipuleerde Abu Nidal waren dat. En als het verhaal over Joseph Wybran klopt – en daar bestaat feitelijk nog amper twijfel over – dan heeft de Mossad ook hier nog maar eens meer dan boter op haar hoofd.

(Uitpers nr. 130, 12de jg., april 2011)

U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:

en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!

De link:

http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=1024694&refsource=uitpers

Laatste bijdrages

EU: De ondraaglijke lichtzinnigheid van de hervormde begrotingsregels

De zomer is voorbij en de sociaal-economische ‘supernota’ is (voorlopig) niet meer. Na een kort intermezzo zit De Wever terug in het zadel als formateur. Toch verwacht niemand nog…

VUUR, WATER OF PLAAG, DE BURGER IS DE KLOS

Viktor Orbán is wijselijk thuisgebleven. Niet Straatsburg werd bedreigd, maar wel degelijk de aangelanden van de Donau in zijn eigen land. Wat zich ophoopt in Polen, Oostenrijk, Slowakije en…

DE SLUIPENDE MACHTSCONCENTRATIE VAN URSULA VON DER LEYEN

Natuurlijk was de persvoorstelling van de nieuwe Europese Commissie – de voorlopige nieuwe Commissie, want de aangewezen kandidaat-commissarissen moeten eerst nog spitsroeden lopen in hoorzittingen door het Europees Parlement…

Geweld en de prijs van vrijheid

You May Also Like

×