Vier jaar na zijn boeiende en succesrijke boek over “Dominant Duitsland” pakt de Antwerpse hoogleraar Dirk Rochtus uit met een nieuw boek over Duitsland. En aangezien de auteur kennelijk van stafrijmen houdt draait het nu om ‘de macht van Merkel’. Althans: dat belooft de ondertitel en suggereert de foto op de omslag. Maar wie een ernstige politieke analyse wil maken weet natuurlijk dat de rol van een individu – zeker in een democratische en hoog-ontwikkelde staat – al bij al beperkt is.
Ongetwijfeld heeft kanselier Merkel tijdens haar voorbije ambtstermijn (precies de periode tussen Rochtus’ beide boeken) haar stempel gedrukt op het binnen- én buitenlands beleid van de Duitse bondsrepubliek. Maar ze deed dat in een historisch, sociaal-economisch en psychologisch krachtenveld waarvan de complexiteit en de draagwijdte de doorsnee-waarnemer soms ontgaat. Daarom is het goed dat Rochtus dat krachtenveld uitvoerig schetst en er herhaaldelijk op wijst hoe bepaalde collectieve ervaringen ook vele tientallen jaren later nog doorwerken. De lezer krijgt dus een flinke brok geschiedenis te verwerken vooraleer Merkel op het toneel verschijnt; maar om haar politieke beslissingen – of het gebrek daaraan – te begrijpen is dat zeker geen overbodige luxe.
In tijden waarin de academische wereld steeds intenser wordt geteisterd door de ziekelijke maar weinig kritische publicatiedwang (“publish or perish”) rijst dan makkelijk de verdenking als zou de auteur “met dezelfde ingrediënten tweemaal soep hebben gekookt”. Nu ja: je kan een beknopt historisch overzicht van anderhalve eeuw Duitse geschiedenis niet op tien verschillende manieren schrijven. De auteur maakt zijn lezers daaromtrent ook niets wijs: de eerste hoofdstukken in beide boeken dragen gewoon dezelfde titel: ‘van Goethe tot Krupp’ en ‘van Spiegelzaal tot bunker’. Maar de Duitse geschiedenis ‘van Weimar tot Bonn en van Bonn weer naar Berlijn’ is zo ongemeen fascinerend dat je die vanuit vele gezichtspunten kan bekijken en duiden. Dat is wat Rochtus in dit nieuwe boek doet. Wie zich iets of wat verdiept in Duitse geschiedenis in de breedste zin van het woord beschikt al gauw over zoveel materiaal dat je daaruit gemakkelijk niet twee maar tien boeken kan distilleren. En die overvloed aan materiaal is wel nuttig wanneer je een beter begrip wil krijgen van – bijvoorbeeld – de opkomst van extreem-rechts en/of de reacties op de recente instroom van een klein miljoen vluchtelingen.
Bij de voorstelling van het boek wreef ex-minister Steven Van Ackere de auteur onder de neus dat hij “de moed van Merkel” onderschat in zijn kritische bedenkingen over haar legendarische uitspraak “Wir schaffen das”. Als christendemocraat voelde Van Ackere zich allicht geroepen Merkel te verdedigen (al was het maar tegen haar partijgenoten van de Beierse CSU…) en uiteraard is die uitspraak niet zomaar terug te voeren op het feit dat Merkel de dochter is van een dominee. Zo simplistisch is Rochtus’ kritiek ook helemaal niet. Wel wijst hij er op dat de formulering in haar eenvoud – en zonder dat ze omstandig werd uitgelegd – al te gemakkelijk kon worden misbruikt door extreem-rechtse oproerkraaiers als die van Pegida. Daarnaast erkent hij dat Merkel de bereidheid van Duitslands Europese partners om samen de vluchtelingenstroom op te vangen zwaar heeft overschat, en dat ontegensprekelijk – met name in het oosten maar óók in het westen van de bondsrepubliek – de onderste lagen van de autochtone bevolking wel degelijk met prangende problemen als huisvesting of werkloosheid kampen en zich in die strijd verwaarloosd voelen ‘ten voordele van’ die toevloed aan niet-westerse nieuwkomers.
Zoveel is duidelijk: waar het vorige boek vooral de na-oorlogse paradox van ‘economische reus maar politieke dwerg’ wou toelichten én nuanceren, en hoewel hij ook nu een bijzonder leerrijk hoofdstuk wijdt aan de economische kracht van de BRD, sluit Rochtus nu veel dichter aan bij de politieke actualiteit. Was het dan een slimme keuze om het boek nog vóór de verkiezingen van september te laten verschijnen? Misschien was er geen keuze: indien moest worden gewacht op de verkiezingsuitslag zou een aangepast boek nooit op tijd klaar zijn geraakt voor de boekenbeurs…
Hoe dat ook zij, achterhaald is het boek zeker niet. Er worden integendeel ettelijke bedenkingen aangevoerd die juist nà die verkiezingen bijzonder actueel zijn. Met betrekking tot de sociale maar minstens evenzeer psychologische voedingsbodem van de extreem-rechtse successen in de oostelijke deelstaten bijvoorbeeld. Of over delicate evenwichtsoefeningen in het Nabije en Midden-Oosten, waar het bestaan van de staat Israël voor Duitsland “een zaak is van staatsbelang”, aldus herhaaldelijk en uitdrukkelijk kanselier Merkel, die daarvoor overigens meteen na de jongste verkiezingen op de korrel werd genomen door AfD-boegbeeld Gauland. Overigens stelt juist de brede historische context de lezer in staat om zowel het fenomeen AfD als de ‘macht’ van de ‘unkaputtbare’ Merkel niet alleen te begrijpen maar ook te relativeren.
Die uitgebreide context serveert de lezers ook tal van boeiende detailgegevens en anecdotes, die echter nogal onsystematisch worden opgediend, of ondergesneeuwd geraken in lange brokken tekst. Daarom is het jammer dat het boek geen register bevat, noch een chronologisch overzicht als richtsnoer.
O ja, Merkel in dit alles? Dat zij zichzelf zal opvolgen als kanselier lijkt ondanks de barslechte uitslag van de christendemocraten buiten kijf te staan. Even waarschijnlijk lijkt het dat zij vervolgens – met om het even welke coalitie – een beleid zal voorstaan dat nog meer dan voorheen haar nuchtere, pragmatische zelf weerspiegelt en geen onhaalbare dingen zal nastreven. Dat haar imago als “machtigste vrouw” nu een forse deuk heeft opgelopen vindt zij vermoedelijk zelf niet eens zo dramatisch. Dat christendemocratische partijgenoten in (onder meer ….) Duitsland, Hongarije en Polen van die verzwakte positie misbruik zullen maken om haar moedige opstelling in de vluchtelingenkwestie nog verder te ondergraven, dat is dan waarachtig niet de schuld van dat ene zinnetje van haar.
Maar in zijn slothoofdstuk laat Rochtus er geen twijfel over bestaan: in zijn ogen is Merkel toch (ook figuurlijk) minder groot dan Kohl. Met die bedenking (en met ettelijke andere) illustreert hij wat inleider Van Ackere schertsend zei: dit zijn twee-boeken-in-één: een objectief overzicht én de persoonlijke commentaar daarbij.