“Laatste Klimaatrapport” bijzonder alarmerend
Enkele citaten uit het Zesde IPCC-Synthese Rapport verschenen op 20 maart 2023:
– “In the near term, global warming is more likely not to reach 1,5°C even under the very low emission scenartio and likely or very likely to exceed 1,5°C under the higher emissions scenarios.” (p. 12) of 1,5°C is definitief achterhaald;
– “Without a strengthening of policies, global warming of 3,2°C is projected by 2010” (p. 11) of 3,2°C is nu de te verwachten stijging;
– “For any given future warming level, many climate-related risks are higher than assessed in AR5, and projected long-term impacts are up to multiple times higher than currently observed. Risks and projected adverse impacts and related losses and damages from climate change escalate with every increment of global warming. Climatic and non-climatic risks will increasingly interact, creating compound and cascading risks that are more complex and difficult to manage” (p. 15) of de risico’s op klimaatrampen zijn veelvouden hoger;
– “Adaptation options that are feasible and effective today will become constrained and less effective with increasing global warming. With increasing global warming, losses and damages will increase and additional human and natural systems will reach adaptation limits.” (p. 20) of naarmate de stijging toeneemt, worden klimaatacties des te nuttelozer, maar botsen natuur en mens ook op hun uithoudingsgrenzen;
– Climate change is a threat to human well-being and planetary health. There is a rapidly closing window of opportunity to secure a liveable and sustainable future for all” (p. 25) of de tijd om een leefbare planeet te garanderen, is stilaan opgebruikt;
– “Effective climate action is enabled by political commitment, well-aligned multilevel governance, institutional frameworks, laws, policies and strategies and enhanced access to finance and technology” (p. 34), enz. of de polititieke overheden moeten eindelijk beslissen de nodige technologieën te financieren.
Herstel of ondergang
Een nog meer alarmerende toon dan deze om de klimaatcatastrofes en de urgentie voor acties te beschrijven, is niet denkbaar. Met dit Zesde Synthese Rapport is het summum bereikt. Het Rapport is duidelijk: ofwel onmiddellijk ingrijpende acties ofwel is het afdalen in de hel.
Dit laatste staat er niet letterlijk, maar zo heeft de ‘environment editor’ Damian Carrington van The Guardian het wel begrepen (Humanity at the crossroads: highway to hell or a livable future?, The Guardian 20 maart); geheel terecht naar onze mening.
Het volgende IPCC-statusverslag is normaal rond 2030 te verwachten, maar op dat moment zal het duidelijk zijn welke richting de mensheid heeft gekozen: klimaatherstel of ondergang. Wat dus betekent dat dit het laatste waarschuwingsrapport is, kortom, het laatste IPCC-rapport.
Want, ofwel zitten we anno 2030 in een wereld van optimisme omdat we met succes de klimaatopwarming hebben kunnen keren, ofwel zal er geen zin meer zijn en zal het ook geen zin meer hebben om welk rapport dan ook te maken. En inderdaad, hier en daar leest men berichten om het IPCC op te heffen.
Beperkt opzet van de rapporten
Vooraf moeten we weten dat IPCC-rapporten, buiten de weergave van wetenschappelijke feiten, geen politieke oordelen treffen, geen historische analyses maken, maar ook geen specifieke maatregelen voorstellen. Ze hebben het enkel en alleen over algemene, mogelijke aanbevelingen om met de gevolgen van de klimaatopwarming te leren leven, om ze desgevallend te milderen of om erger te voorkomen. Aanbevelingen door elk land afhankelijk van de nationale belangen vrijblijvend in te vullen. Over meer gaan de IPCC rapporten niet. De vraag is of dit toevallig zo gegroeid is, of dat het integendeel zo gewild is.
Eens te meer blijven ook na dit alarmrapport alle reacties vanwege de overheden uit. En dat is, om het zacht te zeggen, hoogst onrustwekkend. Hoe is het te verklaren dat de IPCC rapporten zo op een koude steen vallen, des te kouder naarmate de opwarming heter wordt? Het lijkt alsof er een gewoonte-effect is ontstaan: het Rapport heeft een groot déjà-vue gehalte waar niemand nog van opkijkt. De toestand wordt alleen maar erger, maar daar blijft het bij.
De afwezigheid van effectieve maatregelen vanwege de (internationale) overheden zijn de commentatoren en burgers al enige jaren geleden opgevallen. Constataties echter waaraan steevast wordt toegevoegd: “ondanks de jarenlange waarschuwingen van het IPCC”.
“Ondanks”? De vraag mag worden gesteld. Misschien heeft het IPCC het geheel aan zichzelf te danken dat ze zo weinig invloed heeft gehad?
Of zou het kunnen dat het nooit de bedoeling van het IPCC is geweest om wat dan ook in beweging te zetten? Dit laatste lijkt dus op kwaad opzet. Een causaal verband tussen “heeft het aan zichzelf te danken” en de hypothese van “kwaad opzet” is waarschijnlijk niet te bewijzen. Maar er zijn toch ernstige aanwijzingen. Bijvoorbeeld, alleen al Werkgroep-I die instaat voor de wetenschappelijke basis, kan men de moeilijke “IPCC gekalibreerde” taal en de onwetenschappelijke methodes verwijten: haar rapporten zijn taai om lezen.
Aan de leiband
Maar er is een heel andere uitleg denkbaar. Het IPCC ontstond op politiek initiatief vanuit de VS omdat deze bevreesd waren het initiatief te verliezen in de strijd tegen de CO2-uitstoot die toen internationaal op dreef scheen te komen. Onder druk van Reagan werd het IPCC als politiek orgaan opgericht. De naam zegt het zelf: “Inter-gouvernementeel … Platform”, wat iets anders is dan pakweg “Internationaal Instituut voor de Studie van de Klimaatopwarming” waarvan alleen wetenschappers zouden deel uitmaken, zoals dit voor alle internationale wetenschapsverenigingen het geval is.
Buiten de strikt wetenschappelijk Werkgroep-I, behandelt de tweede de gevolgen van en de weerstand tegen klimaatrampen en de derde werkgroep de beperking van toekomstige klimaatdegradaties, maar beide noodzakelijkerwijs met nadruk op economische en sociale aspecten. De redactie van het gezamenlijk syntheserapport van een IPCC-bijeenkomst, gebeurt door uitsluitend regeringsvertegenwoordigers, op basis van consensus. Passages waarvoor deze niet bereikt kan worden, om welke reden ook, worden niet zelden geschrapt. Geopolitieke belangen maken dat de scherpe kanten verdwijnen en dat alles naar beneden wordt genivelleerd. Met andere woorden, de aanbevelingen aan de leiders (“Summaries for Policymakers”, ondertitel van het Rapport) worden door regeringsvertegenwoordigers zelf geschreven, dit wil zeggen door zij voor wie de aanbevelingen bedoeld zijn.
Het komt er op neer dat de politieke leiders de besluiten voor zich zelf schrijven. Natuurlijk hebben zij er niets aan toe te voegen, want de rapporten zijn in overeenstemming met de politieke richtlijnen die zij aan hun IPCC-regeringsdelegaties oplegden. Het IPCC houdt zichzelf aan de politieke leiband.
Politieke elites zwijgen
Door de klimaatwetenschap met het IPCC zo sterk aan politiek-economische belangen te klinken, verliest de klimaatwetenschap niet alleen het nodige gezag bij het grote publiek, maar zet de politiek zichzelf ook schaakmat. De eindrapporten spelen de rol van internationale (slot)verklaring waaraan de grote staten zich houden (ze zijn immers de basis van de COP-bijeenkomsten die deze akkoorden zouden moeten omzetten in daadwerkelijke acties en verdragen).
De slotverklaringen worden steeds moeilijker bereikt omdat de financieel-economische belangen sterk uiteenlopen tussen de rijke landen onderling, maar ook tussen de rijke en de arme die niet in staat zijn om alleen op te draaien voor de schade van de opgelopen klimaatrampen. De rijke landen worden trouwens ook meer en meer geconfronteerd met uit de hand lopende schade in eigen land. Het is dus normaal dat ze op nationaal niveau niet geneigd zijn tot het nemen van effectieve acties die zouden indruisen tegen de delicate consensus verklaringen. Dat verklaart de passiviteit van de politieke elites.
De nationale politiek-economische elites laten hun beleid in de allereerste plaats afhangen van het spel van de geopolitieke rivaliteit en concurrentie en niet van de natuurkundige feiten die in dit geval uitgaat van de klimaatopwarming. Voor hen zal een beteugeling van de klimaatopwarming in het beste geval een bijproduct zijn van een ‘normale’ economische evolutie zijn, die de regels van concurrentie en consumptie niet verstoort. Dat is het drama dat zich momenteel onder onze ogen afspeelt. Maar het omgekeerde, sociaal-economische maatregelen afhankelijk maken van de prioritaire noden van het klimaatherstel, is voor de politiek-economische elites niet denkbaar.
De voorwaarde om een wetenschappelijke en politieke autoriteit bij het publiek te verwerven, was het bekomen van de loyale medewerking van klimaatwetenschappers. Daarin is het IPCC ontegenzeggelijk geslaagd, met als gevolg dat in de rapporten wel degelijk de hard aankomende wetenschappelijke feiten die aan de basis liggen van de klimaatcatastrofes, terug te vinden zijn.
Hier is de vraag, waarom deze weinig indruk maken. Het antwoord op deze vraag is een rechtstreeks gevolg van het stilzwijgen van de politieke elites. Want zolang de overheden niet openlijk, luidop en officieel zéggen dat de klimaatopwarming een urgent op te lossen vraagstuk is, bestaat dit in de perceptie van de burgers ook niet. Men kan dit betreuren, maar zo werkt dat nu eenmaal. Mensen zijn van oudsher hiërarchisch georganiseerd, en als de opperste elites de waarheid niet verkondigen, bestaat ze ook niet. De burgers waren bereid in COVID-quarantaine te gaan, omdat de overheden, zelfs in internationaal overleg, plechtig via alle mogelijke mediakanalen verklaarden (met steun van de wetenschappers-experten die plots op het podium mochten verschijnen) dat het om een gevaarlijke pandemie ging en dat radicale – solidaire – maatregelen onontbeerlijk waren.
Zolang de politieke overheden niet overgaan tot gelijkaardige verklaringen over de klimaaturgentie, kan men de burgers niet verwijten dat ze niet dat doen wat de overheden ook niet opleggen of waarvoor ze omgekeerd de financiële middelen ontberen.
Het Rapport als orakel
Het Zesde Synthese Rapport houdt het midden tussen een raadsel en een orakel als het op antwoorden aankomt. Alle mogelijk denkbare acties worden opgesomd – ze beslaan de helft van het Rapport in (36 blz. lang) – zonder de ene meer dan de andere te benadrukken. Dit is natuurlijk onzin, want dat is juist wat men van een rapport (resultaat van acht jaar studie) verwacht: dat het duidelijk en ondubbelzinnig de meest effectieve acties om de klimaatopwarming te stoppen en te keren, aangeeft. Maar neen, het is een breedwaaierige catalogus van financiële, sociale en ecologische maatregelen die de revue passeren en het is aan de vraagstellers om er de meest passende in te ontwaren, een orakel-uitspraak waardig.
Wanneer Antonio Gutterres, de achtenswaardige Secretaris Generaal van de VN, het rapport als een “overlevingsgids voor de mensheid” bestempelt, is dàt juist het probleem. Waar de wereld op wacht, is het hameren op die acties die daadwerkelijk de CO2-concentratie in de atmosfeer verminderen op ultra korte-termijn.
Dat zijn er niet gek zoveel, maar de enige voornaamste die snel het verschil kan maken, is het rechtstreeks CO2 uit de atmosfeer halen. Natuurlijk, het staat ook in het rapport, alleen verloren tussen de vele andere aanbevelingen van zeer uiteenlopend effecten.
Grenzen neoliberaal paradigma bereikt
Wat nog maar eens onderstreept dat het geen wetenschappelijk rapport is, maar eerder een voorbereidend inventaris. Uit alle ‘actie’-mogelijkheden de politiek-economisch meest haalbare (volgens liberale normen wel te verstaan) kiezen, wordt voorbehouden voor de COP-conferenties die worden verondersteld ze in internationale bindende overeenkomsten te gieten.
Dat de politiek-economische elites niet schijnen door te hebben dat de hel ook hen zal opbranden, blijft een paradoxaal raadsel. Maar het is verklaarbaar. Het Rapport biedt immers voor hen niet de minste houvast (wat in zekere zin de bedoeling was). Het is niet het gevolg van een misplaatst wetenschappelijke neutraliteitshouding, maar van de onwetendheid van de regeringsdelegaties, zij wéten het gewoon niet. Ze hebben geen idee van hoe ze binnen het neoliberaal paradigma-’denken’ het klimaatvraagstuk moeten aanpakken.
Rol overheden versus publiek
Hoewel het een constante is om de morele schuld in de schoenen van de burgers te schuiven, kunnen deze niet verantwoordelijk gesteld worden voor het uitblijven van effectieve klimaatmaatregelen. Ten eerste zijn de conventionele maatregelen – energietransitie en isoleren van de woning (om symbolisch alle kleinschalige inspanningen waarvan het globaal effect twijfelachtig is, samen te vatten) – aantoonbaar absoluut inadequaat.
Maar vooral, het initiatief hoort te komen van de politiek-economische elites, zij zijn de eerste-lijn verantwoordelijken. Zij dragen de verpletterende schuld dat de wereld fysisch naar de verdoemenis gaat. De klimaatrechtszaken aangespannen tegen de staat, zijn in deze zin terecht; alleen, als het gaat om praktische impact even weinig nuttig. Laten we ons dus met klem onthouden om de burgers gebrek aan kennis, verantwoordelijkheid, of motivatie te verwijten.
Nogmaals, enkel de politiek-economische elites hebben de politieke, economische, financiële en indoctrinerende macht om effectieve acties voor klimaatherstel op de sporen te zetten; niet de burgers. Hun reactie op een gelijkaardig wereldwijd bedreigend gevaar – COVID-19 – is daar om het te bewijzen, althans in het jaar 2020 (daarna was het al snel terugkeer naar business-as-usual).
Natuurlijk, moet men blijven hopen dat een beweging van (jonge) burgers de zaken zal kunnen forceren, zoals het er even naar uitzag met de scholierenbeweging van 2019. Echter, er zijn bitter weinig voortekens dat dit staat te gebeuren. Maar dit is een ander verhaal.
Zie ook: