Supermiljardair Elon Musk mag als beloning voor de ruime steun, het federaal apparaat afknagen. Hij en de collega-miljardairs hebben gewonnen! Donald Trumps electorale overwinning is de culminatie van een jarenlang proces dat het bestuur van de VS overlevert aan een elite van de rijksten en de grootste bedrijven. Deze elite heeft miljarden dollars geïnvesteerd in de vervanging van de democratie door een oligarchie – een investering die duidelijk loont.
Dit proces is al decennia aan de gang. In 1976 oordeelde het Hooggerechtshof van de VS dat het geld dat politieke kandidaten toegestopt krijgen, gelijkstaat aan “vrije meningsuiting”, en die vrije meningsuiting wordt beschermd door het Eerste Amendement van de Grondwet, dat je het recht geeft om je uit te spreken over politieke kwesties. Twee jaar later oordeelde hetzelfde Hof dat grote bedrijven eveneens het recht hebben op “vrije meningsuiting” en bijgevolg om geld te pompen in politieke kandidaten en campagnes. Het kopen van verkiezingen is dus perfect legaal in de VS.
Zonder limiet
Sinds de jaren 1980 en de jaren 1990 zit deze praktijk, waarbij het grote geld de politiek -en bij uitbreiding de media- tracht te beheersen, onverminderd in de lift. De door de eigen politici veelgeprezen VS-democratie kwam op die manier alsmaar meer in het gedrang. In 2010 zorgde een nieuwe uitspraak van het VS-Hooggerechtshof voor de mogelijkheid om ongelimiteerd, niet-traceerbaar geld in het politiek systeem van het land te injecteren. Rijke megadonoren en speciale belangengroepen konden nu anoniem het verkiezingsproces ondermijnen en tegelijk publiek toezicht of vragen bij hun massale politieke uitgaven vermijden. Het dreef voormalig VS-president Jimmy Carter er in 2015 toe om de Verenigde Staten te omschrijven als “een oligarchie met onbeperkte politieke omkoping”.
Tien jaar geleden kwam een gezaghebbende universitaire studie tot een gelijkaardige conclusie: “Multivariate analyse geeft aan dat economische elites en georganiseerde groepen die zakelijke belangen vertegenwoordigen, een substantiële onafhankelijke invloed hebben op het overheidsbeleid van de VS, terwijl gemiddelde burgers en op de meerderheid steunende belangengroepen weinig of geen onafhankelijke invloed hebben. (…) Wanneer een meerderheid van de burgers het oneens is met de economische elites en/of met georganiseerde belangen, verliezen ze over het algemeen”. Met andere woorden, de enkele superrijken sturen het beleid, terwijl de gemiddelde VS-burger weinig tot niets in de pap te brokken heeft. Ondanks de kenmerken van een democratisch bestuur waaraan de VS wel voldoet (zoals regelmatige verkiezingen, vrijheid van meningsuiting, enz.), besloten de auteurs van dit onderzoek: “Als beleidsvorming wordt gedomineerd door machtige bedrijfsorganisaties en een klein aantal welvarende Amerikanen, worden de aanspraken van Amerika als democratische samenleving ernstig bedreigd”.
Het kopen van instemming
Vandaag is dat duidelijker dan ooit. VS-oligarchen controleren de reguliere media, de sociale media, en de verkiezingen. Ze kopen beleidsmaatregelen of -dereguleringen die voordelig zijn voor hen, die hun fortuinen en macht verder doen aangroeien, en die hun activiteiten zo min mogelijk belemmeren, zelfs al zijn die nefast voor de overgrote meerderheid van de bevolking en het milieu.
Ze trachten ook de instemming of de goedkeuring van diezelfde bevolking te verwerven. Zoals elke reclamebons je zal bevestigen, kan je met genoeg geld en genoeg reclame vrijwel alles aan iedereen verkopen, zeker als je bereid bent om te liegen. De superrijken bezitten de meest invloedrijke massamedia van het land en controleren zo de informatiestromen. De kwesties die de gemiddelde VS-burger al dan niet belangrijk vindt, kunnen worden opgedrongen en gestuurd via media-aandacht of net een bewust gebrek daaraan.
De geconcentreerde rijkdom financiert eveneens de rapporten van denktanks die mee vormgeven aan de publieke debatten. Zo merkte journalist Sam Pizzigati op dat er in peilingen waarin gevraagd wordt om de grootste problemen van de VS te quoteren nooit enige vermelding wordt gemaakt van de diepgewortelde economische ongelijkheid. In de peilingen voor de verkiezingen van het gerenommeerde ‘Pew Research Center’, werd bijvoorbeeld op geen enkel manier gerefereerd aan de enorme kloof tussen arm en rijk, de politieke invloed van miljardairs, de hallucinante lonen van CEO’s, enz. Het is logisch dat op die manier de kwestie van de grote concentratie van de rijkdom zelf, grotendeels buiten schot en onbetwist blijft.
Recordbedragen
De federale verkiezingen van 2024 (zowel voor het presidentschap als voor het Congres) waren volgens de waakhondorganisatie ‘OpenSecrets’ de duurste in de geschiedenis van de VS. De externe uitgaven in de race bereikten een recordbedrag van 4,5 miljard dollar, waarvan meer dan de helft van “groepen die de bronnen van hun financiering niet volledig bekendmaken”. Daarnaast waren ook de traceerbare bedragen die in de verkiezingscampagnes werden gepompt nooit eerder zo groot.
Het zou een zware misvatting zijn om te denken dat uitsluitend de Republikeinen via de rechtstreekse donaties van grote sommen, marionetten zijn van de financiële- en bedrijfselite. Het fenomeen van carrièrepolitici en massale campagnefinanciering door gevestigde belangen is op alle politieke niveaus een partij-overschrijdende praktijk. Zowel de Clintons, als de Obama’s hadden bijvoorbeeld zeer knusse relaties met miljardairs en bedrijven, en waren zeer loyaal aan hen. Er zijn in het verleden overigens tal van voorbeelden van donateurs die de electorale kas van de presidentskandidaten van beide grote partijen tegelijk spijsden om zich ervan te verzekeren dat ze hun zin zouden krijgen, ongeacht de winnaar.
Ook nu hebben de miljardairs hun chequeboekjes bovengehaald, zowel voor Donald Trump als voor Kamala Harris (wiens totale campagnebudget overigens groter was dan dat van haar Republikeinse tegenstander). Een rapport van ‘Americans for Tax Fairness’ (ATF), uitgebracht een week voor de verkiezingsdag, onthulde dat 150 van de rijkste VS-burgers zeker 1,9 miljard dollar besteedden aan alle verkiezingskandidaten -dus zowel voor het presidentschap als het Congres- waarvan ze dachten dat ze het meest bereid zouden zijn om het beleid op hun wensen af te stemmen. Een vergelijking met de verkiezingen van 2020 toont een verbluffende toename van deze financiering, want toen gaven méér dan 600 superrijke Amerikanen ‘slechts’ 1,2 miljard dollar uit aan de presidents- en congreskandidaten.
De 150 superrijken die de 1,9 miljard dollar waarvan sprake in het ATF-rapport nu hebben neergeteld, zullen er zeker hun broek niet aan scheuren, want dat bedrag maakt naar verluidt slechts 0,07% uit van hun gezamenlijke vermogen van 2,67 biljoen dollar.
Tijdens deze verkiezingsstrijd heeft Trump het meest geprofiteerd van de persoonlijke donaties van miljardairsfamilies, waaronder die van Miriam Adelson, de weduwe van casinomagnaat Sheldon Adelson, de bankerfgenaam Timothy Mellon, de oliemiljardair Timothy Dunn, en het extreemrechtse activistenkoppel Richard en Elizabeth Uihlein. Er zijn natuurlijk veel (en niet altijd even ideologische of rationele) redenen om zich achter of tegen een kandidaat te scharen, maar het feit dat Trump zich profileerde met een beleid dat de ultra-rijken nog meer moet verrijken -o.a. door te beloven om de belastingverlagingen die hij invoerde tijdens zijn eerste termijn en onevenredig ten goede kwamen aan de rijken, uit te breiden- heeft zeker meegespeeld. (Harris daarentegen wilde de belastingen voor de allerrijksten verhogen.) Trump beloofde ook dereguleringen aan bedrijfsleiders van belangrijke sectoren, zoals de fossiele brandstofindustrie, Big Tech en de financiële sector, inclusief de crypto-industrie.
Volgens AFT ontving Trump in totaal meer dan 450 miljoen dollar aan miljardairsdonaties – meer dan drie keer zoveel als vice-president Kamala Harris, die 143 miljoen dollar kreeg, o.a. van de ex-burgemeester van New York, Michael Bloomberg, de shoppingcentra-magnaten Herb en Melvin Simon, en de mede-oprichter van Netflix Reed Hastings.
Musk
De meest prominent aanwezige miljardair tijdens deze verkiezingen was uiteraard de rijkste man ter wereld, Elon Musk, wiens persoonlijk fortuin op 23 oktober op 237 miljard dollar stond. Volgens de laatste telling stak hij minstens 133 miljoen dollar in de verkiezing van zijn favoriete kandidaten, met Donald Trump verreweg als grootste begunstigde. Net zoals dat het geval is bij andere donateurs gaat het vrijwel zeker om een onderschatting van wat Musk daadwerkelijk heeft uitgegeven aan de electorale campagne, want er zijn genoeg legale manieren om ook anoniem bij te dragen.
Wat ook het werkelijke bedrag is dat Musk in de verkiezingen stopte, het is zonder enige twijfel een heel winstgevende investering. Alleen al de bevestiging van Trumps overwinning deed de aandelen van Tesla woensdag met maar liefst 15% stijgen. Er wordt immers verwacht dat dit bedrijf van Musk, samen met de rest van zijn zakenimperium, zal profiteren van de beloofde belastingverlagingen en dereguleringsoperaties. Daarnaast heeft Musk een vlottere toegang tot lucratieve overheidscontracten in het vooruitzicht.
Maar Trump wil Musk -die hij tijdens zijn overwinningstoespraak een “supergenie” noemde- ook aan het hoofd stellen van een nieuw op te richten “overheidsefficiëntiecommissie”. Die positie zou Musk onder meer de nodige invloed geven om het dozijn lopende federale onderzoeken tegen zijn bedrijfsactiviteiten in de kiem te smoren. Het verzekeren van de overwinning van Trump was voor de bedrijfsleider van o.a. Tesla, X, SpaceX en Starlink dus dé manier om te voorkomen dat hij nog verantwoording zal moeten afleggen aan de overheid.
De verbluffend openlijke transactionele relatie tussen Trump en Musk -waarbij de zakenman letterlijk een plaats aan de regeringstafel koopt in ruil voor propagandistische en financiële steun aan de politieke campagne van de Republikein- zet de zogenaamde VS-democratie volledig in zijn hemd. De enorme belangenconflicten die hier spelen, lijken de Trump-stemmers echter niet te deren. Elon Musk is de ultieme verpersoonlijking van de angstaanjagende concentratie van economische en politieke macht bij een oligarchische VS-elite. En gezien zijn bedrijfsportfolio kan een nog grotere toename van zijn economische en (geo)politieke macht zich ver buiten de VS laten voelen.