Een man wordt vermoord nadat hij onterecht werd aanzien als dief. Marktkramers speculeren over zijn dood, ‘de vloek’ word vermeld. Na die gewelddadige proloog worden we helemaal terug in de tijd gekatapulteerd, naar het tijdperk van de grote Kintu. Volgens de scheppingsmythe en de mondelinge overlevering zou hij de eerste man zijn geweest die de aarde bewandelde, een machtige en mythische figuur. Maar in de handen van Jennifer Nansubuga Makumbi wordt hij een gewone man met te veel problemen.
Het begint allemaal in 1750, wanneer de machtige provinciegouverneur Kintu Kidda een reis onderneemt om zijn steun te betuigen aan de nieuwe koning. Het is tijdens deze tocht dat het noodlot toeslaat en Kintu’s adoptiezoon, Kalema, door zijn eigen hand sterft. Te geschokt om de tragedie aan zijn dorpsgenoten te vertellen, verzwijgt Kintu alles. De vader van Kalema, die voelt dat er iets niet klopt, besluit een vloek uit te spreken, die Kintu en zijn afstammelingen over de generaties heen zal achtervolgen. Het lijvige boek ontvouwt zich vervolgens in verschillende delen die inzoomen op verschillende afstammelingen, om ze uiteindelijk in het laatste deel bijeen te brengen op een reünie.
De kracht van Kintu, intussen veelgeprezen en bestempeld als dé grote Oegandese roman, ligt in het feit dat Makumbi erin slaagt stukken Oegandese geschiedenis te vertellen via verschillende, steeds ontwikkelende personages en zo een licht te werpen op enkele belangrijke thema’s. Zo is de dichotomie traditie-moderniteit prominent aanwezig in aangesneden concepten als religie en gender, waarmee Makumbi onder meer nadenkt over de tweespalt waarin de bevolking zich vaak bevond.
Opvallend is hoe de auteur nauwelijks raakt aan kolonialisme en postkoloniale regimes, maar net een eigen weg opgaat die zich afkeert van de historische obligaties. Ze focust zich vooral op de tragedie van een familie, wat resulteert in een complex kluwen van emoties en connecties eerder dan een didactisch verhaal over het ontstaan van een natie. Het is zo dat Kintu zich kan profileren als fris, vernieuwend en groots.
Het bijna 500 bladzijden tellende boek schittert natuurlijk niet altijd. De auteur springt vaak van hot naar her en lijkt zich soms iets te hard te haasten doorheen de verhalen van de individuele personages om alweer de volgende te kunnen aansnijden. Net wanneer de lezer zich ietwat heeft verdiept in het ene persoonlijke verhaal, wordt alweer een nieuw figuur geïntroduceerd. Toch weet de auteur de personages steeds succesvol aan elkaar te breien, waardoor de drang om verder te lezen constant aanwezig blijft en Kintu een pageturner wordt.
Kintu is een boek dat er niet voor terugschrikt om de rijke cultuur van Oeganda te verkennen en op zijn kop te zetten en doet dat overtuigend en op een zelfzekere manier, zonder verengelsing van termen of verklarende woordenlijsten. Menigeen legde al de link met Chinua Achebe’s Things Fall Apart. Hoewel vergelijkingen met klassiekers uit den boze zijn, is het wel veilig te stellen dat Kintu een krachtige roman is die verdiend om gelezen te worden in Oeganda én de rest van de wereld, net als gebeurde bij Achebe’s roman.