Het was één van de programmapunten van de Braziliaanse President Lula in de verkiezingen van vorig jaar. Er zou een nieuw project worden opgestart om eerst Brazilië en Argentinië en later andere landen van het subcontinent een gemeenschappelijke munt te geven.
Het is een oud idee en Lula begon er zelf al mee, tijdens zijn eerste ambtsperiode begin deze eeuw, samen met de Venezolaanse President Hugo Chavez. Men had het toen over de ‘SUCRE’ (Sistema Unitario de Compensación Regional). De bedoeling was vooral een gemeenschappelijke munt te geven aan de Lidstaten van ALBA, het alternatief handelssysteem dat Venezuela had opgezet.
De SUCRE werd even gebruikt in de handelsbetrekkingen tussen Ecuador en Venezuela, maar diverse, vooral Caribische landen, deden niet mee.
In 2018 stelde Venezuela dan de Petro voor, een cryptomunt, waarvan de echte waarde nooit eenduidig werd vastgesteld en die door V.S.-President Trump werd verboden.
Vandaag lijkt het een meer realistisch project. Brazilië is de belangrijkste economie van Latijns Amerika, Argentinië staat op nummer drie. Mexico, op nummer twee, heeft meteen laten weten niet mee te doen. De economie is immer meer geïntegreerd met het Noorden, via een vrijhandelsverdrag T-MEC (vroeger NAFTA) en Mexico is derhalve meer afgestemd op de US$.
Er werd meteen op gewezen dat de ‘SUR’ niet kan vergeleken worden met de Euro, omdat de deelnemende landen hun eigen munten zouden behouden en de nieuwe munt enkel in de onderlinge handelsrelaties zou gebruikt worden. De bedoeling is uiteraard om de afhankelijkheid van de US$ te verminderen.
De Presidentskandidaat van het Ecuadoraans Correa-kamp in 2021 wees er op dat het goed zou zijn om ook de draad weer op te nemen van de oudere voorstellen en instellingen van begin deze eeuw: Unasur, dat de l anden van Zuid-Amerika verenigde, en de ‘Banco del Sur’, nodig om de munteenheid te beheren.
Er wordt wel op gewezen dat er een bijzonder lange weg te gaan is, wellicht tien tot vijftien jaar, voor de munt er inderdaad kan komen. En hoeft het gezegd dat rechtse regeringen het project op elk ogenblik kunnen kelderen?
Toch is het onvoorstelbaar belangrijk om de hegemonie van de US$ te doorbreken. Het is via de ‘gouden standaard’ dat Rothschild in de 19de eeuw het Europese continent van het Britse Pond afhankelijk maakte, en via de Bretton Woods instellingen dat na de Tweede Wereldoorlog de US$ een hegemonie kon verwerven. Dat stelt de Mexicaanse journalist Jalife-Rahme vast. Hij wijst er overigens op dat het de ‘gouden Roebel’ is die Rusland tot hier toe gepantserd heeft tegen de sancties van het Westen. De Russische economist Sergio Glazyev stelt dat het de goudreserves van Rusland zijn die toelaten de financiële soevereiniteit te bewaren.
Of hoe grondstoffen en munten in deze digitale tijden de wet blijven stellen.