Zal COP27 in Sharm el-Sheikh echt een doorbraak kunnen betekenen in de strijd tegen de klimaatverandering? Het is weinig waarschijnlijk en wellicht zal weer gejubeld worden om de heel kleine stapjes vooruit in deze bijzonder moeilijke zaak. Doordat nu ook ‘loss and damage’ op de agenda staat, een compensatieregeling voor het Zuiden dat niet schuldig is maar wel bijzonder zwaar te lijden heeft onder de veranderingen, wordt het wellicht nog moeilijker.
Er woedt vandaag een bijzonder zware energiecrisis in de hele wereld en vooral in het rijke Europa. De vragen worden daarom steeds scherper en er is een vloedgolf aan ‘goede raad’ die over de burgers wordt uitgerold. Besparen!
Het is evident dat de ecologische beweging bij dit alles een eersterangs rol speelt, dank zij haar deskundigheid en ervaring. Het probleem echter is dat dit telkens een toch eenzijdige kijk op de hele problematiek is. De beweging heeft wel het thema van de sociale rechtvaardigheid mee opgenomen, maar ziet het telkens als iets dat in tweede instantie moet gebeuren. Zorg voor het klimaat en zorg daarna dat niemand té zware lasten moet dragen.
Deze redenering betekent dat veel van de goede raadgevingen toch telkens weer neerkomen op advies om minder minder minder te verbruiken. Het klinkt logisch en men is verbaasd dat dat toch niet zo goed lukt. Mensen staan niet te springen om in te boeten aan comfort en vaak, ja, aan luxe.
Dat is een heel normale reactie maar brengt met zich dat er helaas weinig verandert.
Ik wil daarom pleiten voor een andere aanpak die misschien wel meer kost in eerste instantie, maar op termijn wel degelijk tot een faire transitie kan leiden.
Een vervelend epifenomeen
Een vriend stuurde me onlangs een artikel uit de Monde Diplomatique van … 2008, veertien jaar geleden dus. Daarin wijst Hervé Kempf op de vele gevaren die op ons afkomen. Niet enkel klimaatverandering, maar tevens het verlies aan biodiversiteit en de zware vervuiling van de voedselketen door pesticiden.
Vandaag zou ik daar nog het oorlogsgeweld willen bijtellen – waarvan de ecologische gevolgen niet eens verrekend worden – en de groeiende armoede en ongelijkheid die een oplossing van de problemen in de weg staan.
Egypte, het land waar de volgende klimaatconferentie wordt gehouden, heeft een bijzonder slechte balans qua mensenrechten. Het is niet geheel toevallig dat het vooral de vakbonden en enkele uitzonderlijke denkers zoals Naomi Klein zijn die er aandacht voor vragen. Voor heel wat ecologische bewegingen is dit niet meer dan een vervelend epifenomeen.
Toch is er een nauw verband tussen een en ander, zoals blijkt uit een recent verslag van het South Centre in Genève. Bovendien is Egypte bijzonder hard voor alle milieubewegingen die beslist niet vrij kunnen handelen in hun land.
We moeten hopen dat de vele bewegingen in Sharm el-Sheikh voldoende aandacht zullen hebben voor de barslechte situatie in Egypte.
Maar wat dan?
Een oplossing voor de vele problemen van klimaatverandering kan er uiteraard niet komen door enkel naar de consumptie van rijke of arme burgers te kijken.
In orde van belangrijkheid denk ik dat in eerste instantie het oorlogs- en militair geweld moet aangepakt worden. Ook dat kan een wezenlijk argument worden in de pleidooien om in Oekraïne tot een onderhandelde oplossing te komen. President Zelensky wil er voorlopig niet van weten, maar zijn oorlog wordt gefinancierd door anderen die misschien wel een stem in het kapittel moeten krijgen, niet enkel om het bloedvergieten en de vernielingen een halt toe te roepen, maar eveneens om het milieu van ons allen te beschermen.
In tweede instantie moet de productiekant bekeken worden. Het bedrijfsleven is volop bezig met het zoeken naar milieuvriendelijke oplossingen, ook al zien veel ecologisten er enkel een soort eco-modernisme in. Niet alles kan door de beugel, uiteraard, maar als de chemische en de staalindustrie, om slechts die te noemen, kunnen afzien van fossiele brandstoffen, dan zijn we een heel groot stuk vooruit.
In derde instantie komt de consumptie aan de beurt. Het is duidelijk dat de energiecrisis van vandaag een goede gelegenheid kan zijn om de consumptie te verminderen, maar het enthousiasme van sommige groenen doet twijfel rijzen.
Heel veel mensen kunnen gewoon geen ‘graadje minder’ of ‘een dikke trui aantrekken’, omdat ze dat altijd al gedaan hebben en moesten doen om rond te komen. Kritiek op het zoeken naar gas in de wereld is daarom gewoon absurd, tenzij men mensen letterlijk in de kou wil zetten deze en volgende winter. Voor oude of zwakke mensen is kou ook een rechtstreekse oorzaak van ziekte of gewoonweg de dood. Kan men daar aub aan denken?
Ten tweede is het duidelijk dat hoegenaamd niemand een stap terug wil zetten in termen van comfort of luxe, zolang anderen dat niet hoeven te doen. Dit is wat Hervé Kempf in zijn artikel uitstekend uitlegt, aan de hand van Veblens theorie. Het gaat er dan ook niet om enkel de ‘echt rijken’ aan te pakken en hun privé-jets te verbieden, dat zal nooit het echte verschil maken, maar wel de betere middenklasse die het streefbeeld van grote massa’s mensen is.
En hoe?
Telkens wanneer ik stel dat ons nog nooit een echt aantrekkelijk alternatief is voorgesteld voor de huidige samenlevingsvorm, krijg ik te horen dat ik niet goed geïnformeerd ben. Dat is natuurlijk altijd mogelijk, maar ik kijk toch wel goed uit en lees erg veel. En ik vind het dus niet. Ook in het interview dat onlangs verspreid werd met Nick Meynen, toch één van de meest deskundige en ervaren ecologisten die ons middenveld rijk is, hoor ik niets over hoe onze wereld er binnenkort zou moeten uitzien. Er is een ‘cultuuromslag’ nodig, want ‘er zijn veel manieren om onze samenleving te organiseren’. Jawel, maar wordt het geen tijd om te stellen hoe? Wat zijn de concrete alternatieven? Hoe kan je mensen overtuigen met alleen maar ‘een graadje minder’ en ‘flygskam’?
Moeten we afzien van de industrie? Moeten we afzien van steden? Moeten we allemaal onze groenten zelf kweken? Moeten we onze solidariteit op communautair niveau zien te organiseren? Wat voor samenleving wordt dit? Als ik merk dat in heel veel landen acties gevoerd worden tegen alle vormen van mijnbouw, tegen windenergie en nu ook tegen de opslag van zonne-energie omdat batterijen kunnen branden, dan vraag ik me echt af aan welk soort wereld deze mensen denken.
We zijn deze maand precies met 8 miljard mensen op de planeet, dat is heel erg veel, en tegen 2050 worden het er wellicht 10 miljard. Het betekent dat er méér energie zal nodig zijn, want al deze mensen hebben recht op wat licht en op zuinige kooktoestellen. En alle mensen hebben recht op gezond voedsel. Het betekent dat er onvermijdelijk groei moet komen om iedereen een minimum aan waardig leven te bieden. Hoe denken de voorstanders van de-growth dat te doen?
Wanneer ze bedoelen dat de economie niet louter die groei als doel kan hebben, is het makkelijk ermee akkoord te gaan, maar misschien moet dan toch beter een andere term gezocht worden, want dit leidt tot ontzaglijk veel misverstanden.
Meer welzijn, meer welvaart
Kortom, op mondiaal vlak moet nog veel gebeuren om de militaire vervuiling een halt toe te roepen, het bedrijfsleven is druk bezig met het zoeken naar milieuvriendelijke alternatieven, al kunnen heel wat sectoren beslist meer doen, op het niveau van consumptie staan we eigenlijk nergens.
Mensen willen het niet doen met minder minder minder en we zullen ze nooit zo ver krijgen dat te doen uit vrije wil.
Er blijven dan twee opties open: verplichtingen en verbodsbepalingen opleggen in verband met licht, verwarming, autorijden of vliegen, of, wat me beter lijkt, een andere strategie bedenken.
Aangezien het belang van sociale rechtvaardigheid wordt erkend, kan de redenering misschien worden omgedraaid. Daarmee bedoel ik, niet uitgaan van een ecologische noodzaak en dan de scherpe kantjes eraf halen om de ‘armen’ niet al te zwaar te belasten. Wel beginnen met de noodzaak van sociale rechtvaardigheid, om iedereen het recht op een waardig leven te garanderen, en dan een milieubeleid ontwerpen met dat perspectief. Je komt dan meteen uit bij meer investeringen, voor de isolatie van huizen bijvoorbeeld, voor schonere auto’s, voor zonne- of windenergie. Dit zijn taken die de overheid op zich kan nemen of sterk kan stimuleren. Op die manier beloof je mensen een beter leven, met méér comfort en zal het makkelijker zijn ze te overtuigen. Méér welzijn en voor velen méér welvaart, lijkt me de enige mogelijkheid om een groot gedeelte van de bevolking tot de groene zaak te overhalen. Omgekeerd lukt niet en zal nooit lukken. Een belofte van vooruitgang voor de grote meerderheid, wat is er fout aan?