Saoedi-Arabië volhardt in haar streven om de olieproductie niet te laten dalen. Het mislukken van de onderhandelingen om de inkrimping van het olieaanbod op de globale markt te bereiken, is niet het fatalistisch einde van het oliekartel. Het is meer het begin van nieuwe allianties met als doelstelling de concurrenten te ruïneren.
De recente olietop in Doha in de tweede helft van april 2016, maakt een en ander nog duidelijker. Na vijf dagen van onderhandelingen en harde discussie was het mislukken van de bijeenkomst niet te vermijden. Saoedi-Arabië heeft na het opheffen van de opgelegde sancties tegen Iran haar strategie ten opzichte van Teheran nog verhard. Hierdoor is de strijd tegen de goedkope olie beslecht: de petroleumprijs zal nog een tijd laag blijven. Daarentegen is een andere strijd terug opgeflakkerd tussen de twee landen. Een strijd die niet alleen draait om religieuze redenen in de islamitische wereld tussen soennieten en sjiieten.
Machtsstrijd
Het gaat er om wie de macht in de Golf heeft, en dus zo de heerschappij in handen heeft over de belangrijke olieregio. De mislukking van de Doha bijeenkomst maakt duidelijk dat de energiemarkt tot een slagveld is herschapen. Het is een productieslag tussen Riyad en Teheran. In Jemen bevinden beide landen zich in staat van oorlog, ook in Syrië staan ze als vijanden tegenover elkaar. Beide landen drijven hun militaire en wapencapaciteit op.
De rivaliteit tussen beide landen werpt zijn schaduw op de oliewereldmarkt. De Saoedische kandidaat kroonprins Mohammed Bin Salmon liet via de financiële dienst van Bloomberg weten dat het koninkrijk zijn oliewinning met 10 procent, 1,5 miljoen barrel, gaat opdrijven. Maar ook Iran laat er geen twijfel over bestaan dat het zijn dagproductie met vier miljoen barrel wil verhogen naar het niveau dat Teheran voor de westerse boycot produceerde.
Riyad wil alles ondernemen wat in haar macht ligt om te verhinderen dat Iran zich economisch zou herstellen via de oliemarkten. In deze Saoedische strategie speelt de olieprijs een belangrijke rol. Als de olieprijs laag blijft op 40 dollar in de plaats van 60 dollar, verliest Iran dagelijks meer dan 120 miljoen dollar. Ook Saoedi-Arabië heeft het op zich moeilijk met zo’n lage prijs, maar hoopt deze veldslag te kunnen volhouden dankzij haar deviezenreserve. Deze zijn echter wel al voor 135 miljard opgebrand in deze oliestrijd die Riyad zelf aanwakkerde.
Saoedi-Arabië bruskeert Rusland
Het gevaar bestaat dat deze strijd om de olieprijs zich verder zet doorheen 2016 en in 2017 en zal leiden tot verdere destabilisatie op verschillende plaatsen in de wereld; vraagt het maar aan Venezuela. Als Riyad zijn olieproductie opdrijft tot meer dan elf miljoen barrel, dan kan de olieprijs verder dalen tot 30 dollar. Hierdoor zou ook Rusland een groot inkomstenverlies lijden, wat Moskou uiteraard in grote mate ergert. Het antwoord van Moskou liet niet lang op zich wachten. Na het mislukken van de Doha bijeenkomst, verkondigde de Russische viceminister Sergei Storchak dat Moskou vijf miljard dollar aan Iran leent. Dat is een goed gekozen tijdstip, hiermede geeft Moskou een duidelijk signaal richting Riyad. Als Saoedi-Arabië zich verder blijft verzetten tegen een afgeremde olieproductie dan zal Rusland Iran helpen voor zijn economisch herstel.
Iran krijgt Indische miljarden
Iran weet deze avances uit te buiten voor economische en strategische redenen. Teheran streeft sinds de opheffing van de westerse boycot ernaar om met alle mogelijke middelen zijn grondstoffensector internationaal terug concurrentieel te maken. Zo heeft Iran onlangs een 20 miljarden pact met India gesloten. Aziaten investeren hun geld in de Iraanse infrastructuur en kopen meer olie van het land. Dergelijke akkoorden zijn voor Teheran belangrijk, het land herbergt immers grote olie en gasreserves. Maar door de opgelegde sancties was het niet mogelijk om deze volop te exploiteren, de olie en gasproductie te vergroten en te exporteren. Alleen met miljarden financiële injecties, zoals deze van Rusland, India en China kan Iran nu de lage olieprijs overleven en op termijn terug groeien als een energiegrootmacht.
Besluit
Op de mondiale oliemarkt is het nu nog afwachten of de daling in de olieproductie in de Verenigde Staten verder zal gaan. Heel wat ondernemingen uit de fracking industrie stoppen hun activiteit. Maar de vraag naar petroleum zal al zwaar moeten stijgen wil de prijs opklimmen naar 80 dollar per barrel. Want het centrale punt blijft het beleid van het Saudisch koningshuis. Zo lang het de olieprijs als een decisief wapen beschouwt in de machtsstrijd over de Golf, zal er geen beleidswijziging komen. Zo lang het gelooft dat de politiek van de lage prijs Teheran in de moeilijkheden blijft brengen, en dat de nieuwe Iraanse contracten met Rusland, China en India geen fundamentele wijziging in de krachtsverhoudingen veroorzaken, zal het verder gaan op de weg van goedkope olie tot de machtsstrijd is beslecht.