Op 4 november begint in Qatar de tweede VN-Top over sociale ontwikkeling. De eerste werd in Kopenhagen gehouden in 1995. Dat was de periode dat iedereen de mond vol had over armoedebestrijding, want dat was de ‘nieuwe droom’ van de Wereldbank.
De VN-Top heeft er echter veel meer aan toegevoegd. Er was nog een hoofdstuk over werkgelegenheid en één over sociale integratie. En de politieke verklaring van de Top was geformuleerd in termen van ‘verbintenissen’.
Dertig jaar later is de toestand veranderd. De drie hoofdstukken zijn weliswaar behouden, maar er is geen sprake meer van verbintenissen. Enkel beloften. Gelukkig zijn er wel enkel transversale thema’s aan toegevoegd, zoals voedselzekerheid, klimaatverandering en biodiversiteit, gezondheidszorg en onderwijs, gendergelijkheid en racisme.
Ongelijkheid wordt in de ontwerptekst wel vermeld, maar er wordt beslist geen klemtoon op gelegd, laat staan dat de regeringen van plan zijn ze aan te pakken.
Wat bovendien kan verbazen is dat ons land, samen met Marokko, de twee faciliterende landen waren voor deze conferentie. Toch is er nauwelijks enige aandacht aan besteed in de media, omdat België deze ‘facilitering’ zeer letterlijk heeft genomen, dit is, vooral geen nieuwe ideeën naar voren heeft geschoven.
Uit dit alles kan slechts één besluit worden getrokken: de sociale ambitie is ver weg.
Het sluit aan bij andere vaststellingen: op de jaarvergadering van de Wereldbank en het IMF in oktober was van die droom van de Wereldbank evenmin iets te merken, noch van de vertaling sindsdien in termen van ‘sociale bescherming’. De speech van de voorzitter van de Wereldbank, waar elk jaar naar uitgekeken wordt, ging over jobs, jobs, jobs. Iedereen aan het werk!
Het laatste verslag van ITUC, de Internationale Confederatie van vakverenigingen sprak begin dit jaar al over een ernstige uitholling van het arbeidsrecht, niet enkel in landen van het Zuiden, maar ook in de rijke wereld.
In de Europese Unie blijft het wachten op het nieuwe actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten én op een nieuw en beloofd armoedeplan.
Ondertussen moest de Wereldbank haar armoedecijfers bijstellen en er honderd miljoen aan toevoegen. Met een boven alle waarschijnlijke zekerheid kunnen we stellen dat als de Belgische regering haar plannen doorvoert, ook hier de armoede zal toenemen.
Wereldwijd is er, zo wordt gezegd, geen geld voor een degelijke sociale bescherming. Nagenoeg vier miljard mensen in de wereld hebben er nog geen schijn van gezien.
Het aantal miljardairs neemt wel pijlsnel toe, maar praten over een vermogensbelasting blijft taboe.
Er ontstaat wereldwijd dan ook een sterk gevoel van onrechtvaardigheid. De talrijke protesten van GenZ gaan precies daarover. Wat zij vragen zijn essentiële elementaire en fundamenteel simpele dingen: gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en… democratie. Het zijn zaken die ondanks de vele woorden die er mondiaal aan gewijd zijn de afgelopen decennia, steeds minder aanwezig zijn.
De Speciale Rapporteur van de VN voor extreme armoede en mensenrechten, de Belg Olivier De Schutter, schreef zopas een erg interessant verslag. Hij legt uit dat als we de groei van extreemrechts willen tegengaan, we méér moeten doen voor sociale bescherming. Het is het enige en beste instrument om het groeiend fascisme een halt toe te roepen.
Ons land heeft nog steeds één van de beste verzorgingsstaten ter wereld, ondanks alle tekortkomingen en ondanks alle bedreigingen.
In plaats van dit systeem verder af te bouwen zouden we met Europese partners alles in het werk moeten stellen om dit systeem van bescherming te promoten. Het kost veel minder en biedt een betere bescherming dan de dure militarisering waar nu alles aan opgeofferd wordt. De Europese Commissie laat de begrotingsnorm varen voor militaire uitgaven, maar plaatst verschillende landen – waaronder België – onder begrotingstoezicht omdat ze daar voor hun andere overheidsuitgaven boven zitten. Dat zal zich op termijn wreken.
De ‘sociale kwestie’ ontstond in de negentiende eeuw toen de industrialisering vooral armoede en ellende betekende voor de arbeiders. De Franse Revolutie had gelijke rechten en individuele vrijheden ingevoerd, de sociale kwestie werd echter vergeten.
Daar is vanaf toen verandering in gekomen en men ging werken aan economische en sociale rechten en een vrij ingewikkeld geworden systeem van sociale bescherming, openbare diensten en arbeidsrecht. Het is dat systeem dat nu op de helling staat. Om die dreiging af te wenden moet dringend worden nagedacht over hoe het kan worden vernieuwd en versterkt om rekening te houden met de veranderingen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Het is de prijs die moet betaald worden om de solidariteit in de samenleving te behouden.
