Gemeenteraadsverkiezingen in Zuid-Afrika
Dat het ANC [Afrikaans Nationaal Congres] het bestuur van Kaapstad, zetel van het Zuid-Afrikaanse parlement, aan de oppositie moet laten, dateert van 2006. Dat het ANC ook het bestuur over Port Elisabeth, opgegaan in Nelson Mandela Bay, over moet dragen aan de oppositie, in Tshwane, waarvan Pretoria een onderdeel is, niet meer de grootste partij is, en in Johannesburg zijn absolute meerderheid kwijtgespeeld is, dat is wel nieuw.
Dat is het resultaat van de onlangs op 3 augustus gehouden gemeenteraadsverkiezingen. Het zijn symbolische nederlagen, nota bene in een havenstad in de Oost-Kaap, de regio waarvan het ANC zijn historische leider Mandela afkomstig is, de stad waar de regering gevestigd is en het economische zenuwcentrum van het land. Alsof de kiezer het ANC in zijn hart getroffen heeft.
Dooreen genomen behaalt het ANC 54% van de stemmen. Dat is acht procent minder dan bij de parlementsverkiezingen van twee jaar geleden en de gemeenteraadsverkiezingen vijf jaar terug. Het gaat om meer dan symboliek. Er zijn diepgaande redenen van uiteenlopende aard die de achteruitgang van het ANC verklaren.
Tanende populariteit
In de eerste plaats is het een normale gang van zaken dat een partij die 22 jaar lang alle verkiezingen met vlag en wimpel wint en de facto een machtsmonopolie heeft, stilaan van haar pluimen verliest. Vanzelfsprekend speelt ook de internationale conjunctuur mee. Zoals dat het geval is in de andere toonaangevende landen van wat de laatste jaren de BRICS is gaan heten, de nieuwe, snelle groeiers als Brazilië, Rusland, India en China, zit de klad in de Zuid-Afrikaanse economie. Op het Afrikaanse continent heeft Nigeria het land voorbijgestoken. Volgens de vooruitzichten zit er voor dit jaar nauwelijks groei in, minder dan één procent, en de werkloosheid blijft met ruim een kwart van de beroepsbevolking torenhoog. De wat stokkende economie in China, Zuid-Afrika’s belangrijkste handelspartner, heeft de vraag naar grondstoffen als goud, ijzer, platina en steenkool afgezwakt en de prijs op de wereldmarkt laten dalen. Er zijn in de mijnsector de voorbije jaren 35.000 banen gesneuveld. Met zo’n negatieve balans krijgt elke regeringspartij waar dan ook klappen.[irp]
Het ANC moet ook zijn hand in eigen boezem steken. Ondanks de inspanningen die de regering geleverd heeft, op het vlak van huisvesting en leefloon b.v., om de armoede, erfenis van de apartheid, te bestrijden, is het resultaat niet navenant. Ruim een derde van de Zuid-Afrikanen moet het maandelijks met 30 € of minder stellen. Het liberale model dat zoals overal in de BRICS-landen van toepassing is, maakt dat de tien procent rijksten zich twee derde van het nationale inkomen toe-eigenen, een cijfer dat twee keer zo hoog ligt als in Europa. De ongelijkheid die de apartheid kenmerkte, is m.a.w. gebleven maar heeft een wat donkerder kleur gekregen, met het ontstaan van een kleine, zwarte, schatrijke elite.
Onvrede bij de kiezers
Het hoeft geen betoog dat wie geen dertig is en de apartheid nooit aan de lijve ondervonden heeft, voor wie het ANC geen voorvechter is in een sociale en politieke strijd maar een machine die de macht uitoefent en voor wie Mandela een figuur uit het verleden is, gevoelig is voor de lokroep van andere partijen. Links van het ANC trekt het EFF [Economic Freedom Fighters of Economische Vrijheidsstrijders] acht procent van de kiezers aan, een scheurgroep die blanke boeren wil onteigenen en de mijnen nationaliseren. Een grote doorbraak maakt de Democratische Alliantie, die 26% van de stemmen behaalt. Tot voor kort slaagde de DA er niet in om te scoren bij de zwarte Zuid-Afrikanen maar de manier waarop haar toenmalige leider, Helen Zille, Kaapstad als burgemeester bestuurd heeft, en de verkiezing tot haar opvolger van Mmusi Maimane, een jong, zwart gezicht, hebben ongetwijfeld een hoop zwarte Zuid-Afrikanen de stap laten zetten. Kon je je als kritische kiezer verkiezing na verkiezing afvragen welk valabel alternatief je had voor het ANC, dan is er nu een antwoord. Zelfs het liberale programma van de DA kan geen tegenargument meer zijn.
De factor “Zuma”
Een laatste, belangrijke verklaring voor de achteruitgang van het ANC ligt hem in de geur van corruptie, collusie met het zakenleven en persoonlijke verrijking die er rond de partij hangt. De uitspraken van hoge rechtbanken m.b.t. president Jacob Zuma (foto) illustreren dat het best. In maart heeft het Grondwettelijke Hof hem opgedragen een deel terug te betalen van het overheidsgeld dat er uitgegeven is om zijn privé-residentie in Nkandla, in KwaZulu-Natal, op te smukken met een zwembad, een kliniek en een landingsplaats voor helikopters. Voor wat oorspronkelijk 100.000 rand mocht kosten, is er uiteindelijk 246 miljoen besteed, ruim 16 miljoen €. Van die som moet Zuma tegen september een klein half miljoen terugbetalen, hooguit zo’n drie procent dus. Het ministerie van Financiën is mild geweest. Overigens is ook in de gemeenteraad van Nkandla het ANC zijn meerderheid verloren.
In mei heeft het Hooggerechtshof beslist dat Zuma wel degelijk terecht moet staan voor corruptie. Het verbreekt een vonnis van 2009 dat 738 beschuldigingen tegen hem liet vallen. De zaak draait rond steekpenningen n.a.v. een wapencontract met het Franse Thales, waarvoor een financieel raadgever van Zuma in 2005 veroordeeld is. Toenmalig president Mbeki ontsloeg als gevolg daarvan Zuma, toen zijn vice-president. Maar Zuma’s liedje was niet uit. In 2009 kwam hij terug, als president, en dat blijft hij tot in 2019. Als alles goed gaat.
Onzekere toekomst
Het ANC beseft na de gemeenteraadsverkiezingen dat hoe langer Zuma de lakens uitdeelt, des te sneller de partij haar macht af dreigt te kalven en haar aanhang te verkleinen. Hij is een blok aan het been van het ANC. Het is niet eens 100% zeker dat hij het einde van zijn mandaat haalt. Hoe dan ook wijst het ANC eind 2017 een nieuwe voorzitter aan. Die neemt in principe twee jaar later de plaats van Zuma als president in.
Zuma’s opvolging is sinds kort uitgegroeid tot een hot item en het is uitkijken hoe die interne strijd afloopt. De messen worden geslepen. Jongeren hebben met de benen gekozen en zijn hun leider Julius Malema naar het EFF gevolgd. Ouderen uit de gewapende vleugel roeren zich intern. Communisten als Gwede Manteshe, secretaris-generaal van het ANC, geven openlijk commentaar. Ondervoorzitter Cyril Ramaphosa, gewezen vakbondsman omgeturnd tot zakentycoon, loopt zich warm, net als Nkosazana Dlamini-Zuma, gewezen echtgenote van de president en tegenwoordig voorzitter van de commissie van de Afrikaanse Unie. Het ANC staat voor woelige tijden. Zowel de kiezer als justitie hebben van zich afgebeten en dat kan het gehalte van de Zuid-Afrikaanse democratie alleen maar opkrikken.