Natuurlijk was de persvoorstelling van de nieuwe Europese Commissie – de voorlopige nieuwe Commissie, want de aangewezen kandidaat-commissarissen moeten eerst nog spitsroeden lopen in hoorzittingen door het Europees Parlement – een goed nieuws show. Fouten zijn er in haar eerste Commissie (2019-2024) niet gemaakt, dat de Fransman Thierry Breton in een boze brief aan Von der Leyen per direct ontslag nam als commissaris van interne zaken, deed even niet ter zake. Breton, die met de Deense Margrethe Vestager het digitaal beleid van de Europese Unie in ambitieuze wetten goot (onder meer over het gebruik van Artificiële Intelligentie, digitale bescherming, de verwijdering van schadelijke inhoud, en eerlijke mededinging tussen de grote platforms), lag mee aan de basis van omvangrijke boetes voor Google en Amazon, en vooral van een strakkere houding tegenover de Amerikaanse concerns.
Koehandel
Dat hij de eer aan zichzelf hield was een pijnlijke sneer naar zowel de Commissievoorzitster als naar de Franse president Macron. “Met Von der Leyen valt niet meer te werken”, zei hij. Hij besefte pas laat dat achter zijn rug Von der Leyen een koehandel opzette met Macron over zijn verwijdering – in het voordeel van Stéphane Séjourné, de huidige minister van buitenlandse zaken en vertrouweling van de president. Een trouwe bondgenoot in plaats van een dwarse doordenker, die meer en meer een rivaal werd voor Macron (met het oog op de verkiezingen van volgend jaar) en een fistel was voor Von der Leyen. Macron had gerekend op een belangrijker portefeuille, “advancing Europe’s strategic autonomy — including on industrial policy and defense — according to French officials. But there were fears in Paris that Breton’s portfolio was being watered down” (Politico). Dat was de drogreden. In feite was het zakeninstinkt van Breton, en dus de bescherming van de Europese industrie, een doorn in het oog van beide politici: voor Macron door zijn beslagen verleden bij Bull, Axa, Bank of America, Asian Development Bank, IMF, EIB, EBRD en andere, voor Von der Leyen botste hij met “haar harde, presidentiële reputatie” (ewmagazine) die zij verwart met goed bestuur. Breton liep zelden in het gareel én boekte resultaten. Maar Von der Leyen drong in het geniep aan op een makkelijker kneedbare vervanger. Macron aarzelde geen moment om Von der Leyen (van EVP-signatuur, na haar herverkiezing door Breton gnuivend afgeserveerd) ter wille te zijn: hij schoof onmiddellijk Séjourné naar voren, voormalig fractieleider van het liberale Renew (2021-2023), waarin Macrons Renaissance Partij de onbetwiste voortrekker is, ook al is ze afgezakt van de derde naar de vijfde belangrijkste partij in het Europees Parlement.
Of Séjourné nu een zwaarder wegende functie heeft, staat nog te bezien. Hij werd wel genoemd als eerste vicepresident, maar die benaming is verdwenen. Want, aldus Von der Leyen, “The Treaty says, each member of the College is equal. En each commissioner had an equal responsibility to deliver on our priorities. That means that all commissioners must work together”. Want als leidraad heeft ze gekozen voor het rapport dat Mario Draghi op haar verzoek indiende over de toekomst van Europa’s concurrentievermogen. <dat zet zwaar in op technologische onafhankelijkheid, veiligheid en democratie. “Designing a bold industrial strategy with innovation and investment at heart”, zo interpreteert Von der Leyen dat. Zeer tot woede van de meer sociaalgezinde fracties, die terecht de vraag stellen naar de nieuwe zware financiering van het bedrijfsleven van 800 miljard euro per jaar, zowat 4,5 % van het Europese BBP. Nadat de banken al gered werden in de crisis van 2008 door openbaar geld (zonder een tegengebaar van diezelfde banken achteraf) ten koste van steun voor de klimaatregelen, de minderbedeelden, de gezondheid en de onevenwichtige belastingdruk. Het toenemend uiteendrijven van de rijkere landen en de meer identiteitsgehechte lidstaten zal daardoor alleen maar versnellen.
Von der Leyen spant daar een nogal doorzichtig scherm over. Ze betoogt dat alle bevoegdheden even belangrijk zijn. Het tegendeel is waar: ze wijst zes “uitvoerende commissarissen” aan, vier vrouwen en twee mannen, om het lang niet bereikte evenwicht (11 op 27 leden, of 40 % tegenover 60 % mannen) wat meer in evenwicht te houden. Belangrijker is, liet Wouter Beke (EVP) zich grijnzend ontvallen, dat de EVP liefst 14 van de 27 mandaten in handen krijgt. Terwijl Von der Leyen voorwendt met alle aspecten rekening gehouden te hebben: geografische spreiding, geslacht, onderlegdheid, verplichte spreiding van bevoegdheden over twee of meer functies of rechtstreekse rapportering aan haar zelf, zoals de commissaris voor handel en economische veiligheid, de relaties tussen de instellingen en transparantie, Maroš Šefčovič uit Slovakije, of Valdis Dombrovskis, bevoegd voor economie en productiviteit, invulling van projecten en vereenvoudiging van de bureaucratie.
De macht
De tactiek van Von der Leyen wordt meteen duidelijk. Verdeel en heers. Er is een duidelijke verticale opbouw in de Europese Commissie die ruikt naar machtsconcentratie. Ze was al druk doende om kleinere landen meer macht voor te spiegelen als ze een vrouw zouden aanduiden. Onder meer België en Slovenië zijn daar op ingegaan).
Hadja Lahbib krijgt crisismanagement, allicht als antwoord op de amateuristische wijze waarop ze werd voorgedragen, in een land waar de vorming van drie regeringen een Dreigroschenoper is geworden. Ze krijgt er burgerbescherming bij, in een land waar de gevangenissen uitpuilen en het gerecht jaren achterstand heeft, mede door de trage behandeling van rechtszaken. En ze mag zich bezighouden met humanitaire hulp. Ik heb met haar een kwartier aan tafel gezeten, waar ze trots op is: “Mijn eerste optreden op buitenlandse zaken was bij de VN over hulppromamma’s. Ik heb intussen ook al gepraat met Mirjana Spojaric-Egger, de nieuwe directrice van het Internationale Rode Kruis in Génève. Daar wil ik op doorgaan, vooral omdat het RK neutraal blijft in conflicten”. Aan de andere kant moet ze wel nog haar taken instuderen vóór de hoorzitting, en blijft ze dus thuis voor de Algemene Vergadering van de VN in New York volgende week.
Slovenië, na Hongarije nog een treuzelaar in de ogen van Brussel, wachtte tot dinsdagmorgen om zijn definitieve keuze over te maken. Het werd niet de tot het laatst verdedigde Tomaž Vesel van het Rekenhof. Die trok zich te elfder ure terug na, naar eigen zeggen, “onverenigbaarheid van beleidsstandpunten met Von der Leyen”. Het werd dan Marta Kos, een vrouw. Zij wordt belast met de uitbreiding van de Unie, naar het Oosten uiteraard – over Ijsland en Noorwegen wordt niet meer gerept.
Von der Leyens machtshonger blijkt ook uit haar onstelpbare pleidooien voor een eigen wapenindustrie, meer geld voor uitrusting, en bijkomende hulp voor Oekraïne. Haar verleden als minister van landsverdediging (en bewapening) in Duitsland, trekt ze onbevraagd door – de Duitse wapenindustrie, met name van duikboten en tanks, is natuurlijk gedeeltelijk een compensatie voor de kwakkelende auto-industrie – die de EVP zonder veel moeite zij het begrijpelijk absoluut wil redden: ze is goed voor tussen de 8 % en 12 % van het Duitse BBP. Hilde Vautmans van Renew mikt vooral op het einde van de weifelende politiek tegenover Oekraïne: “We geven gas, we remmen. We geven gas, we remmen. Vandaar twee duidelijke eisen: één, Oekraïne moet onmiddellijk toelating krijgen om Europese wapens op Russisch grondgebied in te zetten. België, Nederland, Denemarken, we hebben eindelijk die F-16’s geleverd. En nu gaan we zeggen, neenee, ge moogt ze niet gebruiken. En twee, een echte Europese Defensie-Unie, dat is wat me moeten realiseren”.
Groen parlementslid Saskia Bricmont kijkt daar heel anders naar. Zij ziet in deze maneuvers een gevolg van de opmars van uiterst rechts gedachtengoed. Groen neemt het niet dat Von der Leyen, na maanden de Italiaanse regeringsleidster Giorgia Meloni (Fratelli d’Italia) opgevrijd te hebben, haar nu beloont met de benoeming van Raffaele Fitto (ex-Forza Italia van Berlusconi) tot één van de zes uitvoerende (en dus belangrijker) vicepresidenten. Hij krijgt cohesie en hervormingen, net het speeltje van al wat conservatief is in de Unie. En dat vloekt met het rapport Draghi, dat aandringt op meer integratie van de lidstaten. Onder het mom van regionale ontwikkeling en stadsbeleid heeft hij een sterkere greep op plaatselijke investeringen en groeiplannen. “J’attendais d’Ursula von der Leyen qu’elle mette en place un cordon sanitaire, en excluant l’extrême droite de postes à responsabilité. La nomination de Raffaele Fitto comme vice-président exécutif affaiblit les valeurs démocratiques fondamentales de l’UE et normalise la présence de l’extrême droite au pouvoir.” Andere kritiek richt ze op de verbrokkeling van bevoegdheden, vooral inzake klimaatbeleid en verbeteringen in de armoedesector. Terecht mikt ze op Draghi die als kernwoord “mededinging” hanteert. Dat strookt met wat Von der Leyen als grondslag van haar beleid naar voren schuift: “”Core priorities (…) are built around prosperity, security, democracy. The backdrop is: competitiveness in the twin transition, and they are very much intertwined and cross-cutting”.
Blussers
Hoe meer macht Von der Leyen naar zich toetrekt, hoe zwakker tegelijk de “meerderheid” wordt in het Parlement. De drie traditionele gezindten (EVP, S&D, Renew) zullen steeds vaker rechtse brandjes moeten blussen. En bij belangrijke stemmingen hulp moeten zoeken als ze het niet eens met elkaar zijn of met interne scheuringen te kampen krijgen. Net daarom mag een technocratisch bewind, zoals Von der Leyen nastreeft, niet eens overwogen worden. Of de Commissie op 1 november van start kan gaan, blijft erg twijfelachtig. Oktober telt twee volwaardige zittingen van het Parlement in Straatsburg. Het is ondoenbaar om alle 26 kandidaat-commissarissen af te haspelen in de tussentijd van amper één volle week. (Von der Leyen zelf is aangewezen door de Raad van regeringsleiders). Als er dan nog tegengewrongen wordt bij zwakke verdedigingen en kennis, is het hek van de dam.
Een crisis die de EU zich eigenlijk niet kan veroorloven, en brood op de molen is van de sceptische lidstaten. Voorop huidig Europees voorzitter Hongarije: in plaats van de doelstellingen te komen toelichten van zijn voorzitterschap, heeft Orbán handig gebruik gemaakt van de natuurramp, die orkaan Boris in zijn buurlanden heeft veroorzaakt, om noodweer in te roepen. Hij komt niet. En eigenlijk is niemand daar rouwig om. Hijzelf het minst. Zijn pseudovervanger, de minister van Europese Zaken János Bóka, kwam nogmaals – uitsluitend in het Hongaars – uitleggen dat de Unie hysterisch reageert omdat Boedapest vanaf 1 juli makkelijker visa verstrekt aan Russische en Wit-Russische arbeiders. Hij klaagt ook over de onwil van het Parlement om het Hongaarse standpunt te agenderen. De door hen geleide nieuwe fractie Patriotten voor Europa (derde grootste fractie intussen) heeft bot gevangen. Maar ze hebben wel al een internationale woordvoerder, heb ik gemerkt. Hij zal me zijn coördinaten sturen.