Insa Meinen, De Shoah in België, De Bezige Bij, Antwerpen, 2011, 331 blz. ISBN 9789085422839
Hoe groot was de rol van Belgische politici en ambtenaren bij de deportatie van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog? Hoe ‘gewillig’ zijn de slachtoffers zelf geweest? Dat zijn enkele van de kernvragen die de Duitse historica Insa Meinen zich stelt in dit uniek onderzoek over de Shoah in België.
Voor België is er in Duitsland weinig aandacht en zeker dan als het gaat over die bijzonder pijnlijke periode tijdens het Hitlerregime. Insa Meinen bracht daar verandering in. Zij is onderzoeker aan de Carl von Ossietzky Universiteit in Oldenburg. Vanuit die universitaire observatiepost kon zij uitvoerig te rade gaan in zowel Duitse als Belgische archieven. Ze kwam in het Bundesarchiv van Berlijn zeer interessante documenten op het spoor van de Geheime Feldpolizei, die volgens haar een belangrijke rol hebben gespeeld in de Jodenvervolging. Voor wat België betreft kon zij gebruik maken van het archief van de Vereniging van Joden in België (VJB), van de Belgische Dienst Oorlogsslachtoffers (DOS) en – heel belangrijk – van dossiers van militaire rechtbanken die beschikten over verhoren van gearresteerde Duitse ambtenaren die actief waren geweest in de Brusselse Gestapo of in de Dossinkazerne van Mechelen. De Duitse historica kon ook beschikken over getuigenissen van meer dan de helft van de 1200 overlevenden van de Shoah.
Met dit werk plaatst Meinen zich naast de Belgische historici Maxime Steinberg (L’Etoile et le fusil) en Lieven Saerens (Vreemdelingen in een wereldstad, een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking), die al eerder een standaardwerk over dit onderwerp schreven. Saerens’ these dat uit Antwerpen procentueel veel meer Joden werden gedeporteerd dan uit Brussel, heeft in het Belgische onderzoek ingang gevonden, maar wordt door haar betwijfeld. Meinen volgt hem niet in zijn conclusie dat er meer Antwerpse Joden vervolgd werden dan in Brussel en dat dit iets zou zeggen over de medewerking van de Antwerpse autoriteiten. Volgens Meinen slaan Saerens’ cijfers op statistieken, die zich beperken tot een kleine zestig procent van de slachtoffers en kunnen slechts conclusies getrokken worden na analyse van alle konvooien. Volgens de historica wordt in de Belgische onderzoeksliteratuur vooral de rol van grootschalige razzia’s en andere massale acties waarbij de plaatselijke politie betrokken werd, benadrukt. Zij legt een heel ander accent in haar boek. Het is haar stelling dat de Joden die uit België werden gedeporteerd meestal individueel of in kleine groepen werden gearresteerd. Uit onderzoek in het Berlijnse Bundesarchiv blijkt dat de in België vervolgde Joden direct na het begin van de deportaties hun huizen begonnen te verlaten, onderdoken, de gele ster aflegden en valse papieren probeerden te krijgen. Die tendens nam meteen zo’n grote dimensie aan dat de Duitse vervolgingsinstanties zich genoodzaakt zagen af te zien van grote razzia’s. Daarom moesten ze overgaan tot een nieuwe methode, die erin bestond dat ze Joden individueel of in kleine groep begonnen te arresteren. Hoe zijn de Duitsers er dan toch in geslaagd om met hun beperkt personeelsbestand meer dan tienduizend Joden op te pakken? Dat is haar onderzoeksvraag en zo kwam Insa Meinen terecht bij een aantal Duitse instanties waarover tot dan toe niet zoveel geweten was. Het ging in de eerste plaats over de Feldgendarmerie of de Duitse militaire politie en de geheime Feldpolizei, het uitvoerend orgaan van de Duitse Abwehr of contraspionage. Al die instanties – en ze voegt er ook nog de Grenzschutz en medewerkers van de Reichsfinanzverwaltung aan toe – werden volgens haar handlangers van Hitler omdat ze onafgebroken Joden arresteerden, die ze aan de Duitse Sicherheitspolizei en Sicherheitsdienst (Sipo-SD) uitleverden. Volgens Meinen wordt er in de hele Shoah-reseach te veel nadruk gelegd op de collaboratie van de Belgische autoriteiten met de Duitsers en is de hoofdrol van de Duitsers daarbij iets op de achtergrond geraakt.
Met ‘De Shoah in België’ maakte Insa Meinen het eerste Duitse wetenschappelijke werk over de Jodenvervolging in België. Gelukkig zorgde De Bezige Bij, Antwerpen voor een Nederlandse vertaling, zodat dit werk ook ontsloten wordt voor een lezerspubliek dat deze onverwerkte bladzijden in de geschiedenis van dit land ook eens vanuit een Duitse wetenschappelijke invalshoek kan bekijken.
(Uitpers nr. 136, 13de jg., november 2011)