Big Brother
Voor mensen die menen dat het internet synoniem is van ‘vrijheid, blijheid’, toont de auteur aan dat de heersers van het net (Google, Apple, Facebook, Amazon) ons van de wieg tot het graf in hun greep hebben. Met hun algoritmes zijn ze in staat onze behoeften en wensen te raden of diensten te verzinnen die we denken nodig te hebben. Zo aanvaarden we stilzwijgend een digitaal object te worden. De bedrijfslogica van Google en Facebook is op een verborgen controle gebaseerd. De meeste mensen merken niet dat zij buiten hun weten en zonder hun toestemming worden gevolgd, bespied en geanalyseerd. Wordt ons recht op privacy uitgehold? Neen zegt De Swert, het werd onteigend.
Iedereen weet dat de gegevens die wij op het internet prijsgeven door Google aan adverteerders worden verkocht. Maar er is niet alleen de datahandel, er is ook de realiteitshandel die het gedrag van mensen boetseert in ruil voor ontvangsten. Dat het gebruik van Google gratis is, lijkt eveneens een illusie. Wij werken en betalen voor dat gebruik. Wie vandaag een auto-ongeval heeft en dat in een e-mail meldt, kan morgen het aanbod van een garagist voor een nieuwe wagen op zijn gsm vinden. Door gebruik te maken van het internet maken we van onszelf een product.
Grijze boorden
De Swert onderzoekt in zijn boek vooral de weerslag van de digitale revolutie op het arbeidsproces. Zal de digitale toekomst arbeid vernietigen? De auteur is er niet zo zeker van. Volgens zijn (optimistische) visie kunnen robots op maat, in samenwerking met mensen, jobs creëren, de kwaliteit van jobs verhogen en mensen meer tijd bieden om zich te wijden aan wat ze interessant, belangrijk en opwindend vinden. De auteur ontpopt zich tot een waar ‘robotoloog’ door de kansen en beperkingen van robots uitvoerig en gedocumenteerd toe te lichten. De zogenaamde industrie 4.0 of digitale fabriek zal de maakindustrie in West-Europa zijns inziens niet doen verdwijnen. In ‘slimme’ fabrieken kunnen robots de industrie in leven houden. Robots zullen ook niet zonder meer jobs vernietigen. Robots zullen het vuile en repetitieve werk opknappen, maar daarnaast ontstaat er meer behoefte aan onderzoekers, ingenieurs en logistieke planners. De nieuwe technologieën kunnen volgens De Swert wel de gedaante van de arbeid beïnvloeden, maar het zijn eerder de ondernemingsstrategie, de arbeidsorganisatie en de regulering die de richting en de maat van de omwenteling zullen bepalen.
Inzake arbeidsorganisatie doen Google en Microsoft het uitschijnen alsof de toekomstige arbeidswereld een waar paradijs wordt: iedereen werkt waar en wanneer hij of zij wil. In feite maken digitalisering en internet het mogelijk dat bedrijven hun opdrachten niet alleen naar een ander bedrijf kunnen doorschuiven (outsourcing), maar ook via crowdsourcing aan een ongedefinieerde menigte kunnen aanbieden. Die potentiële ‘crowd- of cloudworkers’ zitten in een ‘cloud’ of wolk, waar ze door het bedrijf naar believen kunnen worden uitgeplukt om voor een door het bedrijf bepaalde duur en loon te werken. Zo ontstaat een virtueel personeelsbestand zonder beschot tussen arbeid en vrije tijd, zonder sociale zekerheid en zonder arbeidsrechten (geen ontslagbescherming of gewaarborgde vakantie, geen minimumloon en moederschapsbescherming). Zo ontstaat een categorie die De Swert de ‘grijze boorden’ noemt die tussen de blauwe boorden (arbeiders) en witte boorden (bedienden) mag postvatten.
Hebzucht aan de macht
Van de grijze boorden is het maar een stap naar de grijze economie. Op het bedrag dat iemand aan een Uber-chauffeur betaalt, worden geen belastingen of sociale bijdragen geheven, terwijl er evenmin sprake is van een bijdrage tot het bruto binnenlands product. Friedrich Schneider van de universiteit van Linz becijferde die grijze economie in 2009 op 2.000 miljard euro of 20 procent van het Europese bbp. Verder wordt die negatieve ontwikkeling een krachtige hefboom voor deregulering en defiscalisering en voor het scheppen van steeds meer precaire jobs die de overheid en de sociale zekerheid de middelen ontzeggen om hun opdrachten uit te voeren.
Op de koop toe vervagen de grenzen tussen loonarbeid en niet-loonarbeid. Steeds meer werknemers hebben een bijverdienste als zelfstandige. Ook de grenzen tussen arbeidsstatuten en nieuwsoortige jobs verdwijnen. Denken we maar aan schijnzelfstandigen; uitzendkrachten die voor één uur, één dag of één week moeten werken; freelancers; mini-jobs zonder belastingen en sociale bijdragen (Duitsland) en de flexi-jobs die in de Belgische horeca bestaan, maar die men tot andere sectoren wil uitbreiden.
De vraag rijst dan ook wie van de vermeend onomkoombare digitale krachten die onze arbeidsplaatsen bedreigen profiteert? De bedrijfswinsten bereiken immers een recordpeil, terwijl het loonaandeel in de nationale rijkdom overal daalt en de inkomens- en vermogensongelijkheid toeneemt. Wat bewijst dat arbeidsplaatsen niet door technologie worden vernietigd, maar door mensen en bedrijfsmodellen. Hebzucht geeft hier de doorslag.
Minder en beter werken
Tot slot wijst de auteur erop dat arbeid tot twee tegengestelde resultaten kan leiden. Arbeid kan ons tot machines en werktuigen herleiden. Maar arbeid kan ons ook verrijken en onze creatieve en empathische dimensies ontplooien. De tegenstelling tussen die twee mogelijkheden zal door de digitale technologie ongetwijfeld nog toenemen. Voor Gilbert De Swert komt het er dan ook op aan de kunst van het minder en beter werken te leren. Dat begint met de humanisering van de arbeid: minder stress, meer vrijheid en zelfbepaling. De Belgische stelsels van tijdkrediet en loopbaanonderbreking, die overheid en kapitaal willen afschaffen, moeten daarom volgens de auteur behouden blijven.
Gilbert De Swert rondt zijn zeer leerrijke boek af met twee citaten: ‘Ik heb de dag als te mooi ervaren om hem overmoedig door arbeid te ontwijden’ (Robert Walser in De zusters Tanner – 1907) en ‘In de 21ste eeuw zal de robot de plaats innemen die slavenarbeid bezette in oude samenlevingen. Er is geen enkele reden waarom het merendeel van dit alles niet zal gebeuren in minder dan een eeuw, en de mensheid vrijmaken voor het nastreven van hogere aspiraties’ (ingenieur Nikola Tesla (1856-1943).