Israël is sinds 16 juni een geprivilegieerde partner geworden van de Europese Unie (EU). Op de achtste bijeenkomst van de EU-Israël Associatieraad heeft de Europese Unie een positief antwoord gegeven op de vraag van Israël om de banden nauwer aan te halen. Israël heeft nu een zogenaamde ‘upgrade’ gekregen tot ‘speciale status’. De smeekbede van de Palestijnse Premier Salam Fayyad in een brief aan zijn Europese collega’s om geen opwaardering toe te staan zolang Israël zich niet schikt naar het internationaal en humanitair recht, is blijkbaar niet goed aangekomen.
Dat is op zijn zachtst gezegd een opmerkelijk feit. De EU oefent samen met diverse VN-instanties, zelf geregeld kritiek uit op de Israëlische mensenrechtenschendingen, de voortschrijdende kolonisatie en annexatie van de Palestijnse Bezette Gebieden. In het jongste jaarverslag van de EU over de mensenrechten wordt Israël medeverantwoordelijk geacht voor de verslechtering van de mensenrechtensituatie in bezet Palestijns gebied.(1)
Een officiële 14-koppige delegatie van het Europees Parlement stelde begin juni, na een bezoek aan het gebied, in een persverklaring het volgende: “We voelen heel sterk dat zonder een ernstig teken van geloofwaardige en tastbare verbeteringen op het terrein, de tijd nog niet rijp is voor het opwaarderen van de EU-Israël relaties.”(2) Frieda Brepoels, Europarlementslid en lid van de Parlementaire delegatie voor de relaties met het Palestijnse zelfbestuur voegde daaraan toe: “Een opwaardering van de relaties met Israël zou het belonen zijn van manifest onwettig gedrag en zou minstens de indruk scheppen dat de Europese Unie de Palestijnen in de kou laat staan. Daarmee geeft de Unie haar enige drukkingsmiddel uit handen om het vredesproces in de juiste richting te sturen.”(3)
Ook mensenrechtenorganisaties benadrukken dat. Amnesty International (AI) “verwacht allereerst van de EU dat ze tijdens de Associatieraad op 16 juni effectief gebruik maakt van de mensenrechtenclausule om de druk op Israël aanzienlijk op te voeren wat betreft de mensenrechtensituatie in de Bezette Gebieden en een mechanisme te ontwikkelen om de implementatie van die clausule in de praktijk te verzekeren”, zo luidt het in een Nieuwsbrief van AI.(4) De wereldwijde kinderrechtenorganisatie Defence for Children International liet in een persmededeling weten dat de opwaardering “een genereuze politieke en economische beloning betekent voor Israël terwijl de mensenrechtenschendingen voortduren.”(5)
Ook opmerkelijk is dat de Europese Unie zelfs bereid lijkt te zijn om haar relaties met de Arabische wereld te bemoeilijken. Zo dreigt een ambitieus project van de president Sarkozy voor een ‘Union pour la Méditerranée’, dat tijdens een Parijse top van 13 juli onder Frans Voorzitterschap zou worden gelanceerd, al bij voorbaat een mislukking.
Israël op de eerste rij
De opwaardering zorgt er voor dat Israël echt helemaal voorin de rij komt te staan op vlak van relaties tussen de Europese Unie met een derde staat. De Europese Commissaris voor Externe Betrekkingen en Europees Nabuurschapsbeleid, Benita Ferrero-Waldner maakt er ook geen geheim van dat het steeds de bedoeling is geweest van de Europese Commissie om Israël vooraan in de ‘eerste golf’ te hebben van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP). Zo was Israël het eerste land waarmee de EU een ENP-Actieplan afsloot. Ook politiek worden er vooral positieve signalen gegeven. Ambassadeur Ramiro Cibrian-Uzal, het hoofd van de delegatie van de EU-Commissie bij Israël verklaarde onlangs fier dat “de Europese Unie en Israël nu de meest intense en vruchtbaarste periode doormaken in een lange geschiedenis van samenwerking”.(6) De negatieve ontwikkelingen op het terrein lijken op geen enkele wijze de speciale relaties van de EU met Israël te kunnen ondergraven. Toch is het niet helemaal peis en vree. In het EU-voortgangsrapport dat in de schoot van de Europese Commissie wordt opgesteld, staan verschillende passages over de grote probleemdossiers mbt tot de Palestijnse kwestie, ook al zijn ze zeer diplomatiek geformuleerd. Over het jaar 2007 zegt dit rapport bijvoorbeeld dat “Israël uitgenodigd was om zich te schikken naar het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de EU-verklaringen op een geval per geval basis, maar daar nog niet is op ingegaan.”(7)
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat heel wat mensenrechtenorganisaties het alles behalve vanzelfsprekend vinden dat de EU amper twee jaar na het drieste optreden in Libanon (denk maar aan het massaal droppen van clustermunitie op het ogenblik dat er een politiek akkoord was voor het staakt-het-vuren), gegronde beschuldigingen over systematische schendingen van het humanitaire en oorlogsrecht in de Gaza of nog het EU-stemgedrag op de VN-resolutie van de Algemene Vergadering dat het vonnis van het Internationaal Gerechtshof over het illegale karakter van de muur bevestigt, Israël als beste leerling uit de klas blijft behandelen.
Assocatieakkoord
Het Associatieakkoord tussen de EU en Israël is eind 1995 te Brussel ondertekend en trad op 1 juni 2000 in werking. Het verving een eerder samenwerkingsakkoord uit 1975 en kwam er in volle ‘Oslo’euforie deels als beloning voor het vredesproces dat toen nog als uitermate beloftevol is afgeschilderd. Het gaat om een breed akkoord over zaken als economische samenwerking, vrij kapitaalverkeer, liberalisering van diensten, politieke dialoog, samenwerking op sociaal vlak waaraan ook een cultureel luik is toegevoegd.
In de preambule van het akkoord wordt het belang benadrukt van het VN Handvest. De mensenrechten en democratische principes vormen “de allereerste basis van de Associatie”. Artikel 2 van het akkoord bepaalt verder dat de relaties tussen de EU en Israël gebaseerd zijn op het respect voor de mensenrechten en de democratische principes als een “essentieel element van dit akkoord”. Als er een zaak is die Israël al jaren voor de voeten wordt gegooid is het wel dat Israël een grove schender is van de mensenrechten. Om het met de woorden te zeggen van de Speciale VN-Rapporteur voor de Situatie van de Mensenrechten in de Palestijnse gebieden: “Israël handhaaft en breidt de instrumenten uit die het ernstigst de mensenrechten schenden zoals militaire invallen, nederzettingen, de scheidingsmuur, beperkingen op de bewegingsvrijheid, de Judaïsering van Jeruzalem en de huizenvernietiging.”(8) Ook het Europees Parlement heeft al stevig uitgehaald. Al heel vroeg (2002) stemde het Europees Parlement een voor Israël vernietigende resolutie als reactie op het harde militaire optreden bij het neerslaan van de Initifada.(9) In punt 8 vraagt het Europees Parlement aan de Commissie en de Raad om het Associatieakkoord te schorsen. Daar is evenwel geen gevolg aan gegeven.
Producten uit de nederzettingen
Er is nog een ander probleem. Het duurde vijf jaar vooraleer het Associatieakkoord effectief in werking trad, omdat ook de territorialiteitsclausule en het protocol van de oorsprongsregels niet werden gerespecteerd. Israël beschouwt in weerwil van het internationaal recht de Palestijnse gebieden hooguit als ‘betwiste’ gebieden en de daarin gelegen nederzettingen als Israëlisch grondgebied. Producten uit deze illegale nederzettingen genieten bijgevolg ten onrechte van voordelige Europese invoertarieven. Al in mei 1998 stuurde de Europese Commissie een mededeling aan de Europese Raad en het Europees Parlement met de boodschap dat Israël zich niet aan de bepalingen van het Associatieakkoord houdt. Maar ook hier zonder zware gevolgen. Wegens de herhaalde inbreuken, zag de Commissie zich verplicht om een nota te publiceren met de mededeling dat producten uit de nederzettingen niet kunnen genieten van het voorkeurstarief. De enige maatregel die de Commissie vervolgens nam was de verplichting dat elk Israëlisch product voortaan de herkomst van het product (stad, dorp of zone) moet vermelden. Maar dat is allesbehalve een waterdicht systeem. Een product kan grotendeels geassembleerd worden in een nederzetting en vervolgens afgewerkt in Israël zelf, dus wordt dat dan ‘made in Israel’. Volgens de brief van de Palestijnse Premier Salam Fayyad aan diverse Europese instanties – naar aanleiding van het opwaarderen van het Associatieakkoord – exporteert Israël nog altijd producten uit de nederzettingen naar de EU, onder de voordelen van het associatieakkoord.(10)
Uitbreiden van de relaties
Voor Israël is de EU de belangrijkste handelspartner met een handelsvolume van meer dan 23,5 miljard Euro in 2006.(11) De Israëlische import uit de EU is goed voor 38,2 procent, de export 28,3 procent. Volgens het Europese voortgangsrapport gaat het in stijgende lijn, met in het eerste kwartaal van 2007 een stijging van de import van 7,2 procent in vergelijking met dezelfde periode van 2006.
Terwijl de het VN-bureau voor Humanitaire Zaken aan de alarmbel trekt over de Israëlische belemmeringen op de Palestijnse visserij in de Gaza(12), onderhandelen de EU en Israël met succes over een akkoord voor een wederzijdse vermindering van de douanetarieven op landbouwproducten en visserij.(13)
In april 2005 is Israël het eerste land waarmee de EU een Actieplan afsluit in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP). Dat moet een alternatief vormen voor effectief lidmaatschap van de EU. Het doel van het Actieplan is naar eigen zeggen de geleidelijke integratie van Israël in de Europese programma’s. Sindsdien gaat het in sneltreinvaart. De EU noemt Israël een ‘front runner’ en stelt dat het ENP “duidelijk een katalyserende rol heeft gespeeld in het bevorderen van de EU-Israëlische relaties”.(14) De relaties verlopen via tal van programma’s en projecten. Israël is het eerste land dat participeert in het ‘Competitiveness and Innovation Framework Programme’ (CIP) dat de vernieuwing, het ondernemerschap en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen promoot. In 2007 kwam er een ‘business-to-business’ dialoog om de bilaterale relaties te verbeteren. Israëlische onderzoekers participeren in 267 projecten in het kader van het ‘Zevende Raamakkoord voor Onderzoek en Ontwikkeling’, goed voor een EU-bijdrage van meer dan 51 miljoen Euro. Israëlische studenten kunnen gebruik maken van het ‘Erasmus Mundus’ uitwisselingsprogramma en in de toekomst ook in het ‘TEMPUS IV programma’. De onderhandelingen over een luchtvaartakkoord zijn begonnen en binnenkort zullen die over de handel in diensten eveneens worden opgestart. Sinds maart 2004 neemt Israël ook deel aan het ‘Galileo’ programma voor satellietnavigatie. De Europese Commissaris voor Transport, Barrot, heeft inmiddels toegegeven dat Galileo ook voor militaire doeleinden zal worden gebruikt. Volgens gespecialiseerde bronnen zal Galileo zelf een sleutelfactor spelen binnen de Europese militaire politiek.(15) In de periode 2007 – 2010 zal Israël jaarlijks 2 miljoen Euro hulp ontvangen om de activiteiten in het kader van het ENP te ondersteunen.
De Tsjechische vice-premier, Alexander Vondra zei onlangs in de Israëlische krant Haaretz (18 juni 2008) dat hij het voorzitterschap van zijn land wil gebruiken om de relaties tussen de EU en Israël verder te verbeteren. Hij sprak ook van een ondernemersbijeenkomst in Praag tijdens het Tsjechische voorzitterschap in de eerste helft van 2009.
Verdieping van de politieke dialoog
De Europese klachten over de uitbreiding van de nederzettingen, de mensenrechtenschendingen of de bouw van de muur vertalen zich niet in politieke druk, laat staan sancties. Volgens de Europese Unie zal het partnerschap met Israël er toe leiden dat EU sterker betrokken zal worden in het ‘vredesproces’ en het monitoren van de situatie op het terrein.(16) De EU stelt dat ze vastberaden is om een engere relatie met Israël uit te bouwen “vanuit een brede context van gemeenschappelijke belangen en objectieven met inbegrip van een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict en de implementatie van een tweestatenoplossing”.(17) In de tekst van de achtste bijeenkomst van de EU-Israël Associatieraad staan een heleboel terreinen opgesomd waar men de opwaardering substantieel wil maken, zoals o.a. troika-bijeenkomsten tijdens de AV van de VN of bijeenkomsten tussen hoge beleidsinstanties op vlak van buitenlands en veiligheidsbeleid. Aan de andere kant stelt het document dat er dringend behoefte is aan tastbare resultaten op het terrein die de onderhandelingen tussen Palestijnen en Israëli’s kunnen voorthelpen. De EU toont zich ook ‘bezorgd’ over de recente versnelde uitbreiding van de nederzettingen op Palestijns grondgebied, waarbij ze benadrukt dat deze illegaal zijn volgens het internationaal recht. Hoe deze en andere bezorgdheden die al decennia oud zijn, te rijmen vallen met het verlenen van voortdurende voordelen, is een raadsel. Het kan moeilijk anders dan dat de intensifiëring van de relaties met de EU, er voor zullen zorgen dat Israël verder voordeel zal halen ten opzichte van de Palestijnen. De EU is weliswaar een belangrijke sponsor van de Palestijnse economie en ontwikkeling en onderhoudt redelijke relaties met de Palestijnse Autoriteit. Maar ten aanzien van Hamas handhaaft de EU in elk geval een tegenovergesteld beleid met nadruk op sancties en druk. In de tekst van de jongste Associatieraad komt er maar een keer het woord ‘veroordeling’ voor en dat is in een passage waar het gaat over de Palestijnse raketbeschietingen vanuit de Gaza-strook (punt 19). De Israëlische militaire operaties in de Gaza die voor een veelvoud van slachtoffers zorgen aan Palestijnse kant kunnen het stellen met een schamele “oproep om onmiddellijk alle gewelddaden te stoppen.”
(Uitpers, nr 100, 9de jg., juli-augustus 2008)
Voetnoten:
(1) Raad van de Europese Unie. Jaarverslag van de EU over de mensenrechten 2007, Brussel, 18 oktober 2007
(2) European Parliament Delegation Urges Action to Counteract Eroding Confidence in the Palestinian-Israeli Peace Proces, persbericht, 2 juni 2008
(3) Brepoels steunt oproep Voorzitter Europees Parlement, persbericht, 16 juni 2008 zie: http://www.friedabrepoels.be/
(4) Amnesty International. Nieuwsbrief Landencoördinatieteam Israël/Palestina, mei 2008
(5) Defence for Children International. Palestine Section. EU-Israel Upgrade of Relations at expense of Human Rights, persbericht, 19 juni 2008
(6) Europe and Israël celebrate together, persbericht, 11 mei 2008, zie
http://www.delisr.ec.europa.eu/english/whatsnew.asp?id=991(7) Commission Staff working Document. Accompanying the Communication of the Council and the European Parliament. Implementation of the European Neighbourhood Policy in 2007. Progress Report Israel, Brussels, Sec(2008) 394, p. 4
(8) John Dugard. Human Rights Situation in Palestine and other Occupied Arab Territories. Report of the Special Rapporteur on the situation of human rights in the Palestinian territories occupied since 1967, Human Rights Council, Seventh Session, 21 januari 2008, p. 13
(9) European Parliament Resolution on the Middle East, P5_TA(2002)0173
(10) De integrale brief van Premier Salam Fayyad is op te vragen via:
http://www.alternativenews.org/news/english/palestinian-prime-minister-salam-fayyad-writes-the-potential-upgrade-of-eu-israel-relations-20080604.html(11) Zie de website van de Europese Commissie:
http://ec.europa.eu/trade/issues/bilateral/countries/israel/index_en.htm(12) Gaza Fishing : an Industry in Danger, OCHA Special Focus, april 2007 – zie
http://www.ochaopt.org/documents/OCHA_Special_report_gaza_fisheries_April2007.pdf(13) The Jerusalem Post, 1 mei 2008
(14) European Neighbourhood Policy – Israël. Memo 08/208, 3 april 2008 (zie :
http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/08/208&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en )(15) http://www.defencetalk.com/forums/showthread.php?t=5409
(16) EU-Israel Association Council – EU Statement. Eight meeting of the EU-Israel Assocation Council, Luxemburg, 16 juni 2008 (tekst op te consulteren op :
http://www.delisr.ec.europa.eu/english/specialftr.asp?id=59 )(17) Idem, punt 3