Inleiding:
Sinds de moord op de cineast van Gogh is er sprake van een verslechterend politiek klimaat in Nederland, dat niet alleen leidt tot een ernstige schending van de rechten van verdachte Mohammed B en zijn kans op een eerlijk proces in ernstige mate vermindert, maar eveneens door zijn gevaarlijke precedentwerking de principes van de Nederlandse rechtsstaat aantast.
A Presentatie vooronderstellingen als feiten:
Het is mij vanaf de moord op van Gogh opgevallen, dat er met name vanuit bepaalde politieke hoek alsmede de media a priori door het Openbaar Ministerie gedane vooronderstellingen ten aaanzien van het eventuele terroristische karakter van de moord alsmede de betrokkenheid bij de moord van een echte of vermeende terreurorganisatie ”de Hofstadgroep” als feiten werden aangenomen. Dat een en ander leidde tot schending van de rechten van verdachte moge uit de volgende feiten blijken:
B Schending van rechten verdachte:
1 Bekendmaking brief:
In de eerste plaats besloot minister Donner van Justitie ondanks de bezwaren van de hoofdofficier van het Openbaar Ministerie, de heer de Wit, de op het lichaam van van Gogh achtergelaten brieven openbaar te maken, hetgeen met name een schending is van de doorgaans betrachte terughoudendheid tijdens een politioneel en justitieel onderzoek, aangezien genoemde documenten als onderdeel van het voorgeleidingsdossier eerst aan rechter en advocaten bekendgemaakt dienen te worden.
2 Publicatie privacygegevens door de media:
Verder is het in dezen opvallend, dat de doorgaans aanwezige terughoudendheid bij het onthullen tav de privacygegevens van verdachte door de media in het geheel niet in acht genomen werd, hetgeen resulteerde in ernstige schending van zijn privacy.
Zo was er sprake van het publiceren van volledige adresgegevens alsmede de bekendmaking door bepaalde media van zijn volledige achternaam en het onthullen van zijn echte of vermeende bijdragen cq commentaren op eveneens met naam en toenaam onthulde internetdiscussiefora.
Bizar detail betreffende het laatste was het feit, dat de onthulde discussiebijdragen niet aan hem, maar aan een andere forum-dicussiant toebehoorde, die in geen enkele connectie stond met de moord op van Gogh.
3 Het onbedekt tonen van de foto van Mohammed B
Het ernstigste in deze zaak tot dusver echter is mi de door minister Donner gegeven toestemming tot het onbedekt tonen van de foto van verdachte in het programma ”Opsporing verzocht”
Niet alleen is een en ander een ernstige schending van de privacy van de verdachte, met name houdt een en ander gezien het heersende klimaat van polarisatie en de in bepaalde kringen tegen verdachte gedane uitlatingen, voor hem een groot veiligheidsrisico in zoals de advocaat van verdachte, de heer Plasman, terecht heeft opgemerkt.
Daarenboven leidt een en ander tot een gevaarlijke precendentwerking.
3a Motivering beslissing van de rechtbank:
Een zeer ernstig teken aan de wand vind ik echter de motivering van de rechtbank van de afwijzing in het door de advocaat aangespannen Kort Geding.Zo wordt bij de motivering gesteld, dat het belang van de openbare veiligheid de [door de rechtbank erkende!] schending van de belangen van Mohammed B rechtvaardigt.
Een en ander acht ik uiterst gevaarlijk, aangezien er impliciet gesteld wordt, dat elementaire rechten van het individu [met name in dezen het recht op veiligheid, gezien het in Nederland heersende klimaat] mogen worden opgeofferd aan het ”gemeenschappelijk belang”, hetgeen in strijd is met de principes van de Nederlandse rechtsstaat en artikel 7 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, dat stelt, dat iedereen recht heeft op dezelfde bescherming van de wet [Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet.]
4 Isolatie:
Zoals bekend zit Mohammed B daarenboven sinds zijn arrestatie in ”beperkingen” hetgeen impliceert eenzame opsluiting en het verbod op het lezen van kranten en het kijken van TV.
Hoewel inmiddels het verbod op het lezen van kranten en het kijken van TV is opgeheven is m.i. het feit dat verdachte nog steeds in het gevangeniszoekenhuis herstellende is van de gevolgen van een beenschot [na het vuurgevecht tussen hem en de politie], in combinatie met de nog steeds geldende eenzame opsluiting m.i. een onacceptabele verzwaring is van deze reeds zeer ernstige extra beperking.
5 De tegen Mohammed B geformuleerde aanklacht:
Eveneens heb ik grote bezwaren tegen de tegen Mohammed B geformuleerde aanklacht die volgens mijn informatiebronnen als volgt luidt:
Hiertoe behoren o.a.
1 poging tot moord op een politieagent
2 poging tot doodslag op een of meer omstanders onder wie politiemensen
3 overtreding van de wapenwet,
4 verdenking van deelname aan een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk
5 samenspanning tot moord met een terroristisch oogmerk op Theo van Gogh, Ayaan Hirsi Ali en/of anderen.
1 Deze aanklacht lijkt mij ongerijmd, aangezien er volgens mijn informatie sprake is geweest van een vuurgevecht tussen hem en de aanwezige politieagenten, waarbij hij overigens in zijn been geschoten is. Hoewel juridisch niet onderlegd, komt het mij voor, dat in dezen evengoed de politieagenten beschuldigd hadden kunnen worden van poging tot moord op Mohammed B
2 Uit mijn informatie heb ik kunnen afleiden, dat Mohammed B geenszins op een der omstanders geschoten heeft, wat betreft de opmerking tav de politieagenten verwijs ik naar 1
4 Hoewel een dergelijke aanklacht uiteraard mogelijk is, is mi door het OM vastgesteld [hetgeen echter nog bewezen moet worden], dat Mohammed B geen lid van een eventuele ”terreurgroep” [er moet nog steeds bewezen worden, dat de zogenaamde Hofstadgroep inderdaad als terreurorganisatie actief is] is. Mede gezien in het licht van het door het OM vastgestelde gebrek aan bewijs tegen de 6 medeverdachten, althans tav de moord op van Gogh zou het mij niet verwonderen, wanneer de aanklacht ”terrorisme” tav Mohammed B in deze geschrapt zou worden.
5 Betreffende mevrouw Hirsi Ali lijkt mij deze klacht ten enenmale ongerijmd.Uit lezing van de enigszins onsamenhangende brief, die op het lichaam van van Gogh is aangetroffen kan eventueel worden afgeleid dat hier sprake is van een serieuze bedreiging, hetgeen echter niet als moordaanklacht kan worden aangemerkt.
6 Betreffende de verwijzing naar niet nader aangeduide ”anderen” kan ik slechts opmerken, dat de vaagheid in dezen geen serieuze aanklacht rechtvaardigt, tenzij nader gespecificeerd.
Uit bovenstaande moge blijken, dat in dezen niet alleen sprake is van een ernstige schending van de rechten van de verdachte, maar eveneens van een verdergaande erosie van de Nederlandse rechtsstaat. Gezien de precendentwerking en de soms verregaande Europese samenwerking tav echte of vermeende terrorismebestrijding zijn deze ontwikkelingen ook voor België van groot belang.
In dit verband wil ik graag de uitspraak van de bekende Duitse verzetsman en dominee Niemoller citeren:
Toen ze de Joden kwamen ophalen protesteerde ik niet, want ik was geen Jood
Toen ze de zigeuners kwamen ophalen, protesteerde ik niet, want ik was geen zigeuner
Toen ze de communisten kwamen ophalen protesteerde ik niet, want ik was geen communist.
Toen ze de zwarten kwamen ophalen, protesteerde ik niet, want ik ben niet zwart.
Toen ze mij kwamen ophalen, was er niemand meer om te protesteren
Een goed functionerende rechtsstaat gaat iedereen in Europa aan!
Astrid Essed
(Uitpers, nr. 60, 6de jg., januari 2005)