De oorlog in Oekraine zuigt alle aandacht voor de andere staten langs de Europese Oostgrens weg. Of het moeten Polen en Hongarije zijn, twee notoir eigenzinnige lidstaten van de EU, de ene rabiaat conservatief, de andere mateloos dwarsliggend. Ze hebben beide één ding gemeen: ze dulden geen pottenkijkers en zijn aardig op weg naar een strikt, autocratisch bewind.
Ze zijn niet alleen. Zowel in Roemenië als in Bulgarije, de Baltische staten als Slowakije en zelfs Finland blijft Rusland een politiek belangrijke factor. Die vaak over het hoofd gezien wordt in het West-Europese hartland van de Unie. Zo was er amper aandacht voor de verkiezingen in Bulgarije op 2 april, en nog minder voor de regeringsvorming die op 6 juni haar beslag kreeg.
Kameleon
Het was ook nodig. De voorbije dertig maanden was het land onbestuurbaar geworden. Grote schuldige was de voormalige karatecoach, buitenwipper en veiligheidsagent Bojko Borisov, die tussen 2009 en 2021 drie regeringen leidde. De voormalige burgemeester van de hoofdstad Sofia en stichter van de partij GERB (Burgers voor de Europese Ontwikkeling van Bulgarije), had het echt te bont gemaakt, corruptie en afpersing brachten zelfs het staatshoofd in gevaar.
De Van Rossem van Bulgarije had er een handje van weg zijn verleden en aanhankelijkheden aan te passen naar gelang van de tijdsgeest. Toen het communistisch bewind viel in 1989 weigerde hij zijn lidmaatschap van de partij op te geven. Integendeel, hij richtte een beveiligingsdienst op die de na een paleisrevolutie opgestapte dictator Zjivkov in bescherming nam (1991). De stalinist Zjivkov had 35 jaar lang Bulgarije geregeerd, met repressie en een planeconomie. Zijn voorganger Valko Tsjervenkov had het land geruïneerd door de plattelandsproduktie de nek om te wringen. “Binnen drie jaar maakte hij het systeem van kleine boerenbedrijfjes kapot dat al sinds de Osmaanse tijd de Bulgaarse steden en dorpen van voedsel voorzag”, schrijft Misha Glenny in De Balkan 1804-1999 (2000). “De industrialisering ging hand in hand met collectivisering. Roemenië en Bulgarije, die zelf niet genoeg hulpbronnen hadden werden voor grondstoffen en zware machines sterk afhankelijk van de Sovjet-Unie”. Tot een economische crisis de heropbouw die Zjivkov bereikte tenietgedaan werd toen Moskou zijn ingenieurs en hulpkrachten terugtrok.
Borisov draaide opportunistisch bij en verzon een slachtofferrol voor zijn grootvader die zogenaamd was terechtgesteld door de communisten bij de staatsgreep van 1944. (Bulgarije behoorde tot de Asmogendheden en koos zoals Italië eieren voor zijn geld toen het tij begon te keren). Die tweeslachtige gevoelens over de Russen werken tot de dag van vandaag door: “Heel wat mensen in Bulgarije kijken nog altijd naar het Oosten. Ze vereren Rusland als het land dat een einde stelde aan vijf eeuwen Ottomaanse overheersing in 1878” (The Guardian, 2 april 2013).
Oekraïne
Samen met de Covidcrisis is de oorlog in Oekraine één van de grote splijtzwammen om een helder buitenlands beleid te voeren. Covid heeft ongenadig de manke ziekenzorg blootgelegd. Oekraine wijst op een dubbelhartige politiek. Die gegroeid is uit de grote protestbeweging van 2020 tegen de corruptie en de klassenjustitie. Nieuw is dat allesbehalve. De toetreding van Bulgarije tot de EU in 2007 zorgde al voor gerede twijfels bij de Unie, die dacht dat een goed investeringsklimaat de feilen van de staat wel zou afbotten. Nog geen jaar later keerden de eerste investeerders op hun stappen terug. “Between 2008 and 2018”, schreef advokate Blaga Thavard, strafpleitster in Sofia, in Euractiv (11 februari 2019), “foreign direct investment in Bulgaria collapsed, dropping from 28% to 2% of GDP, from $9 billion to just $1.13 billion. One of the reasons this is happening is the oligarchic system”, dat niet graag zaken doet met buitenlanders. Zij weigeren onderhands zaakjes te regelen en putten zich uit in juridische betwistingen. Het werd de zwanenzang voor de derde regering Borisov, die het ondanks straatprotest en vindingrijke bedrieglijke operaties nog kon uitzingen tot het einde van haar ambtstermijn (2021), maar een land achterliet met een opgeschud parlement en een reeks van interimregeringen (die door de president, sinds 2017 Rumen Radev, een gematigd pro-Russische onafhankelijke, werden aangeduid).
Borisovs zwendelpraktijken draaiden bovendien vooral om de toewijzing van Europese fondsen (een praktijk die ook in Hongarije schering en inslag was), om de aanleg van autosnelwegen (zoals België die meemaakte in de jaren ’60 en ’70), en om de subsidiëringspolitiek. Hij had een besmeurd verleden achter zich, dat teruggaat tot de bende-oorlogen uit de jaren negentig toen de wapensmokkel en de handel in verdovende middelen de capi toeliet de kroonjuwelen van de Bulgaarse industrie op te kopen. De openlijke territoriumstrijd eindig
de pas na de sluipmoord in 2003 op de capo di tutti capi, Ilja Pavlov. Borisov werd toen al gelinkt (als maffiabeschermer van de SIC-groep. Pavlov, een voormalig bokser en agent van de Staatsveiligheid, leidde het concern Multigrup. Europa dacht dat de weg open lag, maar Politico (9 september 2020) stelde nuchter vast dat “that the EU keeps pouring in cash, much of which fuels the mafia, without demanding rule of law”, terwijl “Bulgaria never convicted any top politicians or mafia godfathers”.
De publieke verontwaardiging was groot, toen enkele schandalen de misbruiken uitbrachten. In 2019 had de minister van landbouw al zijn ontslag moeten aanbieden, vanwege gesjoemel met Europees geld om zijn eigen villa op te smukken. Aanbestedingen voor de wegenbouw werden opgedeeld in kleine eenheden om zoveel mogelijk de prijs te kunnen opdrijven. Er was het schandaal van De Acht Dwergen (genoemd naar een eethuis in Sofia), waar een omvangrijke gedwongen overname van liften werd bedisseld voor flatgebouwen, die ruim gespijsd werden door Europa.
Er was Barcelonagate, over witwaspraktijken van Borisov (Actualno, 10 juni 2023). Politico was schamper: het is maar omdat Borisovs GERB een steunpilaar is binnen de christendemocratische EVP van (toen) Merkel en Von der Leyen dat er geen Europees protest is ingediend. Maar de echte lont die het vuur stak aan het volksprotest was dat de erevoorzitter van de etnische Turkse partij, Achmed Dogan (ook bekend als Sava, want hij spioneerde voor de Russen), publieke gronden en haventjes had ingepalmd voor eigen vertier, en als bewakers veiligheidsagenten van Staatsveiligheid gebruikte. De Turken hadden al een slechte naam – onder Zjivkov werden ze vervolgd en vaak buitengewerkt door een wet die hen verplichtte een Bulgaarse naam aan te nemen (zoals Turkije nu met buitenlanders doet).
Betogingen braken los, het ontslag van de regering en de openbare hoofdaanklager werd geëist, wekenlang ging de politie in de clinch met het burgerprotest, 282 dagen lang. De ene verkiezing volgde na de andere: april 2021 (geen regeringsvorming), juli 2021 (idem), november 2021 (moeizame vierpartijencoalitie onder leiding van PP-voorman Kiril Petkov, ze hield het zeven maanden uit), oktober 2022 (weggestemd) en nu, 2 april 2023. Alle voorspellingen waren somber. Ze tipten op een technokratische regering, gesteund door losse coalities, of op een wankele GERB-BASP-DPS (de Turkse partij, 36 zetels) regering met een krappere meerderheid.
Pro-Europa
Borisov zelf leek een niet te nemen horde om een meerderheidcoalitie tussen GERB-SDS (69 zetels op 240 met 26,4 % van de stemmen) en PP-DB (Wij zetten de verandering door; 64 zetels, 24,9 %) op poten te zetten. Maar ideologisch verschillen beide partijen heel weinig. Ze zijn pro-Europees (en staan nu onder druk van Brussel om geen nieuwe verkiezingen te laten gebeuren), en steunen openlijk Oekraine, in tegenstelling tot Vazrazjdane (Renaissance, ultranationalistisch, 37 zetels) en BSP (de oudcommunisten, 23 zetels). Zij steunen Poetin.
De nieuwe regering heeft een konijn uit haar hoed getoverd: ze wil doorgaan tot het einde van de lopende termijn (nog 18 maanden). En ze lossen elkaar af: eerst treedt Nikolaj Denkov (GERB) op als premier, en wordt – slim bekeken – Europees commissaris Marija Gabriel (PP-DB) vicepremier en minister van buitenlandse zaken. Over negen maanden wisselen ze om. De druk is hoog om te scoren, zeker omdat president Radev maar lauwhartig hun stellingname tegen Rusland zal onderschrijven. Hoewel ook dat dubbelzinnig blijft: militaire steun is in het parlement verworpen, maar intussen hebben de munitiefabrieken overuren gedraaid om langs een omweg Oekraine te bevoorraden.
Maar de tijd dringt. Er dient snel een begroting voor het jaar 2023 opgemaakt, waarzonder de EU geen subsidies kan verstrekken. Laat staan de beloofde hulpgelden om de gevolgen van de covidepidemie uit te betalen. Sofia wil nu eindelijk ook de instemming krijgen om toe te treden tot de verkeersvrije Schengenzone. Dat is vorig jaar afgeketst door Oostenrijk en Nederland, alleen Kroatië kreeg toestemming. Wenens Binnenlandminister Gerhard Karner was duidelijk: “Wij noteerden 100.000 onwettige inwijkelingen in 2022, waarvan drievierde nieuwe asielzoekers. Wij willen geen versoepeling van de grenscontroles”. Den Haag voegde er openlijk de blijvende corruptie aan toe.
Bulgarije heeft ook de datum laten voorbijgaan om toetreding tot de eurozone klaar te maken. Er moet nog een volksraadpleging komen over de eventuele vervanging van de lev. De nieuwe regering hoopt tegen 2025 aan alle voorwaarden te voldoen. Moeilijkst van al: justitie dient uitgezuiverd om de corruptiebestrijding effectief te maken. Een grondwetswijziging kan alleen met een tweederde meerderheid die de regering nog niet heeft. Ze lonkt daarom naar de Turkse partij, die nog niet in haar kaarten laat kijken.
De regering kan zich optrekken aan de schaarse lichtpuntjes in het landenrapport van de Europese Commissie (24 mei 2023). Zowat overal bengelt Bulgarije onderaan de rangschikking van de 27, maar het slot houdt hoop in: “De korte termijnrisico’s voor budgettaire houdbaarheid zijn laag”. En: “Globaal blijft de bankensector veerkrachtig, hoogst renderend en goed gekapitaliseerd”. Ze hebben toch iets om mee te beginnen.