(Lula da Silva, zonet vrijgesproken en dus opnieuw potentieel presidentskandidaat in Brazilië)
Wat als progressieve kiezers de voorkeur geven aan een oldskool, neoliberaal bankier die banden heeft met Opus Dei, en niet aan zijn linkse tegenkandidaat? Wat als progressieve kiezers een staatsgreep toejuichen en de installatie van een reactionair en fascistisch regime gedogen uit afschuw voor de belangrijkste linkse politicus? Het linkse kannibalisme in Ecuador en Bolivia tart intussen alle verbeelding en is emblematisch voor de polarisering binnen linkse kringen wereldwijd. Wat is er aan de hand?
WAT VOORAFGING
Sinds de overwinning van wijlen Hugo Chávez in 1999 in Venezuela overspoelde een golf van progressieve, anti-imperialistische regeringen Zuid-Amerika. Evo Morales in Bolivia, Rafael Correa in Ecuador, Lula en Dilma in Brazilië, Nestor en Cristina Kirchner in Argentinië, … Ze kwamen aan de macht en tekenden een beleid uit dat een aantal parallellen vertoonde. Hun beleid was herverdelend en pragmatisch, hun discours was revolutionair en polariserend. De zogenaamde roze golf was zonder meer het belangrijkste democratiserende en emanciperende project uit de geschiedenis van het continent. De oude oligarchiëen moesten hun monopolie op de macht lossen en het continent leek zich los te trekken van zijn grote buur in het Noorden. En hoewel al deze progressieve leiders niet bang waren van enige pragmatiek, gaande van allianties met de agroindustrie, de bankensector of de oude militaire elite, hanteerden ze graag een populistisch en polariserend discours. Het was wij, el pueblo, de historisch gemarginisaliseerden, de uitgebuite boeren, de arme stedelingen, de arbeiders, tegen zij, de elite.
Die polarisering was deel van hun politieke strategie. Het werkte emanciperend maar creëerde ook vijanden. Niet alleen binnen conservatieve, rechtse kringen, maar ook binnen de links-progressieve beweging in die landen. Zovele jaren later staan de militanten van de roze golf tegenover een amalgaam van vooral feministische en ecologische progressieven, en ze lusten elkaar rauw.
HOERA, EEN VOLKSOPSTAND!
Bolivia, oktober 2019. De algemene verkiezingen in Bolivia werden gewonnen door Evo Morales maar mondden uit in een klassieke staatsgreep. De ordetroepen gingen aan het muiten en de militaire top raadde Morales aan af te treden. Tijdens een besloten vergadering in de katholieke universiteit van La Paz wordt Jeanine Áñez aangeduid als nieuwe interim-president door enkele leden van de oppositie, de kerk, de Braziliaanse ambassadeur en een aantal sociale leiders. Het parlement werd op die manier buitenspel gezet en een ongrondwettelijke machtsoverdracht vond plaats. De weken nadien kleurden rood. 36 MAS-militanten (Movimiento Al Socialismo) werden vermoord door militairen van het nieuwe Áñez-regime. Journalisten werden opgesloten, huizen en kieslokalen verbrand, manifestanten gefolterd.
Vreemd genoeg werd deze staatsgreep toegejuichd door een belangrijk deel van de links-progressieve beweging in het land als daarbuiten. ‘Het is geen staatsgreep, maar een convulsión social’, klonk het. Belangrijke sociale en ecologische ngo´s waren ‘dictator Evo’ moe en zagen dit als een kans. Voorname mensenrechtenorganisaties scandeerden dezelfde leuzes als extreemrechtse en paramilitaire verenigingen. Een vreemd bondgenootschap vond elkaar in één gemeenschappelijk doel. Weg met regeringspartij MAS, weg met Evo. Al dan niet bewust gaven deze progressieve personen en organisaties op die manier legitimiteit aan de staatsgreep. Toen deze ‘herovering van de democratie’ dodelijke slachtoffers maakte en leidde tot de installatie van een racistisch Bolsonaro-achtig regime, bleven dezelfde progressieve organisaties muisstil.
De MAS-achterban, gevormd tijdens de roze golf, stond erbij en keer ernaar. Teneergeslagen en verbijsterd over het ‘medeplichtige’ stilzwijgen van hun progressieve vrienden en collega´s.
WEG MET HET CORREÍSMO!
Ecuador, april 2021. De aanloop naar de Ecuadoraanse verkiezingen toonde hetzelfde schisma in de links-progressieve beweging. De kandidaat van roze golf-oudgediende Rafael Correa heette Andrés Arauz. De man was een product van het zogeheten correísmo, een woord dat meerder Ecuadoraanse ecologisten en feministen nog steeds doet huiveren. Hún hoop lag bij de inheemse ecologist Yaku Pérez. Tijdens een grotestke verkiezingscampagne hakten beide progressieve kampen genadeloos in op elkaar. Voor heel wat ecologisten en feministen was correísta Arauz het ergste kwaad. Voor hen staat het correísmo gelijk aan een autoritaire, misogyne beweging die de Amazone wil plunderen. Belangrijke Latijns-Amerikaanse groen-linkse intellectuelen (zoals Maristella Svampa, Pablo Solón en Pablo Ospina) die de staatsgreep tegen Morales hebben gedoogd, schaarden zich achter Yaku. Arauz en het correísmo kreeg dan weer steun uit roze golf-hoek. Voormalige leiders zoals Lula en Kirchner spraken hun steun uit voor Arauz.
Tijdens de eerste ronde van de Ecuadoraanse verkiezingen ging een kleine 70% van de stemmen naar een links-progressieve kandidaat; zijnde Arauz, Yaku of de sociaaldemocraat Hervas. Yaku moest nipt de duimen leggen tegen bankier Lasso die samen met Arauz naar de tweede ronde ging. De intern sterk verdeelde inheemse koepelorganisatie CONAIE deed een oproep om tijdens de tweede ronde blanco te stemmen. Op 11 april 2021 verloor Arauz de verkiezingen met 5%. De steenrijke Opus Dei-man, Guillermo Lasso, kon immers rekenen op stemmen uit het progressieve Yaku- én Hervas-kamp. Lasso voelde de linkse polarisering goed aan en won progressieve stemmen door thema´s als abortus, LGBTI+ en milieu plots bespreekbaar te maken de laatste maand van de campagne.Thema´s die nergens te bespeuren waren in zijn originele verkiezingsvoorstellen. De ouderwetse, neoliberale economische en sociale beleidsvoorstellen van Lasso werden overschilderd met beloftes als een debat over abortus. Plots werd Lasso een zachtaardige man van de dialoog die de hand uitstak naar de inheemse gemeenschap. Dezelfde man die tijdens de grootschalige betogingen van 2019, georganiseerd door de inheemse koepelorganisatie CONAIE en waar acht personen het leven lieten en duizenden gewond geraakten, opriep om ‘hardhandig op te treden’ tegen de manifestanten.
TWEE ONVERZOENBARE KAMPEN BINNEN LINKSE KRINGEN
De accumulatie van frustraties deden de afkeer voor Morales en Correa ook binnen linkse kringen groeien. Gefrustreerd omdat de progressieve leiders nog steeds gas of olie ontgonnen om hun staatskas te spekken, omdat de strijd tegen genderongelijkheid te traag vooruit gaat, omdat multinationales nog steeds té grote winsten opstrijken, … Het linkse paradijs bleef uit en dit werd onverteerbaar.
‘We willen allemaal een antikapitalistische samenleving, antikoloniaal, antipatriarchaal, ecologisch, feministisch, en radicaal democratisch. We willen allemaal die paradigmaverschuiving. Maar, de vraag is hoe je dit bereikt?’, zei Portugees links intellectueel Boaventura de Sousa Santos in een open brief aan twee Ecuadoraanse sociale leiders. Linkse kritiek op links-progressieve politici is logisch en goed, ‘pero hay que distinguir los tiempos y las oportunidades’. Geef rechtse krachten niet extra munitie om agressief tewerk te gaan maar analyseer goed wat je wil bereiken en hoe. ‘Doe aan politiek, met één been binnen de politieke instituties, en met één been er buiten.’
De weg naar het paradijs is veel langer met Áñez of Lasso aan de macht, moge dat duidelijk zijn. Een politiek kompas blijft aan de orde, ook in complexe linkse tijden.
(Dit stuk verschijnt ook als column in het tijdschrift Sampol, Samenleving & politiek)