Terwijl alle actoren in de Oekraïne-oorlog zich al lang hebben ingeschreven in de logica van militaire escalatie, had deze oorlog relatief snel in de kiem gesmoord kunnen worden. Dat blijkt uit gedetailleerd onderzoek van politicoloog Samuel Charap en historicus Sergueï Radchenko die tal van documenten konden inkijken, waaronder ontwerpovereenkomsten van beide partijen. In de eerste weken na de Russische invasie van 24 februari 2022 -een zware schending van het internationaal recht- waren er al intense diplomatieke inspanningen om de situatie te ontmijnen en tot een staakt-het-vuren en een breder vredesakkoord te komen. De onderhandelingen tussen Moskou, Kiev en een aantal andere actoren kwamen heel dicht bij een overeenkomst om de oorlog te beëindigen, maar in mei 2024 sprongen de gesprekken af.
Amper een paar dagen na de invasie van Oekraïne begon Rusland al te peilen naar mogelijkheden om tot een compromis te komen. Er werd blijkbaar gauw aangevoeld dat er geen sprake zou zijn van een snelle, verpletterende militaire overwinning en een opgelegde regimewissel in Oekraïne. Ook de Oekraïense president Zelensky toonde onmiddellijk interesse in gesprekken.
Reeds op 28 februari werden die opgestart in een Wit-Russische dorpje niet ver van de Oekraïense grens. De Wit-Russische president Loekasjenko fungeerde als bemiddelaar. Davyd Arakhamia, de parlementaire leider van Zelensky’s politieke partij, stond aan het hoofd van de Oekraïense onderhandelingsdelegatie, die onder meer ook de Oekraïense minister van Defensie, Oleksii Reznikov, omvatte. Aan Russische kant stond de delegatie onder leiding van Vladimir Medinsky, presidentieel adviseur en voormalig minister van Cultuur.
In deze eerste gespreksronde waren de Russische eisen nog zeer streng, en kwamen ze neer op een totale capitulatie van Kiev, maar naarmate echte vorderingen in de Russische militaire positie op het terrein uitbleven, temperde de houding van Moskou.
In het kleine Wit-Russische dorpje Kamyanyuki, niet ver van de Poolse grens, volgden op 3 maart een tweede gespreksronde en op 7 maart een derde. De Oekraïense delegatie eiste een onmiddellijk staakt-het-vuren en de oprichting van humanitaire corridors zodat burgers het gebied veilig zouden kunnen verlaten. Volgens het hoofd van de Russische delegatie, Medinsky, werden op 7 maart 2022 voor het eerst concrete ontwerpteksten besproken. Deze waren van Russische makelij en legden de nadruk op een neutrale status voor Oekraïne.
Oekraïne zocht dan weer naar veiligheidsgaranties, in de vorm van een verplichting van andere landen om Oekraïne te verdedigen in het geval het in de toekomst opnieuw zou worden aangevallen door Rusland. Op 10 maart stelde de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Kuleba, die toen in het Turkse Antalya aanwezig was voor een ontmoeting met zijn Russische ambtgenoot, Sergey Lavrov, dat de Oekraïners “bereid waren te praten” over garanties die het hoopte te ontvangen van zowel NAVO-lidstaten als Rusland. Kuleba doelde daarmee op een multilaterale veiligheidsgarantie, een regeling waarbij rivaliserende mogendheden zich ertoe verbinden om de veiligheid van een derde staat te garanderen, doorgaans op voorwaarde dat deze neutraal blijft.
Op 14 maart 2022, net toen de Oekraïense en Russische delegaties elkaar via Zoom zouden spreken, plaatste Zelensky een bericht op zijn Telegram-kanaal waarin hij opriep tot “normale, effectieve veiligheidsgaranties”, niet “zoals die van Boedapest”. Dit was een verwijzing naar het zogenaamde Boedapest Memorandum uit 1994, dat ervoor zorgde dat Oekraïne toetrad tot het Nucleair Non-proliferatieverdrag en akkoord ging met het opgeven van zijn nucleair arsenaal (op dat moment het grootste na de arsenalen van Rusland en de VS), in ruil voor de beloftes van Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten dat ze Oekraïne niet zouden aanvallen.
Het memorandum maakte het echter niet verplicht voor de ondertekenaars om Oekraïne (militair) te verdedigen als het werd aangevallen. Na de invasie van Rusland bleek het Boedapest Memorandum vanuit Oekraïens oogpunt dus nutteloos. Kiev wilde een betrouwbaarder mechanisme dan de goodwill van Rusland voor zijn toekomstige veiligheid. Rusland zou er in een multilateraal veiligheidspact mee moeten instemmen dat de andere landen die officieel garant staan voor de Oekraïense veiligheid, verplicht zouden zijn om in te grijpen als het in de toekomst opnieuw wordt aangevallen. Indien Moskou officieel zou accepteren dat elke toekomstige agressie tegen Oekraïne een oorlog tussen Rusland en de VS zou betekenen, dan zou het niet snel meer geneigd zijn om aanvallende actie te ondernemen. Het zou vergelijkbaar zijn met het aanvallen van een NAVO-lidstaat, dat volgens Artikel 5 van het NAVO-verdrag, onmiddellijk moet worden bijgestaan door de andere NAVO-lidstaten.
Communiqué van Istanboel
Na tal van videoconferenties tussen de Oekraïense en Russische onderhandelingsdelegaties, kwamen ze op 29 maart 2022 opnieuw in levende lijve bijeen, deze keer in Istanboel, onder Turkse bemiddeling. Een dikke maand na de Russische inval, was er sprake van een doorbraak. Na de bijeenkomst maakten de partijen immers bekend dat ze een gezamenlijk communiqué waren overeengekomen, dat moest dienen als raamwerk voor een verdrag met het oog op de beëindiging van de oorlog. Samuel Charap en Sergueï Radchenko konden een kopie op de kop tikken van de volledige tekst (grotendeels opgesteld door de Oekraïners), getiteld ‘Belangrijkste bepalingen van het verdrag over de veiligheidsgaranties van Oekraïne’.
Oekraïne zou worden uitgeroepen tot een permanent neutrale, niet-nucleaire staat, die geen buitenlandse militaire bases of troepen op zijn grondgebied zou toelaten. Het land zou ook afzien van elke intentie om zich aan te sluiten bij internationale militaire allianties (lees: de NAVO). Het communiqué noemde de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad -dus ook Rusland- samen met Canada, Duitsland, Israël, Italië, Polen en Turkije, als mogelijke staten die garant zouden staan voor de veiligheid van Oekraïne in een multilateraal pact. Als Oekraïne aangevallen zou worden en om bijstand zou vragen, zouden alle staten die officieel garant staan, verplicht zijn om bijstand te verlenen en de veiligheid te herstellen. Opmerkelijk genoeg werden deze verplichtingen in het communiqué van Istanboel veel nauwkeuriger omschreven dan in Artikel 5 van de NAVO. Het vernoemt concreet het opleggen van een vliegverbod, het leveren van wapens of het direct ingrijpen met de eigen militaire macht van de veiligheidgaranderende sta(a)t(en). Dat Rusland ermee instemde dat o.a. de Verenigde Staten de onafhankelijkheid en veiligheid van Oekraïne zou gaan garanderen, was een enorme concessie.
Hoewel Oekraïne binnen het voorgestelde kader permanent neutraal zou zijn, zou de weg naar EU-lidmaatschap voor Kiev open blijven, en zouden de garanderende staten (waaronder Rusland) expliciet “hun intentie bevestigen om het lidmaatschap van Oekraïne van de Europese Unie te vergemakkelijken”. Gezien Poetin in 2013 nog zware druk had uitgeoefend op de toenmalige Oekraïense president Viktor Janoekovitsj om af te zien van een associatieovereenkomst met de EU, was dit ook een enorme toegeving van Moskou.
Een laatste grote concessie van Rusland die vervat zat in het overeengekomen communiqué, was de intentieverklaring om het geschil rond de Krim in de komende 10 tot 15 jaren vreedzaam op te lossen. Rusland annexeerde dit gebied in 2014 en weigerde sindsdien pertinent om de status ervan te bespreken. De tekst van 29 maart kon daar nu verandering in brengen.
De inschikkelijke houding van Rusland was een gevolg van een combinatie van factoren en overwegingen. Ten eerste was er de ongunstige situatie op het oorlogsterrein. De geplande snelle Russische inname van de Oekraïense hoofdstad Kiev en de noordoostelijke steden Tsjernihiv, Charkiv en Soemy mislukte. De Russen hadden hun eigen capaciteiten overschat en het verzet onderschat. Op dezelfde dag dat het communiqué tot stand kwam, kondigde de Russische onderminister van Defensie, Alexander Fomin aan dat Rusland zijn troepen zou terugtrekken van het hele noordelijke front. Dit werd voorgesteld als een vertrouwenwekkende maatregel om vredesbesprekingen mogelijk te maken, maar was eigenlijk een militaire aftocht.
Een tweede, en cruciale, reden voor Moskou om in te stemmen met de idee om het Istanboel-communiqué te gebruiken als raamwerk voor een verdrag, was de belangrijke bepaling dat Oekraïne zich niet zou aansluiten bij militaire allianties en nooit buitenlandse troepen op zijn grondgebied zou toestaan. Poetin heeft in de jaren voorafgaand aan de inval meermaals herhaald dat een Oekraïens lidmaatschap van de NAVO, een absolute rode lijn vormt voor Rusland.
Omgekeerd koestert het trans-Atlantisch militair bondgenootschap, in het bijzonder de VS, al sinds 2002 plannen om Oekraïne te incorporeren in haar structuur. Op de NAVO-top in Boekarest van 2008 wilde VS-president George W. Bush, Oekraïne (en Georgië) een concrete en onmiddellijke ‘roadmap’ tot lidmaatschap bieden, hoewel de VS-inlichtingendiensten hem dat ten zeerste afraadden. Andere NAVO-lidstaten, vooral Duitsland en Frankrijk, die meer aandacht hadden voor de mogelijke impact op Rusland en op Oekraïne zelf (dat sterk verdeeld was over dit onderwerp), konden dit beletten, maar er werd wel een officiële belofte gedaan dat Oekraïne lid zou worden “op een niet nader bepaald tijdstip in de toekomst”.
De systematische uitbreiding in oostelijke richting van de NAVO -die Rusland sinds 2014 expliciet bestempelt als “een systemische rivaal”- wordt door Moskou beschouwd als een provocatie en een grote bedreiging voor zijn veiligheidsbelangen. Na de val van de muur en de ontbinding van het Oostblok beloofden westerse regerings- en staatsleiders dat hun militaire alliantie niet zou opschuiven in de richting van de Russische grens, maar in de afgelopen kwarteeuw was dit precies wat wel gebeurde. Het communiqué van Istanboel willigde nu echter een van Ruslands meest fervente en oudste eisen in: dat Oekraïne nooit lid zou worden van de NAVO en nooit NAVO-troepen op zijn grondgebied zou ontvangen.
Het fnuiken van diplomatieke initiatieven
De Russische delegatieleider Medinsky toonde zich alleszins tevreden met het op 29 maart 2022 overeengekomen raamwerk en voorspelde dat Poetin en Zelensky mogelijks binnen afzienbare tijd een verdrag zouden ondertekenen op een top. “Oekraïne heeft zich voor het eerst schriftelijk bereid verklaard om een aantal zeer belangrijke voorwaarden te vervullen voor de opbouw van normale en goede betrekkingen met Rusland in de toekomst”, verklaarde hij aan de pers.
In de weken die volgden werd er druk onderhandeld en gewerkt aan een potentieel vredesverdrag op basis van het overeengekomen communiqué. De partijen wisselden actief ontwerpverdragen met elkaar uit. Samuel Charap en Sergueï Radchenko bestudeerden er twee in detail: de tekst van 12 april en die van 15 april (het laatste ontwerpverdrag dat werd uitgewisseld voor de gesprekken in mei definitief afsprongen). Ze concludeerden dat het communiqué een aantal belangrijke kwesties had opengelaten, zoals de bepaling van de grenzen en het territorium, maar de wil om tot een overeenkomst te komen was duidelijk aanwezig en een akkoord lag binnen bereik. “Half april 2022 waren we heel dicht bij de beëindiging van de oorlog met een vredesakkoord”, bevestigde een van de Oekraïense onderhandelaars, Oleksandr Chalyi, in december 2023.
Waarom sprongen de besprekingen dan af? Poetin beweert dat Westerse mogendheden tussenbeide kwamen en de deal afketsten omdat ze meer geïnteresseerd waren in het verzwakken van Rusland dan in het beëindigen van de oorlog. Boris Johnson, de toenmalige Britse premier, zou namens “de Angelsaksische wereld” de boodschap overgebracht hebben aan Zelenski dat “tegen Rusland gevochten moet worden tot de overwinning is behaald, en tot Rusland een strategische nederlaag lijdt”.
Het staat vast dat het Westen het communiqué van Istanboel en het daaropvolgende diplomatieke proces op geen enkele manier heeft gesteund. In plaats daarvan werd de militaire hulp aan Kiev opgevoerd en het sanctieregime tegen Rusland uitgebreid, zoals Boris Johnson op 30 maart, in een reactie op de Oekraïens-Russische overeenkomst, beweerde dat nodig was.
Op 9 april bracht de Britse premier een bezoek aan Kiev -de eerste buitenlandse leider sinds de Russische terugtrekking uit de hoofdstad. Zijn bezoek kwam er op een moment dat de zopas ontdekte oorlogsmisdaden van Russische troepen in de voorsteden van Kiev, uitgebreid belicht werden in de media. “Elke deal met Poetin zou behoorlijk smerig zijn … (en) een soort overwinning voor hem”, zei Johnson naar verluidt tegen Zelenski. Het hoofd van de Oekraïense onderhandelingsdelegatie Arakhamia bevestigde in een interview in 2023: “Toen we terugkwamen uit Istanboel, ging Boris Johnson naar Kiev en zei dat we helemaal niets zouden tekenen met [de Russen]”… dat we gewoon zouden blijven vechten”. De VS-ministers van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, en van Defensie, Lloyd Austin, bezochten Kiev twee weken na Johnson, voornamelijk om meer militaire steun te coördineren.
Arakhamia legde in zijn interview een reëel probleem bloot: het communiqué beschreef een multilateraal kader dat westerse bereidheid zou vereisen om diplomatiek met Rusland om te gaan en een echte veiligheidsgarantie voor Oekraïne te overwegen. De Verenigde Staten en hun bondgenoten waren daar niet toe bereid. Integendeel.
De Russische terugtrekking uit Kiev en andere grote steden in het noordoosten van Oekraïne, en het vooruitzicht op meer wapens uit het Westen (met de wegen naar Kiev terug onder Oekraïense controle), gaf de Oekraïners een hernieuwd vertrouwen in de mogelijkheid van een militaire overwinning. Dit zal, naast de westerse druk, ongetwijfeld ook een rol gespeeld hebben bij de verharding van de Oekraïense positie. Zelensky eiste nu een volledige terugtrekking van de Russische troepen uit de Donbas-regio als voorwaarde voor het onderhandelen van een verdrag. Oleksii Danilov, de voorzitter van de Oekraïense Nationale Veiligheids- en Defensieraad, vatte de positie van zijn land begin mei als volgt samen: “Een verdrag met Rusland is onmogelijk – alleen capitulatie kan worden geaccepteerd”.
Escalatie als strategie
Washington en de Europese hoofdsteden hebben sinds het begin van de oorlog geen enkel ernstig diplomatiek initiatief genomen om het bloedvergieten in Oekraïne te stoppen. De strijdende partijen zijn al heel lang vastgelopen in een vernietigende stellingenoorlog. Geen van hen heeft momenteel zicht op een totale overwinning. Indien de westerse landen effectief zo bezorgd zijn om het lot van de Oekraïense burgers en een einde willen maken aan het verwoestende en dodelijke oorlogsgeweld, is onderhandelen onvermijdelijk.
Eind 2023 stelde Rusland naar verluidt nieuwe vredesgesprekken voor. Deze keer rechtstreeks met de Verenigde Staten, aangezien het Washington en Londen waren die druk gezet hadden op Oekraïne om niet verder te onderhandelen in april 2022. Na een meeting met tussenpersonen in Turkije, gevolgd door een ontmoeting tussen hogere VS-functionarissen, drukte Washington het Russisch initiatief snel de kop in. De Nationale Veiligheidsadviseur van de VS, Jake Sullivan, deelde mee aan de adviseur Buitenlands Beleid van Poetin, Yuri Ushakov, dat de VS bereid was om te praten met Rusland over andere zaken, maar niet over vrede in Oekraïne. De VS heeft overigens alternatieve vredesinitiatieven vanuit de hele wereld afgeketst, waaronder voorstellen van Afrikaanse leiders, Latijns-Amerikaanse presidenten, China en de paus.
De strategie van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, daarin schijnbaar slaafs gevolgd door de Europese landen, lijkt alleen te bestaan uit militaire escalatie, gekenmerkt door de voortdurende levering van munitie en alsmaar zwaardere en offensievere wapensystemen aan Kiev – niet toevallig een zegen voor de westerse militaire industrie.
Oekraïne wordt gezien als een veldslag in een bredere geostrategische strijd van de NAVO tegen ‘systemische rivaal’ Rusland. Er wordt handig misbruik gemaakt van het legitieme recht op verdediging van Oekraïne tegen een illegale militaire schending van zijn soevereiniteit, om de oorlog te rekken in plaats van te proberen beëindigen. Hoe langer de oorlog woedt, hoe meer Moskou immers kan worden verzwakt. Dat is het werkelijke doel van deze westerse militaire escalatiestrategie. Dat dit ondertussen vele honderdduizenden levens kost, stedelijke gebieden en het milieu verwoest, en vele miljoenen Oekraïners van hun woonplaatsen heeft verdreven, lijken bijna bijzaken te zijn.
Iedereen die een einde wil brengen aan de reeds veel te lang aanslepende oorlogswaanzin, het massaal aantal slachtoffers -waaronder ook veel burgers, inclusief kinderen- en de oorlogsmisdaden (waar alle oorlogen altijd mee gepaard gaan), is intuïtief voor een staakt-het-vuren en vredesonderhandelingen. Beide zijn mogelijk, mits de nodige politieke moed en wil. Dat bewijst de overeenkomst die bijna gesloten werd in de lente van 2022.
De Russen en de Oekraïners zijn nooit tot een definitieve compromistekst gekomen volgend op het communiqué van Istanboel, maar tot het onderhandelingsproces werd doodgemaakt, toonden beide partijen zich bereid tot grote compromissen. Een overkoepelend kader werd bereikt dat een einde zou hebben gemaakt aan de oorlog, Oekraïne multilaterale veiligheidsgaranties zou hebben gegeven, rekening zou hebben gehouden met de legitieme veiligheidsbezorgdheden van Rusland door van Oekraïne een permanent neutraal land te maken, en tegelijk de weg zou hebben vrijgemaakt voor een Oekraïens lidmaatschap van de EU.
Het plan was zeker ambitieus, maar het was ten minste een ernstig diplomatiek initiatief – iets waar het vandaag de dag volledig aan ontbreekt. Dit ondanks het feit dat de dreiging van een bredere oorlog tussen de NAVO en Rusland -die beide kernwapens ter beschikking hebben!- als een zwaard van Damocles boven de hoofden hangt van niet alleen de Oekraïners en de Russen, maar van alle Europeanen.
Met dank aan Vrede (www.vrede.be)