Verkiezingen leveren soms ongewenste resultaten op, staat in de geactualiseerde versie van de Amerikaanse strategie voor nationale veiligheid. Zo hield het grote plan voor democratisering van het Midden Oosten met één belangrijk aspect geen rekening: de kiezers.
We hebben het in de Europese Unie zelf al meegemaakt: democratie geeft niet altijd wat de leiders ervan verwachten. De twee referenda over de ‘Europese grondwet’ gaven het – in de ogen van de regeerders – verkeerde resultaat. Ierse en Deense kiezers werden vroeger al opnieuw naar de stembus geroepen tot ze”goed” stemden.
De “democratiseringsdrang” van Washington stuit in veel plaatsen op de kiezers. In Irak is het er alleszins niet in geslaagd een parlement naar zijn voorkeuren te laten kiezen, grote vijand Teheran heeft in dat parlement meer bondgenoten dan de VS. In Iran zelf dolf de favoriet van het westen, Ali Achbar Hasjemi Rafsanjani, het onderspit tegenover Mahmoed Ahmadinejad. Na diens overwinning kwam het “nucleaire gevaar” toch wel opvallend in het nieuws. Washington riep Iran onlangs officieel uit tot belangrijkste vijand.
De Palestijnse kiezers hebben natuurlijk ook verkeerd gestemd door Hamas een meerderheid te geven. Het kwam ook al niet goed uit dat de kiezers in Haïti zo overtuigend voor René Préval kozen. Om nog te zwijgen over de kiezers in Venezuela die Hugo Chavez keer op keer onomstreden overwinningen bezorgen.
Maar wat met “democratieën” waar de kiezers dan wel min of meer stemmen zoals gewenst? Bij voorbeeld in Afghanistan waar de verkiezingen toch werden afgedaan als een groot succes. Er moet dan wel een proces komen tegen een tot het christendom bekeerde moslim om te “ontdekken” dat die grondwet in Afghanistan allesbehalve democratisch is, want essentiële rechten van minderheden negerend. Bovendien komt uit de jongste rapporten van de VN opnieuw naar voor dat in Afghanistan 87 % van de wereldproductie van opium wordt geteeld, mede door regeerders.
En Wit-Rusland? Er bestaat weinig twijfel aan dat dit geen “open en eerlijke democratische verkiezingen” waren. Maar waarom is er nooit hetzelfde gezegd over sommige verkiezingen en referenda in Rusland? Boris Jeltsin was wel een fraudeur, maar het was “onze fraudeur”. Dat hij het parlementsgebouw liet bestoken om zijn rivalen uit te schakelen, werd toegejuicht.
Over ondemocratische toestanden gesproken. Loekasjenko is mogelijk via ondemocratische verkiezingen aan de macht kunnen blijven. Maar wanneer hebben we in België ooit een staatshoofd kunnen kiezen?
(Uitpers, nr. 74, 7de jg., april 2006)