Honderd jaar geleden brak de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), uit. We zullen het geweten hebben, via de ontelbare reportages op tv, in kranten en weekbladen, door stapels nieuwe gelegenheidspublicaties in de boekenwinkels. Tot en met de talrijke herdenkingsplechtigheden in België en in Europa. Soms tot in het ridicule toe zoals toen de Duitse en Franse presidenten, als kinderen, handje in handje, een ceremonie bijwoonden en toch hun gezicht stijf in de plooi wisten te houden.
Maar wat die “groote oorlog” eigenlijk betekende lijkt aan de meeste bewindsvoerders voorbij te zijn gegaan. Voor Vlaanderen begon de herdenking al enkele jaren geleden als een toeristisch project, waarbij de vele soldatenkerkhoven met hun tienduizenden doden in de Westhoek, achter de IJzer, als “troef” konden worden uitgespeeld.
“Nooit meer oorlog”
De wantoestanden aan het front van 1914-1918 leidden tijdens en na de oorlog tot een radicalisering van de Vlaamse soldaten. Door de dood en het verderf, de talloze overbodige slachtoffers, werd de Vlaamse beweging ook uitgesproken pacifistisch. De leuze “Nooit meer oorlog” prijkt nog altijd op de IJzertoren, maar de politici in België die daar nog enige waarde aan hechten zijn op de vingers van één hand te tellen.
Denken we maar aan de recente roerende eensgezindheid bij alle partijen en parlementsleden, behalve bij die van de Partij van de Arbeid (PVDA), bij de snelle en ondoordachte goedkeuring van deelname aan een oorlog in Irak tegen de terreurbeweging Islamitische Staat – Da’esh in het Arabisch – dat zijn gewoon de eerste letters van Dawla al-islamiyya fi Iraq wa al-Sham, of Islamitische staat in Irak en Al Sham. Dat laatste woord kan op verschillende manieren worden vertaald en gebruikt: als Levant, als Groot-Syrië (Syrië met inbegrip van Libanon, Palestina en Jordanië), als gewoon Syrië en soms in de nog engere betekenis van Damascus.
Opmerkelijk was het enthousiasme voor oorlog van de N-VA of Nieuw-Vlaamse Alliantie, de grootste partij in België, die zelfs pleitte voor de uitbreiding van de oorlog tot Syrië alhoewel daar geen toestemming van de Verenigde Naties voor bestaat. De partij liet zich eerder al bijzonder oorlogszuchtig uit tijdens de oorlog die Israël in de voorbije zomer voerde tegen de Gaza-strook. Maar daarin stond ze zeker niet alleen: alle traditionele partijen in België en in de rest van Europa, en hun bewindslui, keurden de massaslachting daar goed. Dat er ook meer dan 500 kinderen werden vermoord tijdens het offensief, waarbij 2.131 Palestijnen doden vielen, tegen 71 Israëlische, was hen geen enkele zorg. Hun houding komt neer op de goedkeuring van en aansporing tot oorlogsmisdaden. Hun argument: Israël heeft het recht zich te verdedigen. Van een gelijkaardig recht voor de Palestijnen is er geen sprake. Dat er de voorbije vijftien jaren vóór het zomeroffensief bv. per week gemiddeld twee Palestijnse kinderen werden vermoord door Israëlische soldaten, politiemannen of kolonisten schept geen recht van verzet volgens Europa. Het haalt gewoon de schouders op voor de slachtoffers, want het zijn maar Palestijnen. Een racistische houding dus. Het was zo’n moord op twee jonge Palestijnen die leidde tot een wraakactie tegen drie kolonistenjongeren, die uiteindelijk tot het Gaza-offensief aanleiding gaf.
“Nooit meer oorlog” is niet aan N-VA besteed, noch aan groenen, christen-democraten, socialisten en liberalen.
Pontius Pilatus
Het stemmen voor oorlog getuigt ook van een ondraaglijke lichtheid om een aantal andere redenen. In de eerste plaats omdat er overal met de botte bijl wordt gehakt om de begroting van het land te doen kloppen. Maar voor de huidige en nog te vormen Belgische regering is er altijd geld voor oorlog. Kanonnen zijn belangrijker dan boter. Minister van Defensie Pieter De Crem schatte dat de kostprijs van de operatie bruto maandelijks 14,35 miljoen € zal bedragen kosten en netto 5,68 miljoen. Wat dat ook moge betekenen, het is duidelijk dat voor de oorlog, die nog maanden kan duren, op andere posten zal worden gesnoeid. En het wordt nog erger want er hangt de bevolking nog een factuur van 7 miljard € boven het hoofd voor nieuwe gevechtsvliegtuigen die de coalitie absoluut wil kopen – ook al geeft ze dat nog niet toe.
Wraakroepend is dat men voor de meest kwetsbaren voor wie ondersteuning levensnoodzakelijk is, geen geld wil ter beschikking stellen. De Belgische regering is de voorbij maanden al enkele keren door rechtbanken veroordeeld wegens weigering van zorg en opvang voor mensen die daar dringend nood aan hebben. Geen geld, zo wordt gezegd. En het systeem is nog perverser omdat er in elke provincie een commissie werd opgericht, die moet bepalen wie als eerste aan de beurt kan komen voor plaatsing en hulp. Zo kan Vlaams minister van Welzijn Jo Van Deurzen, zoals destijds Pontius Pilatus, zijn handen in onschuld wassen. Hij liet overigens eerder al weten dat zorg in de eerste plaats moet worden verschaft door de familie, door de buren, door de buurt, door de hele wijk, door vrijwilligers… Door iedereen, behalve door zijn diensten.
Bovendien weet men eigenlijk niet wat de Belgische F-16’s, die al naar Jordanië vertrokken waren vooraleer het parlement formeel zijn zegen had, daar kunnen en mogen doen. Het parlement had op zijn minst enkele richtlijnen kunnen geven over wat kan en niet kan. Niets daarvan, een open mandaat dus voor de minister van Defensie.
Groot gemaakt door het Westen
Ten slotte, en nog ergst van al, gaat men een organisatie bestrijden die door het Westen zelf groot is gemaakt en militair en financieel werd/wordt gesteund in het kader van de politiek van het Westen om na Saddam Hoessein van Irak en kolonel Muammar Kadhafi van Libië ook president Bashar al-Assad van Syrië te wippen omdat die niet aan de leiband van Washington en Brussel wilden lopen. Juist drie mannen die de islamisten, salafisten en jihadisten bestreden.
Het Westen gaat nu de strijd aan om IS, na onthoofdingen van westerlingen, en omdat het door het Westen geschapen monster plannen koestert zijn schepper aan te vallen. Bovendien breidt de invloed en invloed van IS zich nog altijd uit: van Algerije over de Sahel tot ver in Azië toe. Voor zijn oorlog werkt het Westen samen met andere islamisten van de Arabische wereld zoals die van Saoedi-Arabië, Qatar, Bahrein, de Verenigde Arabische Emiraten en andere landen die ook IS en andere extreme bewegingen hebben gesteund en nog steunen. Dat die landen totalitaire regimes hebben zonder vrijheid is een detail – zolang ze maar volgzaam en bondgenoten van het Westen blijven.
En over die strijd tegen IS valt ook wel een en ander te zeggen. Zoveel zelfs dat er mag aan getwijfeld worden dat er mag getwijfeld worden aan de westerse bedoelingen. De bombardementen in Irak blijven grotendeels beperkt tot het beschermen van de Koerdische Autonome Regio toen bleek dat de tijd van de “peshmerga”, de Koerdische guerrillero’s, “zij die oog in oog met de dood staan”, dat allang liever niet meer doen. De Koerdische strijders zijn gewoon werknemers geworden van de feodale bazen van Iraaks Koerdistan en geen goed opgeleide en gemotiveerde soldaten meer. Toch is men bezig die Iraakse Koerden te bewapenen en op te leiden.
Geen hulp voor Syrische Koerden
De enige Koerden die wel hun strijdlust en –kunde hebben getoond, zijn die van de Koerdische enclaves in het noorden van Syrië langs de grens met Turkije. Zij zijn het die de jezidi’s in Noord-Irak van uitmoording door IS hebben gered. Ook vechten de Volksbeschermingseenheden (YPG), de militaire arm van de Democratische Eenheidspartij (PYD) al meer dan een jaar verbeten tegen IS dat in 2013 voortdurend in de aanval ging tegen hun enclaves, met de volle steun van Turkije. Op het eerste zicht is de PYD dus een ideale bondgenoot voor het Westen, zeker daar zij eigen autonome gebieden hebben opgericht en ook van het regime van Bashar al-Assad af willen.
Nochtans kunnen de YPG weinig of niet genieten van westerse
wapens, opleiding en luchtsteun. De Amerikanen hebben al wat bombardementen uitgevoerd, maar volgens de Syrische Koerden op zeer beperkte schaal en niet tegen de IS-eenheden aan de frontlijn bij de stad Kobani – Ayn al-Arab in het Arabisch. De stad wordt nu zo ernstig bedreigd dat tienduizenden Koerden op de vlucht zijn geslagen. (Zie de foto: IS-troepen, met hun zware vlag in de buurt van Kobani). Maar de Turkse autoriteiten, zien ze liever niet komen. Ook verhinderen ze dat Turks-Koerdische vrijwilligers hun Syrische broeders helpen.
Het draait hierbij om het feit dat de Democratische (Koerdische) Eenheidspartij in Syrië een bondgenoot is van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die al dertig jaar een guerrillaoorlog voert tegen het Turkse leger, zij het wel met onderbrekingen. Officieel wordt er al een paar jaar onderhandeld tussen de Turkse regering en de gevangen zittende PKK-leider Abdullah Öcalan over een oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije. Maar nog altijd zonder resultaat. Wegens het uitblijven van resultaten verslechtert de toestand op het terrein en neemt het aantal gewapende incidenten toe.
Terwijl Turkije uitstekende relaties onderhoudt met de Iraakse Koerden, vooral die van hun president Mahmoud Barzani, die zich goed voelt in de rol van Turkse vazal, is het bang voor successen van de Syrische Koerden omdat die de positie van de PKK zouden kunnen versterken. In opdracht van Turkije zorgt Barzani er al geruime tijd voor dat de grens tussen Iraaks Koerdistan en Syrisch Koerdistan wordt geblokkeerd. En het Westen lijkt in dit alles de kant van Turkije, een NAVO-bondgenoot, te hebben gekozen.
Turkse interventie?
Donderdagavond 2 oktober stemde het Turkse parlement in met een motie die Turkse troepen toelaat Noord-Irak en Syrië binnen te trekken. Officieel om IS te bestrijden, iets wat de Syrische Koerden al ruim een jaar doen en dus overbodig zou zijn mocht Turkije en het Westen hen helpen. Maar Turkije wil af van het probleem van de Syrische Koerden en wil een strook van het noorden van het land, tot 40 km diep, bezetten. Officieel om er vluchtelingen uit Syrië onder te brengen, die te bewapenen en te laten vechten tegen het regime van Bashar al-Assad, die de Turken nog altijd van de macht willen verdrijven ten bate van “gematigde” islamistische Syrische rebellen. Turkije droomt er zelfs van de “internationale gemeenschap”, een andere naam voor het Westen, een vliegverbod boven dit door Turkije bezet gebied te laten uitroepen om die plannen gemakkelijker te kunnen uitvoeren. Maar dat is wellicht te hoog gegrepen want Iran en Rusland zullen zich daar zeker tegen verzetten.