Terwijl president Yasser Arafat in de ruïnes van zijn grotendeels met bulldozers vernielde hoofdkwartier in Ramallah kampeerde, herdachten de Palestijnen zaterdag 28 september het begin van de tweede Intifada, de Palestijnse volksopstand. Een opstand die wat hen betreft moet voortgaan tot de Israëli’s de bezette gebieden ontruimen. Ondanks het feit dat hij van hen al een zware tol heeft geëist. Van de 2.500 doden zijn er 1.900 Palestijnen.
Nog velen, ook hier te lande, hebben er weinig of geen benul van waarrond het conflict draait. Sommigen menen dat om een soort uit de hand gelopen Vlaams-Waals probleem gaat of om zoiets als de oude, pas na de Tweede Wereldoorlog verdwenen vijandschap tussen Fransen en Duitsers. Niets is minder waar: het gaat gewoonweg om de kolonisatie van Palestina, die nog steeds voortduurt, door joden ten koste van de Palestijnen. Velen hebben ook geen benul van de ondraagbare hardheid van de Israëlische bezetting.
Lucas Catherine heeft in de loop der jaren al verscheidene boeken aan de Palestijnse kwestie gewijd. De Tweede Intifada, en parallel daarmee de woede in de Arabische en islamitische wereld, die tot "11 september" heeft geleid, heeft er hem toe aangezet nog eens een boek aan het probleem te wijden(1). Het is een voltreffer, een schitterend boek, een prachtige synthese van de problematiek met alle terzake doende details. Zeer vlot geschreven. Bovendien prachtig geïllustreerd. Hier is een expert aan het woord.
Wie het nog niet wist kan hier leren waarom de Palestijnen, ondanks het in 1991 in Madrid begonnen "vredesproces", geen andere keuze meer hebben dan opstand. Men komt ook alles te weten over het Israëlische optreden tegen de "Israëlische Arabieren", zoals officieel Israël ze noemt omdat het de naam Palestina en Palestijnen niet over lippen krijgt. Wie denkt dat Israël een democratische staat is, met gelijke rechten voor alle burgers, zal snel van mening veranderen. En niet anders kunnen besluiten dan dat Israël een racistische apartheidsstaat is.
Zionitische mythes
Lucas Catherine ontkracht alle zionistische mythes, zoals die van "een land zonder volk voor een volk zonder land", de mythe dat Palestina "leeg" was, dat het een woestijn was die lag te wachten om vruchtbaar te worden gemaakt door noeste joodse pioniers. Er zijn in de loop van de voorbije eeuwen voldoende verslagen van reizigers gepubliceerd die het tegendeel bewijzen. Lucas Catherine heeft hier voor de gelegenheid het reisverhaal opgediept van een authentieke Vlaming, de Gentenaar Joos van Ghistele, die in 1481 naar het oosten trok. Bij zijn aankomst in de havenstad Akka stelt hij vast dat rond de stad "leyt eene schoone, groote planure, vul van vruchten ende fruyten". Het dorp Artas bij Bethlehem beschrijft hij als "een eerds paradijs (…) vervult met zo grooten menichten van boomen, aldertiere vruchten draghende (…). En ga zo maar door. De Bijbel wist al dat Palestina een land van melk en honing was. Dat is het steeds gebleven. Yaffa-appelsienen en Carmel-wijn, twee bekende Israëlische merknamen, bv. waren Palestijnse producten.
Vanwaar het succes van het zionisme? Het feit dat Groot-Brittannië al tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), nog vóór het Palestina in handen had, besliste dat dit gebied een joodse staat zou worden. Toen Londen het land bestuurde werd elke wetgeving in functie aan dat doel aangepast. Het liet toe dat de joodse kolonisten een staatsstructuur opbouwden. En zich bewapenden. De mythe dat de kleine joodse David in 1948, toen de Britten zich teruggetrokken hadden, tegenover een Arabische Goliath stonden is dan ook vals. De militaire sterkte van de zionistische milities bedroeg 120.000 goed bewapende manschappen. De Arabische landen konden slechts 20.000 tot 27.000 man in het veld brengen en waren slecht bewapend. Hun kolonisatoren hadden er wel voor gezorgd dat er geen enkele bedreiging voor hun hegemonie kon worden gevormd.
Van die overmacht maakten de zionisten gebruik voor wat men nu een "etnische zuivering" zou heten én van het veroveren van meer land dan het verdelingsplan van een commissie van de Verenigde Naties hen had toegekend. Vergeet het niet: de vader van het zionisme de Oostenrijkse jood Theodor Herzl zag, in het spoor van de Bijbel, een groot Israël van de Eufraat tot de Egyptische rivier – de Nijl. Een idee die ook uitgedrukt is in de Israëlische vlag: de Davidsster tussen twee blauwe strepen die beide rivieren symboliseren.
Niet alle Palestijnen konden worden verjaagd uit wat de nieuwe staat Israël werd. Geen nood. Door een reeks wetten werden die van bijna alle land en rechten beroofd. En land dat eenmaal joods is moet dat "ten eeuwigen dage" blijven. Dat is het geval voor 93% van het land! Een van de beruchte wetten is die op het eigendom van "afwezigen". Alle Palestijnen in Israël die hun huis verlieten op de vlucht voor gevechten, ook al was dat maar een paar meter verder bij buren bv., werden als "afwezig" verklaard, en hun bezittingen geconfisqueerd. Zo kent Israël een categorie burgers van afwezig-aanwezigen! Ook verlaten, niet bewerkt land kan volgens de wet in beslag worden genomen. Dus volstaat het onder de Noodwetten van 1945 (overgenomen van de Britten) om een gebied verboden terrein voor Arabieren te verklaren en… dan vast te stellen dat de grond verlaten is!
Systematische discriminatie
Op alle gebied worden de Palestijnen in Israël gediscrimineerd. Alhoewel Palestijnen 20% van de bevolking van Israël uitmaken, moeten ze het stellen met 2% van het Israëlische gezondheidsbudget. Hetzelfde geldt voor onderwijs, lokale besturen enz. Geen wonder dat het analfabetisme bij de Palestijnen (15,8%) driemaal hoger is dan bij de joden (4,9%). Palestijnse dorpen worden niet aangesloten op de nationale waterleiding. De Trans-Israël Higway van Galilea naar de Negev zal geen op- en afritten naar de meeste Arabische stadjes krijgen. Voor Palestijnen is het bijna onmogelijk een bouwvergunning te krijgen. Er zijn slechts 123 "erkende" Palestijnse dorpen, de overige bestaan officieel "illegaal" en hebben geen enkele nutsvoorziening noch verharde wegen.
In de sedert de zesdaagse oorlog van 1967 bezette Westelijke Jordaanoever en in de Gaza-strook is het nog erger: een brutale bezetting (uitgaansverboden en talrijke andere beperkingen op de bewegingsvrijheid, urenlange durende controles aan checkpoints, vernietiging van huizen, olijfgaarden, arbitraire arrestaties, systematische foltering…), voortdurende onteigening voor joodse nederzettingen en voor hun systeem van apartheidswegen. In totaal zijn er al zowat 500.000 kolonisten gevestigd op de Westelijke Jordaanoever. Alle waterbronnen zijn onder Israëlische controle gebracht. En Palestijnen moeten er ruim drie keer meer voor betalen: kolonisten betaalden in 1987 0,15 shekel per kubieke meter irrigatiewater en 0,23 shekel voor drinkwater, Palestijnen betalen 0,70 shekel voor elke soort (ook in Galilea, in Israël, bestaat dezelfde prijsdiscriminatie).
Arafat: de politieman van Israël
Het in Madrid met de "Vredesconferentie voor het Midden Oosten" in 1991 begonnen vredesproces zou laten vermoeden dat de situatie beter werd. Niets is minder waar. Vooral toen de Palestijnse leider Yasser Arafat in 1993 de Oslo-akkoorden ondertekende is de situatie steeds verslechterd. Arafat heeft zich in de rol laten dringen van politieman in dienst van Israël terwijl de kolonisatie, dankzij de royale steun van de Verenigde Staten én van Europa, onverminderd doorgaat. Evenals de repressie.
"Oslo" heeft als resultaat opgeleverd dat Arafat zich de "baas" kan noemen van 227 autonome gebiedjes, waarvan er 199 kleiner zijn dan 2 km². Dus totaal onleefbaar. De bewoners kunnen zich niet eens van het ene stukje naar het andere begeven zonder Israëlische toelating. Gebiedjes ook die te pas en te onpas, en soms maandenlang, door de Israëli’s worden afgesloten.
"Begin 2002 lag de helft van de Palestijnse industrie plat. De minister van Financiën van de Palestijnse autoriteit berekende in maart 2001 dat de bezetting en vooral de permanente afsluiting van deze 227 gebiedjes 3,9 miljard dollar had gekost. De werkloosheid schommelde begin 2002 tussen de 60% en 80%. Het inkomen per hoofd is sinds de Akkoorden van Oslo met 47% gedaald. Een gemiddelde maaltijd bestaat uit thee, suiler, boord en za’atar (wilde tijm). Een kwart van de gezinnen (gemiddeld minstens 6 personen) moet het stellen met 2,10 dollar per dag. In de Gazastrook overleven 700.000 mensen op dagelijkse voedselbedelingen door de Verenigde Naties (UNRWA). Door de grote werkloosheid stijgt wel de vraag naar kinderarbeid: goedkoop en ongeorganiseerd en kinderen kunnen op onregelmatige tijdstippen worden ingezet. Driekwart van de jongeren moet op een of andere manier werken en loopt niet langer school. Tot voor kort stonden de Palestijnen bekend als de intellectuelen onder de Arabieren, het volk met het hoogste percentage universitairen. Dit is nu voltooid verleden tijd", schrijft Lucas Catherine.
Voorwaar een trieste balans van ruim tien jaar van wat sommigen nog een "vredesproces" durven te noemen, ondersteund door wat Europa "genereuze" steun aan de Palestijnen noemt. Een uitzichtloze situatie. Het is een wonder stellen vele waarnemers die in Palestina hebben gewerkt of er herhaaldelijk op bezoek gingen, dat het geweld en de zelfmoordacties al niet veel langer en op grotere schaal aan de gang zijn. Ondertussen wast Europa, dat door effectieve strafmaatregelen Israël tot betere gevoelens zou kunnen brengen, zijn handen in onschuld. België, zo zegt minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel, houdt zich aan een politiek van "equidistantie" – van gelijk afstand ten overstaan van beide partijen – van de onderdrukker en de onderdrukten. In feite kiest hij daarmee voor de onderdrukkers. Dat bewijst hij ook door in België illegale import van producten uit de joodse kolonies in bezet gebied als "Israëlisch product" onder verminderde invoerrechten toe te laten.
(Uitpers, nr. 34, 4de jg., oktober 2002)
(1) Lucas Catherine. Palestina. De laatste kolonie? Uitg. EPO, Berchem, 2002. 312 blz. Met meer dan 70 authentieke foto’s. 20 euro.