Volgens een bericht in de “Los Angeles Times”(1) hebben de VS sinds het einde van de Koude Oorlog geen atoombommen meer gebouwd. Nu heeft de Amerikaanse regering het plan voor gesteld, om het verouderde kernwapenarsenaal te moderniseren. In de toekomst wil de Verenigde Staten in de mogelijkheid zijn om tegen 2022 jaarlijks 125 nucleaire bommen te produceren.
Op 5 april stelde de Amerikaanse regering het ontwerp voor de hervorming van haar atoomprogramma aan het Congres voor. Hiermede wil de Bush-administraie met een zeer omvangrijke nieuwe herstructurering, de modernisering en de verdere ontwikkeling van kernwapens doorvoeren. De laatste atoombom werd in 1988 geproduceerd en de laatste ondergrondse kernwapenproef werd in 1992 doorgevoerd. Sindsdien berustte de Amerikaanse afschrikkingpolitiek op de instandhouding van oudere wapens, die tijdens de nucleaire wapenwedloop geproduceerd werden.
De chef van het nucleaire wapenprogramma, Thomas d’Agostino(2), kondigde volgens het artikel aan het Congres aan, dat de VS-regering vanaf het jaar 2022 in de mogelijkheid wil zijn om jaarlijks 125 nucleaire wapens te produceren. Gelijktijdig wil het Pentagon de oude wapens na onderzoek op efficiëntie en inzetbaarheid ontmantelen. Met als gevolg dat acht productiefabrieken gesloten worden en de productie in de komende vier jaar op een nog onbekende plaats geconcentreerd zullen worden.
Nog volgens het bericht van de “Los Angeles Times ” wil de VS hiervoor alle voor atoomwapens bruikbare plutonium in één inrichting samenbrengen, die beter tegen mogelijke terroristische aanslagen kan beschermd worden. De kosten voor de verhoogde bescherming van de huidige standplaatsen van de productie-eenheden zijn na de aanslag van 11 september fors gestegen. Een wetenschappelijke studie van de voorbije jaren heeft de kostenraming voor verhoogde bescherming voor de komende 20 jaar op ongeveer 25 miljard dollar geschat.
Vroeger was er al felle kritiek op de plannen van de Verenigde Staten om de productie van nieuwe nucleaire wapens terug op te nemen omdat het andere staten in de verleiding zou brengen om kernwapens te produceren. De VS begeeft zich met haar voornemens op een gevaarlijke grenslijn, zoals d’Agostino in een interview toegaf: “het moet ons mogelijk zijn het voorgenomen kernwapenprogramma te moderniseren en gelijktijdig de wereld de verzekering te geven, dat we er niet op uit zijn een nieuwe wapenwedloop op gang te brengen”. Klaar uitgedrukt komt dit erop neer: “wij, de VS mogen nucleaire wapens produceren, u niet. Onze wapens en deze van onze vrienden (Israël) dienen om de vrede en de democratie te brengen, de andere brengen alleen maar het kwade.”
De doelstelling van de ” nucleaire ontwapening ” formuleert Washington sedert lang niet meer. Voor het laatst hebben ex-president Bill Clinton en de toenmalige Russische president Boris Jeltzin in de herfst van 1998, in een gemeenschappelijke verklaring de verplichting van beide landen tot nucleaire ontwapening als ultieme doelstelling bekrachtigd. Ongeveer een maand geleden heeft het hoofd van de Amerikaanse nucleaire veiligheid(3), Linton Brooks(4), toegegeven dat Washington de doelstellingen van het non-proliferatieverdrag niet meer nastreeft.
(Uitpers, nr. 75, 7de jg., mei 2006)
Noten:
(1) U.S. Rolls out Nuclear Plan. Ralph Vartabedian, Los Angels Times 6 april 2006.
www.nuclearpolicy.org(2) Thomas d’Agostino is hoofd van het nucleair wapenprogramma bij de National Nuclear Security Administration (NNSA) dat deel uitmaakt van het Amerikaans Ministerie voor Energie ( Department of Energy, DOE)
(3) National Nuclear Security Administration beheert het geheel van het Amerikaans nucleair wapenarsenaal
(4) Interview met Linton Brooks: zie James Sterngold : Upgrades Planned for US Nuclear Stockpile; San Francisco Chronicle 15/01/2006 www.sfgate.com