Gilbert Achcar. ???La nouvelle Guerre Froide. Le monde après le Kosovo.???
Presses Universitaires de France, Actuel Marx confrontation, Paris, 1999.
Gilbert Achcar, docent aan de faculteit voor politieke wetenschappen van de Universiteit van Parijs-VIII (Saint-Denis) en The American University of Paris en medewerker van le Monde Diplomatique maakt in een nieuw verschenen boekje een opmerkelijke analyse van de Amerikaanse militaire en buitenlandse politiek.
Enkele jaren na de Koude Oorlog tekenen zich nieuwe machtsverhoudingen en confrontaties af. De Verenigde Staten willen hun net verworven exclusieve supermachtstatus behouden en vrezen dat de recente toenaderingen tussen ???oud???-grootmacht Rusland en China, deze nieuwe monopoliepositie op termijn zouden kunnen uithollen.
Gilbert Achcar start zijn boekje, met een analyse van de militair-politieke strategie van de VS. Na de sterke verzwakking en het uiteenvallen van de Sovjetunie, komt in de VS een debat op gang over de nieuwe te volgen militaire koers. Daaruit ontspruit een nieuwe doctrine (BUR, Bottom-up Review) dat bepaalt dat de VS voortaan in staat moeten zijn om twee regionale oorlogen (MRC – Major Regional Conflicts) tegelijk uit te vechten, zeg maar tegen Irak en Noord-Korea. Dit betekent ook een verregaande hervorming van de strijdkrachten binnen een op dat ogenblik (in 1997) nog een strikt budgettair kader. Drie opties liggen open (???Structure Force Options???). Het ???rekapitalisatiemodel???, d.w.z. de voorzichtige modernisering van de bestaande militaire structuren, een wat conservatieve maar gemakkelijke keuze. Deze optie heeft evenwel het nadeel dat die de gelegenheid aan zich voorbij laat gaan om in afwezigheid van een belangrijke tegenstander, grondig te experimenteren met de moderne militaire (informatie-)technologie. Vandaar, de tweede mogelijke weg, namelijk het versneld invoeren van de RMA (???Revolutie in Militaire Zaken???). Een goedkopere oplossing omdat dit vergezeld gaat met een forse reductie van de strijdkrachten door een consequente en versnelde keuze voor de nieuwste technologische snufjes. Nadeel is dat het invoeren van dit model een radicale breuk zou betekenen met het verleden en dus van de noodzakelijke continuïteit. In de visie van de strategen een gevaarlijke situatie, omdat dit kan worden uitgebuit door tegenstanders. Uiteindelijk zal gekozen worden voor de derde weg, het model van ???het Complete Gamma??? (Full Spectrum Force Model). Dit betekent grosso modo een behoud van de effectieven gecombineerd met een iets geleidelijkere en voorzichtige invoering van de RMA.
Deze keuze heeft uiteraard budgettaire gevolgen, want het is de duurste optie. Met op dat ogenblik een strikt vastgelegd budget van 250 miljard dollar (1997) of 3,2 procent van het BNP, lijkt het een krachttoer om de militaire structuur volgens de laatste optie te hervormen. Defensieminister Cohen (overigens een Republikein) liet daarbij niet na te zeggen dat de VS "rekening hielden met de uitgebreide veranderingen" sedert de Koude Oorlog. Hij vergeleek het huidige budget met het jaar 1985 (een defensiebudget van 352 miljard dollar) en sprak van een "vredesdivident". Maar Achcar stelt dat 1985 (en de hele Reagan-episode) een absolute uitzondering was en dus een slechte vergelijkingsbasis. Daarnaast zorgden enkel de oorlogen tegen Korea en Vietnam voor grotere budgetten dan 1997. M.a.w. woorden het VS-defensiebudget werd in werkelijkheid gehandhaafd op een Koudeoorlogsniveau. Achcar geeft daarbij een overzicht van de wereldwijde defensie-uitgaven en die bevestigen zijn stelling dat de VS relatief meer uitgeven ook al zitten we in het zogenaamde post-Koudeoorlogtijdperk. In het recordjaar 1985 was het defensiebudget van de VS goed voor 30,4 procent van alle militaire uitgaven in de wereld. In 1997 was dit aandeel gestegen tot 33,3 procent.
Verborgen doctrine
Achcar stelt zich daarom de vraag of er achter de officiële BUR-doctrine en de MRC geen verborgen doctrine schuil gaat.
Zijn hypothese vinden we terug in de titel die hij het eerste deel van zijn boek heeft gegeven: "Le triade stratégique" (De strategische triade). Vertrekkende van zijn vaststelling dat er een disproportie is tussen het Amerikaanse defensiebudget en het officiële oorlogsscenario waarmee het geacht wordt te corresponderen stelt de auteur dat "het impliciete scenario dat wel in overeenstemming is met het defensiebudget, maar dat (VS) om politieke redenen – strategisch en tactisch – niet te uitdrukkelijk kan worden publiek gemaakt, is dat van twee simultane oorlogen, één tegen Rusland en één tegen China, wat verborgen wordt onder de officiële hypothese van twee belangrijke regionale conflicten tegen Irak en Noord-Korea." Deze verborgen koers is gewoon een voortzetting van de klassieke afschrikkingspolitiek zoals die is blijven bestaan in de schoot van het Pentagon en de VS-administratie. M.a.w. de geesten van de leidende politieke klasse in de VS hebben het Koudeoorlogsdenken nooit vaarwel gezegd.
Zijn stelling wordt onderstreept in de officieuze literatuur van de gezaghebbende gespecialiseerde pers en think-tanks (zoals Foreign Affairs, The National Intrest, INSS, e.d.). Daarin overheerst de mening dat Rusland en China zich uiteindelijk zullen wapenen tegen de toenemende greep van de VS op hun traditionele invloedssferen. Voor Rusland zijn dat onder meer de voormalige Sovjetrepublieken, waar 25 miljoen etnische Russen verblijven. Voor China, de gebieden die worden beschouwd als soevereine territoria, met name Taiwan, Hong Kong, de Spratley-eilanden en de Zuid-Chinese Zee. Achcar citeert uitgebreid uit een belangrijk document van het gezaghebbende Institute for National Strategic Studies (INSS), getiteld: Strategic Assessment. Rusland en China kunnen beide in aanvaring komen met de VS, wat voor ernstige problemen kan zorgen. "Zowel China als Rusland zijn nucleaire machten met intercontinentale raketten, zijn ruimtemachten met satellieten en planetaire communicatiemogelijkheden, zijn landen van enorme omvang met een belangrijke strategische diepte en zijn belangrijke leiders van internationale instellingen, goed geplaatst om acties te blokkeren van de Verenigde Naties indien die niet in overeenstemming zijn met hun belangen", zo stelt INSS. Het document vervolgt met wat wellicht de centrale bekommernis is van de VS: "Het behoud van de militaire capaciteit van de VS, moet China en Rusland ervan weerhouden om hun geschillen via geweld te regelen waardoor ze geen middelen investeren bedoeld om toekomstige tegenstanders te worden. De VS moeten een macht ontwikkelen die uiterst capabel is maar tegelijk niet te bedreigend overkomt."
Het schaakspel volgens Raspoetin
In het tweede deel analyseert Achcar de gevolgen van die politieke keuze. De buitenlandse en defensiepolitiek van president Clinton zoals vooral toegepast binnen de NAVO, is daarbij volledig geïnspireerd op de visies van Zbigniew Brzezinski, de ex-adviseur voor nationale veiligheid onder de voormalige democratische president Carter. Het belang dat Achcar aan Brzezinski hecht blijkt uit de titel die hij het tweede deel heeft gegeven: "Raspoutine joue aux échecs" (Raspoetin – Brzezinski – speelt schaak – de term ???schaak??? verwijst naar Brzezinski???s boek "The Grand Chessboard"1). Hij leidt het kamp van de ???haviken??? dat vindt dat de NAVO zo vlug mogelijk moet uitbreiden naar Oost-Europa, daarbij profiterend van de ???tijdelijke??? zwakte van Rusland. Aan de andere kant moet al te grote confrontatie vermeden ("de zaken niet onnodig gecompliceerd maken") worden door een speciale regeling te treffen met Rusland (de formule van "parallel track" – het dubbele spoor). De visie van Brzezinski wordt gedeeld door mensen als Anthony Lake (adviseur nationale veiligheid onder de eerste regering Clinton) en Madeleine Albright, de huidige minister van Buitenlandse Zaken en medewerkster van Brzezinski onder president Carter, maar ook door invloedrijke buitenlandse politici als Kohl, die al te lang vinden dat Duitsland aan de buitengrens van de NAVO ligt, de Tsjechische president Vaclav Havel en zijn Poolse collega Lech Walesa (Brzezinski is van Poolse komaf). De ???duiven??? (begrip dat we in deze context moeten relativeren) van hun kant, onder wie ex-defensieminister William Perry en speciaal adviseur van Clinton, Ashton Carter, zweren bij het concept van "preventieve defensie", een "nieuwe veiligheidsstrategie", die "fundamenteel verschilt van (het concept van) de afschrikking. Het gaat om een brede politieke en militaire strategie waarbij het volledige arsenaal aan (buitenlands) politieke, economische, en militaire instrumenten wordt gehanteerd". Carter en Perry houden een pleidooi voor een nieuw Marshallplan voor Rusland. De beste strategie om Rusland te vriend te houden en onder de Amerikaanse invloedssfeer te krijgen. Brzezinski daarentegen plaatst hiertegenover zijn "dilemma": een te sterk Rusland kan zich uiteindelijk ontpoppen als een gevaarlijke tegenstander, een te zwak Rusland kan leiden tot chaotische toestanden, wat opnieuw gevaarlijk is. Bijgevolg moet Rusland net genoeg economische en financiële steun krijgen om het hoofd boven water te houden.
Brzezinski is geobsedeerd door een ???gevaarlijk??? Rusland. Zodanig zelfs, dat hij China een andere rol toekent. Met dat land moeten goede relaties worden onderhouden, niet enkel uit economisch belang, maar vooral als bondgenoot tegen Rusland (wat ongeveer de politiek was van ex-president Nixon en ex-minister van Buitenlandse Zaken Kissinger, eveneens een notoir aanhanger van Brzezinski). Achcar noemt Brzezinski???s wereldbeeld simpel en extravagant tegelijk: de Europese bondgenoten (en Japan) zijn in zijn schaakspel vazallen die in een afhankelijkheidspositie moeten worden gehouden, en die in ruil voor steun van (en bondgenootschap met) de VS, mee in de bres moeten springen voor de verdediging van de belangen van de VS.
Clinton zou uiteindelijk begin 1994 voor het kamp van de ???haviken??? kiezen. Zijn keuze werd mee bepaald door de confrontatie tussen Jeltsin en het parlement in de herfst van 1993 en vooral door de verkiezingsoverwinning van de communisten en nationalisten tijdens de verkiezingen van december in datzelfde jaar. Het brutale Russische optreden in Tjetsjenië eind 1994 sterkte Clinton uiteindelijk in zijn keuze. Clinton volgt Brzezinski voor wat betreft de manier waarop Rusland dient te worden ???gesteund???. Washington zal er in de toekomst voor zorgen dat Moskou genoeg krijgt om net niet te verzinken in totale chaos. Daarbij wordt volledig op Jeltsin gewed. Zo kent de administratie Clinton in maart ???96, aan de vooravond van presidentiële verkiezingen, 10 miljard dollar kredieten toe. Later zou blijken dat die doorslaggevend waren voor de overwinning van Jeltsin. Ook met betrekking tot de NAVO volgt Clinton Brzezinski, in diens ???parallel track???. Hij legt zijn volle gewicht in de schaal voor de NAVO-uitbreiding, die politiek wordt beslist op de NAVO-top in Madrid (juli 1997), niet nadat hij eerst de NAVO-Rusland-stichtingsacte in de wacht had gesleept (27 mei 1997).
In de daarop volgende jaren groeit de invloed van de ???haviken???. Brzezinski en Albright starten een campagne voor een militaire actie tegen Joegoslavië, na de brutale Servische reactie op het even brutale offensief van het Kosovaars Bevrijdingsleger (UCK) in Drenica. Nochtans had de Amerikaanse NAVO-ambassadeur Alexander Vershbow, net daarvoor gewaarschuwd om inzake Kosovo Rusland niet te isoleren en voor een politiek van samenwerking met Moskou te kiezen als de minst risicovolle. Het mocht niet baten. De dag van zijn rapport vinden de aanslagen plaats op de VS-ambassades in Kenia en Tanzania, waardoor de weg voor Brzezinski openlag: zonder Rusland (en VN) erbij te betrekken voeren de VS een aanval op Soedan en Afghanistan. Kort daarop starten de VS samen met Groot-Brittannië operatie "Woestijnvos": vier dagen van bombardementen op Irak, zonder VN-mandaat. Vervolgens wordt het dictaat van Rambouillet uitgevaardigd en wordt Joegoslavië, dat het dictaat verwierp, 78 dagen lang onder een bommentapijt bedolven. Opnieuw wordt Rusland uitgesloten en het is daarover terecht furieus. Kosovo, zou volgens Achcar definitief zorgen voor een keerpunt. De VS verbergen niet langer hun strategie – spelen het ???schaakspel??? open en bloot – en kiezen resoluut voor een nieuwe koude oorlog. Tussen haakjes: op het moment dat deze bespreking wordt gemaakt heeft het Congres van de VS beslist het defensiebudget voor 2001 met 18 miljard op te trekken ten opzichte van het jaar daarvoor (in totaal 310,8 miljard dollar, 4 miljard meer dan de administratie Clinton oorspronkelijk had gevraagd).
Het is niet iedereen gegeven om op amper 110 blz. op erudiete, originele en heldere wijze een analyse te geven in deze complexe materie. Het boek is ook een menukaart van verplichte literatuur, voor wie zich verder in wil verdiepen in de buitenlandse en defensiepolitiek van de VS. Ik moet bekennen: ???La nouvelle Guerre Froide??? is van het beste dat ik ooit heb gelezen.
1