Yvan Vanden Berghe, m.m.v. Doeko Bosscher en Rik Coolsaet, De Koude Oorlog. Een nieuwe geschiedenis. Vijfde uitgave. Acco, Leuven 2008.
De geschiedenis van de “Koude Oorlog” kan op hernieuwde belangstelling rekenen nu er vaak over een nieuwe “koude oorlog” wordt gesproken. De tegenstellingen tussen Rusland en het “Westen” zijn met de implosie van de Sovjet-Unie en het Sovjetsysteem niet verdwenen, ook al heeft Rusland nu een kapitalistische samenleving.
Professor Yvan Vanden Berghe pakte in 1987, toen die Sovjet-Unie nog solide leek, al uit met een lijvige geschiedenis van die periode. Maar de afsluiting, de implosie, moest nog komen zodat een bewerking voor de hand lag. Intussen zijn er echter zodanig veel nieuwe gegevens bekend geraakt, dat historici de handen vol hebben om dat allemaal te verwerken. Er ontstaan nieuwe inzichten, andere worden bevestigd.
Voor historicus Vanden Berghe moet het een genoegdoening zijn dat zijn eertijds omstreden stellingen nu worden gestaafd. Toen hij meer dan twintig jaar geleden opperde dat Moskou geenszins een aanval op West-Europa overwoog en dat de Navo dat zeer goed wist, kreeg hij bakken kritiek. Aan beide zijden hebben de leiders altijd geweten dat de vijand niet zou aanvallen, zegt Vanden Berghe in deze vijfde volledig herwerkte uitgave. De Koude Oorlogssfeer diende aan weerskanten voor binnenlands gebruik, de macht in het eigen kamp bevestigen. In het Westen werd die sfeer gebruikt als excuus om samen te werken met Duitse, Japanse en andere oorlogsmisdadigers, met georganiseerde misdaad, met uiterst-rechts. In het andere kamp diende deze sfeer om elke kritiek in de kiem te smoren.
“De Koude Oorlog”, vijfde uitgave, verdient niet alleen daarom aanbeveling. Dit is een grondig overzicht, in de mate van het mogelijke volledig en met grote zorg om zich zoveel mogelijk aan de feiten te houden. Het is natuurlijk duidelijk dat bij een dergelijk omvangrijk onderwerp sommige episodes bondig worden behandeld, soms iets té beperkt tot een feitelijke opsomming, daar waar enige interpretatie wenselijk is (bijv. de episode van de “culturele revolutie” in China).
Het doet geen enkele afbreuk aan de waarde van dit boek in zijn vijfde uitgave. Vooral ook omdat die vele gebeurtenissen in hun context worden geplaatst.
Het boek brengt tenslotte veertig stellingen in verband met de Koude Oorlog. Stelling 1 brengt ons in herinnering dat die Koude Oorlog in feite startte met de revolutie van 1917 in Rusland omdat het kapitalisme het bestaan van een socialistische staat niet duldde. De grote westerse mogendheden en de Japanners steunden daarop de Witte generaals tijdens de burgeroorlog.
Een andere stelling herinnert eraan dat “de Sovjets nazi-Duitsland versloegen en de VS Japan tot capitulatie dwongen”. Ook wordt aangebracht dat Moskou niet geheel ten onrechte de atoombommen op Japan als een voor hen bestemde’ intimidatiepoging zag. En zo zijn er nog een reeks stellingen die botsen met ingeburgerde opvattingen. Onder meer dat veel communistische leiders eerder verwoede nationalisten dan wel internationalisten waren.
Een stelling waarmee ik het oneens ben, is nr. 37. Daarin wordt gesteld dat de politiek van glasnost en perestrojka van Gorbatsjov uit de hand liep en de implosie van Sovjet-Unie en systeem veroorzaakte. Dat systeem was m.i. zo vermolmd dat Gorbatsjov daar niet veel meer kon aan verhelpen. Zijn blindheid voor de nationaliteitenkwesties maakte wel dat de Unie zo snel implodeerde. En stelling 38 waarin het stalinisme als een voortzetting van het leninisme wordt beschreven, is bijzonder betwistbaar.
(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)
U kunt dit boek via de link hieronder rechtstreeks bestellen bij:
en wie via Uitpers bestelt, helpt Uitpers!
De link:
http://www.groenewaterman.be/anne/index.dll?webpage=index.htm&inpartcode=757411&refsource=uitpers