Toen het Israëlische leger zijn bommen begonnen te droppen klonk het overal bijna eensgezind dat Hamas verantwoordelijk was voor het verbreken van het staakt-het-vuren. De Israëlische propagandamachine had haar werk gedaan. Hoewel feiten en chronologie in dit elektronische tijdperk gemakkelijk te achterhalen zijn, reproduceerden de meeste Westerse media met groot gemak flagrante leugens.
“De Israëlische media hebben hun consumenten op een dieet gezet met een laag informatie- en waarheidsgehalte en een hoog gehalte aan generaals en meer van dat slag”, aldus Amira Hass in de Israëlische krant Haaretz over de PR-praktijken van het Israëlische leger (15/01/09).(1) “Jij ook, gewaardeerde auteur, bent ten prooi gevallen voor die ellendige golf die ons allen heeft overspoeld, geesteloos gemaakt, verblind en gehersenspoeld” zo reageerde de Israëlische journalist Gideon Levy in dezelfde krant (18/01/09) op een open brief die de Israëlische schrijver A.B. Yehoshua aan hem had gericht.(2) “De bruutheid van de Israëlische soldaten wordt alleen overtroffen door de leugenachtigheid van hun woordvoerders”, zo fulmineert de eminente Israëlische ‘nieuwe historicus’ Avi Schlaim op zijn beurt in een artikel in de Britse krant The Guardian (7/01/09).(3)
Het gaat om slechts een kleine greep boze uitlatingen van joodse Israëli’s die zich verbeten proberen te weren tegen de manier waarop Israël de informatie tijdens de Gaza-oorlog verzweeg, verdraaide en manipuleerde. Het ging om een oorlog die minutieus was voorbereid, niet in het minst op vlak van Public Relations. Acht maanden voor het uitbreken van de oorlog werd een verlengstuk gebreid aan ‘Hasbara’ wat letterlijk ‘uitleggen’ betekent. Hasbara is een uitgebreid propagandasysteem dat na de Libanon-oorlog van 1982 (en de slachtingen van Sabra en Shatilla) werd opgezet om verdere schade aan het Israëlische imago te vermijden. Maar omdat Israël in de recentste Libanon-oorlog (zomer van 2006) opnieuw geen al te beste beurt maakte in de internationale pers werd beslist om een Internationaal Informatie Directoraat op te richten. Streefdoel is om een zo groot mogelijke informatiemonopolie te realiseren en een nog efficiëntere mediastrategie te bekomen tussen alle regeringsinstanties, het leger, het Joods Agentschap en zelfs private pro-Israëlische organisaties. (;).(4) Het afsluiten van Gaza voor de internationale pers tijdens de oorlog is een ander gevolg van deze mediastrategie.
De woordvoerder van het Directoraat, Yarden Vatikai, zei aan het begin van de oorlog dat hij over het algemeen tevreden is met het resultaat dat de Israëlische boodschap in grote lijnen door de internationale media werd overgenomen. Die boodschap is drieledig, namelijk dat Israël moest reageren op het verbreken van het staakt-het-vuren, dat het Israël enkel te doen is om Israëlische burgers te verdedigen en dat Hamas een terreurorganisatie is die onschuldige Israëlische burgers viseert.
Maar elke mediastrategie heeft zijn beperkingen. In de laatste dagen van de Israëlische bommencampagne werd het Israëlische beeld bezoedeld door aanvallen op het Rode Kruis en gebouwen van de VN. Na het einde van de oorlog begonnen heel wat media te berichten over mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden. Wellicht heeft de propaganda er toch wel toe bijgedragen dat Westerse regeringen vooralsnog weinig gevolg geven aan de zware beschuldigingen die mensenrechtenorganisaties en VN-instanties tegen Israël hebben geuit.
Wie is begonnen?
Het beeld van deze oorlog start al met de hamvraag wie er schuld heeft aan het starten van deze Gaza-oorlog. In de Amerikaanse media luidt het voorspelbaar als volgt: “Israël moet zich verdedigen. En Hamas draagt de verantwoordelijkheid voor het beëindigen van het zesmaanden oude staakt-het-vuren deze maand, met een golf van raketaanvallen op Israëlisch grondgebied”. Een typisch fragment uit een editoriaal van de New York Times (30/12/08), zoals er vele zijn verschenen. Voorspelbaar is uiteraard ook de politieke reactie vanuit de VS. Minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice: “De VS veroordelen ten strengste de herhaalde raket- en mortieraanvallen tegen Israël en houden Hamas verantwoordelijk voor het breken van het staakt-het-vuren en het herbeginnen van het geweld in Gaza” (The New York Times, 28/12/08). Maar ook in ons land is de Israëlische versie van de feiten overgenomen. In een eerste mededeling van minister van Buitenlandse Zaken De Gucht luidt het: “De minister veroordeelt het verbreken van het bestand door Hamas en het hernemen van de raketbeschietingen op Zuid-Israël”(5) En in de preambule van de resolutie die de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers over Gaza goedkeurde lezen we onder puntje E: “gelet op het feit dat sinds 19 december 2008 het staakt-het-vuren werd verbroken door raketbeschietingen vanuit Gaza op Israël;”(6)
Al deze uitspraken zijn historisch simpelweg fout en nemen de belangrijkste punten van de Israëlische propaganda rond Gaza over. Niet Hamas maar Israël heeft het bestand als eerste tweemaal geschonden. Het bestand hield overigens niet alleen in dat de vijandelijkheden zouden stoppen, maar zoals het BBC-bericht van 18 juni vermeldde: “Onder de bepalingen van het bestand, dat op donderdag 19 juni van kracht wordt, zal Israël de blokkade tegen de Gaza-strook verlichten”.
Israël schond het bestand op 4 november 2008 toen het Israëlische leger een inval deed in de Gaza-strook en zes Hamas-militanten doodde. Zelfs de kop op de website van het oerconservatieve TV-kanaal FoxNews luidde die dag: “Israëlische luchtaanval op Gaza bedreigt het bestand met Hamas”(7) In de Britse krant The Guardian lezen we de dag nadien: “Een vier maanden oud bestand tussen Israël en Palestijnse militanten in Gaza komt op de helling te staan nadat Israëlische troepen zes Hamas schutters doodde tijdens een inval in het gebied. Hamas reageerde met het afvuren van een golf van raketten richting zuid-Israël, hoewel niemand gewond geraakte. Het geweld vormde de ernstigste inbreuk op het staakt-het-vuren waartoe midden juni was besloten (…).(8)
Volgens Amnesty International was het staakt-het-vuren de beste garantie voor de veiligheid van de Israëlische gemeenten in de buurt van Gaza. In een verslag van 5 november 2008 schrijft de mensenrechtenorganisatie: ” Het staakt-het-vuren bracht enorme verbeteringen in de levenskwaliteit in Sderot en ander Israëlische dorpen in de buurt van Gaza, daar waar de bewoners voordien in angst leefden voor de volgende raketaanval. Maar, vlakbij, in de Gazastrook blijft de Israëlische blokkade gehandhaafd en de bevolking heeft tot dusver weinig gewonnen bij het staakt-het-vuren. Sinds juni 2007 zit de volledige bevolking van 1,5 miljoen inwoners gevangen in de Gaza”.(9)
Israël schond het bestand dus een tweede keer niet alleen door de blokkade te handhaven, maar deze sinds het incident van 4 november, in weerwil van de afspraken overeenkomstig het bestand, nog te verstrakken en de hele Gazaanse economie zo goed als plat te leggen. Amnesty herinnert er ons overigens aan dat er ook in de eerste helft van 2008 heel wat doden zijn gevallen: 420 aan Palestijnse zijde (van wie de helft burgers en 80 kinderen) en 24 aan Israëlische zijde (van wie 15 burgers en 4 kinderen).
De geschiedenis begon niet met raketaanvallen
In Gaza zitten 1,5 miljoen mensen opeengepakt op een strook van 40 km lang en gemiddeld 8 km breed. De overgrote meerderheid zijn vluchtelingen uit dorpen en steden waar nu Israël ligt. Het is niet moeilijk te raden waarom Hamas bij de vluchtelingen in Gaza op een grote populariteit kan rekenen. Hamas blijft immers vasthouden aan de weigering om Israël te erkennen omdat deze staat gebouwd is op Palestijnse grond – dus de grond van de vluchtelingen – wat historisch grotendeels correct is. De toenmalige grootmachten hielden met het VN-verdelingsplan (resolutie 181) van november 1947 weinig rekening met de belangen van de lokale Palestijnse bevolking. Sinds ze van hun grond werden verdreven, zijn ze nooit vergoed geweest voor het verlies van hun eigendommen. Van het recht op terugkeer (resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de VN) is evenmin iets in huis gekomen. Israël deed er alles aan om dat te verhinderen en vernietigde huizen en dorpen of vestigde er nieuwe joodse gezinnen in.
Toen de Gazastrook in 1967 werd bezet na een succesvolle zesdaagse Israëlische veldtocht had dat minder met veiligheid te maken dan wel met territoriale expansie. In de Gazastrook werden een aantal Joodse nederzettingen gebouwd met maximaal 8.000 kolonisten die 25 procent van dit streepje grondgebied in beslag namen en 40 procent van alle vruchtbare landbouwgrond.
Bij het uitbreken van de tweede Intifada eind 2000 was Gaza al zeven jaar het voorwerp van de Israëlische blokkadepolitiek. De inkt van Oslo was nog niet droog of premier Yitzhak Rabin liet een 60 kilometer lange afsluiting bouwen rond de smalle strook. De economie van Gaza was volledig afgestemd op Israël waardoor een afsluiting rampzalige gevolgen had voor de Palestijnse economie. Onderzoekster Sara Roy spreekt van een politiek van ‘on-ontwikkeling’. Vooral in de laatste jaren kan je dit vrij vertalen als de opzettelijke vernietiging van de Palestijnse economie.(10) De historicus Avi Schlaim schrijft daarover: “De ontwikkeling van een lokale industrie werd actief ontmoedigd en gehinderd teneinde het voor de Palestijnen onmogelijk te maken om hun afhankelijkheid van Israël te beëindigen, en zodoende nooit de economische voorwaarden te kunnen ontwikkelen die nodig zijn voor werkelijke politieke onafhankelijkheid.”(11)
Disengagement
Toen Israël onder leiding van premier Ariel Sharon besliste om zich terug te trekken uit de Gaza-Strook werd dit in de westerse pers voorgesteld als een vredesplan. Maar voor Sharon was de voornaamste bekommernis dat het instandhouden van de nederzettingen een dure en energieverslindende operatie was. Er was een immens militair apparaat nodig om de enkele duizenden kolonisten te beschermen, een opdracht waar veel risico’s aan verbonden zijn. De Israëlische premier liet er geen twijfel over bestaan dat de ontruiming van Gaza gecompenseerd zou worden met nieuwe woningblokken op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever. Het ging om een unilateraal plan, dus zonder overleg met de Palestijnen. “Het akkoord dat ik met president Bush heb gesloten staat ons toe om de zones die een grote strategische waarde hebben en de dichtbevolkte zones, de grote nederzettingen, in stand te houden.”(12) Een jaar later al waren er meer kolonisten bijgekomen op de Westelijke Jordaanoever dan er weggetrokken werden uit Gaza. In plaats van een vredesplan ging het om een volgende fase van zionistische expansie op de Westelijke Jordaanoever.(13) Eerder beschreef Dov Weisglass, een belangrijke adviseur van Sharon en de leider van het onderhandelingsteam bij de VS, het plan voor de terugtrekking uit Gaza in augustus 2004 in de krant Haaretz als volgt: “De betekenis (van het akkoord met de VS) is het bevriezen van het vredesproces. En wanneer je dat proces bevriest, dan verhinder je de oprichting van een Palestijnse staat en je verhindert een discussie over de terugkeer van vluchtelingen en de grenzen van Jeruzalem. In werkelijkheid is het hele pakket dat de Palestijnse staat wordt genoemd, met alles wat het omvat, voor onbepaalde tijd van onze agenda gehaald. En dit alles onder de autoriteit en met instemming (van president Bush)… en de goedkeuring van beide (Amerikaanse) parlementen.”(14)
De verkiezingsoverwinning van Hamas
De kolonisten vertrokken inderdaad, maar het Israëlische leger behield de controle over de grenzen van de Gazastrook, zowel over land als over zee. De Gazastrook werd een grote gevangenis en het vertrek van de kolonisten maakte het mogelijk om met groter gemak militaire operaties uit te voeren en de bevolking met zogenaamde ‘sonic bombs’ (geluidsbommen) te terroriseren.(15)
Hamas dat zich vanaf midden de jaren negentig militair vooral liet kennen door het uitvoeren van zelfmoordaanslagen, in vele gevallen op burgerdoelen, veranderde het geweer van schouder. Het accent kwam niet langer liggen op de militaire, maar op de politieke strategie. Hamas bleef weliswaar weigeren om het bestaan van Israël te erkennen (zoals Israël trouwens nog nooit een Palestijnse staat heeft willen erkennen) maar bood al in januari 2004 een 10-jarig bestand aan in ruil voor de volledige terugtrekking van het Israëlische leger achter de groene bestandslijn uit 1967. Hamas-leider Ahmed Yassin bevestigde kort nadien dat hij zich kon verzoenen met een Palestijnse staat op de bezette Palestijnse gebieden maar werd kort daarna (maart 2004) door Israël vermoord. Ook na de onverwachte verkiezingsoverwinning van januari 2006 handhaafde Hamas een eenzijdig wapenbestand, een Hudna. In juni 2006 nog, ondanks de internationale blokkade tegen Hamas, verklaarde premier Haniyeh in verschillende interviews (o.a. in het Duitse weekblad Der Spiegel van 17 juni) dat Hamas bereid was om een 50 jaar durende wapenstilstand te handhaven als Israël zich terugtrekt achter de grenzen van 1967. Maar op dat ogenblik maakte een Israëlische artillerieaanval op het strand van Gaza een einde aan alle goodwill. Na 18 maanden liet Hamas verstaan dat er een einde kwam aan het bestand. Kort daarop zou het beginnen met raketbeschietingen op Israël, waarop Israël met harde militaire hand reageerde, tot na bemiddeling door Egypte een staakt-het-vuren werd overeengekomen met een looptijd van 6 maand. Het is dat bestand waarvan Hamas, nadat het al door Israël was geschonden, niet langer het nut inzag om het nog te verlengen.
Contraproductieve politiek
Ook internationaal werd geen enkele poging gedaan om een politiek te voeren die Hamas zou stimuleren om de politieke weg verder in te slaan. De deelname van Hamas aan de verkiezingen vormde nochtans een niet mis te verstaan signaal. Maar het Westen reageerde met een koppig ‘geen zaken doen met een terroristische organisatie’. Hoewel de Palestijnse bevolking het zo al moeilijk had om de eindjes aan elkaar te knopen, beslisten de belangrijkste Westerse donors (de VS, Canada en de EU) om geen rechtstreekse hulp meer te bieden via de Palestijnse Autoriteit. De achterliggende officiële reden was dat op die manier Hamas onder druk kon worden gezet om haar standpunten en beleid te wijzigen. Terwijl Hamas dat nu net aan het doen was duwde deze zogenaamde ‘internationale gemeenschap’ Hamas net in tegenovergestelde richting. Ze deed er alles aan om de politieke islamisten te ontmoedigen nog verder de politieke weg te bewandelen. Israël had de boodschap begrepen. Toen er een Palestijnse eenheidsregering op been werd gebracht weigerde Israël te onderhandelen met een regering waar Hamas deel van uitmaakte. Achter de schermen speelde de Israëlische regering met haar bondgenoot het aloude verdeel en heersspelletje. Washington bedisselde een plan die tot een machtsovername door Fatah-milities in Gaza moest leiden. Het ging om een bewapenings- en trainingsprogramma (over vijf jaar) ter waarde van 1,27 miljard $, gedetailleerd omschreven op basis van regeringsdocumenten in het Amerikaanse tijdschrift Vanity Fair.(16) Hamas kreeg evenwel lucht van het plan en nam in juni 2007 zelf op gewelddadige manier de macht in handen. Hoewel de VS en Israël mislukten in hun opzet beschikten ze voortaan over een goed voorwendsel om de blokkade tegen Gaza te verstrakken.
Een jaar geleden, op 24 januari 2008, vroeg de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties een “onmiddellijke actie om Israël te dwingen benzine, voedsel medicijnen en andere essentiële goederen door te laten naar de Gaza-strook, de grensovergangen terug te openen en een einde te maken aan de zware inbreuken in de Palestijnse bezette gebieden”.(17) Tot op heden is het roepen in de woestijn.
(Uitpers, nr 106, 10de jg., februari 2009)
Bronnen
(1) http://www.haaretz.com/hasen/spages/1055241.html
(2) http://www.haaretz.com/hasen/spages/1056269.html
(3) http://www.guardian.co.uk/world/2009/jan/07/gaza-israel-palestine
(4) The Guardian, 2 januari 2009 (zie: http://www.guardian.co.uk/world/2009/jan/02/israel-palestine-pr-spin) ; Haaretz, 11 januari 2009 (zie: http://www.haaretz.com/hasen/spages/1054129.html )
(5) http://www.diplomatie.be/nl/press/homedetails.asp?TEXTID=94343
(6) http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/52/1718/52K1718001.pdf
(7) http://www.foxnews.com/story/0,2933,446805,00.html
(8) http://www.guardian.co.uk/world/2008/nov/05/israelandthepalestinians
(9) http://www.amnesty.org/en/news-and-updates/news/gaza-ceasefire-at+risk-20081105
(10) Sara Roy. The Gaza Strip. The Political economy of de-development. Institute for Palestine Studies, 1995
(11) Avi Schlaim. How Israel brought Gaza to the brink of humanitarian catastrophe. In The Guardian, 7 januari 2009 (via: http://www.guardian.co.uk/world/2009/jan/07/gaza-israel-palestine )
(12) Le Monde, 27 juli 2005
(13) De officiële tekst van dit zogenaamde ‘Disengagement Plan’ vind je op de site van de Israëlische regering via: http://www.mfa.gov.il/MFA/Peace+Process/Reference+Documents/Revised+Disengagement+Plan+6-June-2004.htm
(14) Ari Shavit. The Big Freeze. In Haaretz, 10 augustus 2004 (via: http://www.haaretz.com/hasen/pages/ShArt.jhtml?itemNo=485929)
(15) http://news.softpedia.com/news/Sonic-Bombs-Keep-the-Palestinians-Under-Pressure-11559.shtml
(16) David Rose. The Gaza Bombshell. In: Vanity Fair, April 2008 (zie: http://www.vanityfair.com/politics/features/2008/04/gaza200804?currentPage=1)
(17) Un News Centre. Human Rights Council calls for end to Israeli restrictions on Gaza Strip. 24 januari 2008 (zie: http://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=25400&Cr=palestin&Cr1)