Mijn dorp, de wereld", luidt de titel van het voorgaand artikel over de huidige trend in de pers. Met als gevolg dat men in de pers "van de wereld niet meer weet". Een treffende illustratie van dat laatste is het artikel "Israël wil op de wijnkaart"(De Standaard, 10-11 augustus 2002, door Ann Van Steenbergen).
De Standaard een kwaliteitskrant? Om te beginnen is de titel verkeerd. Het artikel gaat immers alleen over de wijn van de Golan. Blijkbaar weten noch Ann Van Steenbergen noch ook maar iemand van de redactie dat de Golan-hoogten geen deel van Israël uitmaken, maar door Israël sedert juni 1967 bezet Syrisch gëbied zijn. (In het beste geval heeft men het niet gevraagd aan iemand die het kan weten – als er zo nog iemand is na de vele redactiezuiveringen).
De Golan-wijn is dus zeker geen Israëlische wijn. Ten minste als men het internationaal recht erkent en de vele resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
Ook onder het Euro-mediterraan Associatieverdrag tussen Israël en de Europese Unie worden de Golan-hoogten niet als Israëlisch beschouwd.
Desondanks wordt die wijn in België (en elders in Europa) als “product van Israël” û het staat ook zo op de etiketten – ingevoerd om aldus van verminderde invoertarieven onder het Associatieverdrag te kunnen genieten.Dat is gewoonweg fraude. In een degelijk artikel zou dat ook worden vermeld.
De frauduleuze praktijken van Israël û wijn is niet het enige product dat uit de bezette gebieden afkomstig is – zijn immers al lang gekend. Onder meer bij het Europees Parlement kan men er alle details over vinden. Ooit is een Palestijn met een resem van die producten, waarop de plaats van productie duidelijk te lezen stond, naar het parlement gekomen om ongelovige parlementsleden en vooral de Europese Commissie te overtuigen.
De Europese Commissie is perfect op de hoogte, maar wil Israël niet voor het hoofd stoten. Met het argument dat Europa anders geen rol meer in het vredesproces zou kunnen spelen. Alsof het enige andere rol zou spelen dan verdediger van Israëls belangen. Zowat iedereen vraagt zich af wat de speciale Europese gezant, Miguel Angel Moratinos, eigenlijk in de regio doet.
Doorgaans is de Europese Commissie niet zo inschikkelijk. Fraudeurs en kartelvormers kunnen makkelijk op miljoen euro-boetes rekenen. Af en toe, als Israël dan toch wat te ver gaat, wordt toegegeven dat het eigenlijk niet mag en dat men de zaak zal onderzoeken. Men wacht al jaren op het resultaat van dat "onderzoek".
Eigenaardig is dat ook de Belgische douane, die anders wel doortastend kan optreden en massaÆs handelaars het vuur aan de schenen legt, ook al blijken ze onschuldig, niets doet tegen die fraude. Plichtsverzuim? Of regeringsinstructies?
Het wordt de hoogste tijd dat de Belgische regering het voorbeeld volgt van Groot-Brittannië dat begin juli jl. Israël formeel heeft laten weten dat deze fraude niet langer kan. Nochtans is premier Tony Blair, als trouwe vazal van de Verenigde Staten, ruim 100% pro-Israëlisch.
Over die hele problematiek geen woord in het artikel in de krant die zich graag presenteert op het niveau van kranten als Le Monde, The Times, El Paisà (soort zoekt soort, nietwaar?). Ook lijkt de auteur "geen kaas te hebben gegeten" van wijn, zeker niet van kosjere wijn. Die laatste term slaat vooral op het feit dat die wijn wordt geoogst op een wijngaard die volgens bijbels voorschrift om de zeven jaar een jaar rust. Het heeft weinig of niets met de productie te maken. Laat staan dat hij "ondrinkbaar" zou zijn. Het tegendeel is waar, zo wijst eigen ervaring uit.
(Uitpers, nr. 33, 4de jg., september 2002)