Chomsky legt in zijn gekende licht ironische stijl uit waarom Iran inderdaad een échte bedreiging is voor de VS, niet omwille van de officieel gepropageerde redenen – kernwapens, mensenrechten en zo – maar omdat Iran zich niet onderwerpt aan de controle van de VS over de regio. Dat is een slecht voorbeeld voor anderen, mag niet dus. (noot: dit artikel is gedateerd 27 juni)
De imminente dreiging van Iran wordt ruim erkend als de ernstigste crisis in het buitenlands beleid van de regering Obama. Het Congres heeft zojuist de sancties tegen Iran verstrengd met nog zwaardere straffen tegen buitenlandse bedrijven. De regering Obama heeft pijlsnel haar offensieve capaciteit uitgebreid op het Afrikaanse eiland Diego Garcia, dat door Groot-Brittannië wordt geclaimd nadat het de bevolking heeft uitgedreven zodat de VS de enorme basis kon bouwen die ze gebruikt om het Midden-Oosten en Centraal Azië aan te vallen. De Navy meldt dat het een onderhoudsschip voor duikboten naar het eiland heeft gestuurd om Tomahawk raketten te leveren aan de met kernenergie aangedreven duikboten. Die raketten kunnen kernbommen dragen. Iedere duikboot heeft de draagkracht van een heel eskadron oorlogsschepen.Volgens een laadbrief van de Navy, waar de (Schotse) krant Sunday Herald de hand kon opleggen, omvat het militair materieel dat Obama heeft verscheept onder meer 387 ‘bunker busters’ geschikt voor het breken van zwaar gebetonneerde ondergrondse structuren. De planning voor de constructie van deze ‘massieve materiaal doordringers’, de meest krachtige bommen na kernwapens, werd begonnen onder de regering W. Bush, maar zonder veel inzet. Toen Obama zijn mandaat begon liet hij die plannen onmiddellijk versnellen. Ze zullen nu ingezet kunnen worden meerdere jaren eerder dan oorspronkelijk gepland en specifiek op Iran gericht worden.
“Ze maken zich op voor de totale vernietiging van Iran”, volgens Dan Plesch, directeur van het Centre for International Studies van de Universiteit van Londen. “VS bommenwerpers en langeafstandsraketten staan klaar om binnen een paar uur 10.000 doelen in Iran te vernietigen”, zei hij. “De vuurkracht van de VS is vervierdubbeld sinds 2003”, een evolutie die onder Obama nog werd versneld.
De Arabische pers meldt dat een Amerikaanse vloot vergezeld van een Israëlisch schip door het Suezkanaal is gevaren op weg naar de Perzische Golf, waar het zijn taak is “sancties op te leggen aan Iran en de scheepvaart van en naar Iran te controleren.” Britse en Israëlische media melden dat Saoedi-Arabië een luchtcorridor heeft toegestaan voor Israëlische bombardementen op Iran (wat door Saoedi-Arabië wordt ontkend). Admiraal Michael Mullen, voorzitter van de Joint Chiefs of Staff wilde na zijn terugkeer uit Afghanistan de NAVO-bondgenoten geruststellen dat ze op koers blijven na de vervanging van generaal McChrystal door zijn superieur, generaal Petraeus. Hij bezocht Gabi Ashkenazi, de opperbevelhebber van de Israëlische strijdkrachten samen met de verantwoordelijken voor informatie en planning. Hun ontmoeting ging vooral “over de voorbereiding van Israël en de VS op de mogelijkheid van een nucleair bewapend Iran”, volgens (de Israëlische krant) Haaretz, die ook nog meldt dat Mullen benadrukte dat “Ik probeer altijd de uitdagingen te zien vanuit het perspectief van Israël.” Mullen en Askenazi hebben regelmatig contact via een veilige lijn.
De toenemende bedreigingen tegen Iran zijn uiteraard een schending van het VN-Handvest en meer specifiek een schending van resolutie 1887 van september 2009 van de VN-veiligheidsraad die de oproep tot alle staten herbevestigt om alle disputen rond nucleaire zaken vreedzaam op te lossen, in overeenstemming met het Charter, dat het gebruik of de dreiging met geweld verbiedt.
Een aantal zeer gerespecteerde analisten beschrijven de Iraanse dreiging in apocalyptische termen. Amitai Etzoni waarschuwt dat “De VS zal Iran moeten confronteren of het Midden-Oosten opgeven,” niets minder. Als het nucleaire programma van Iran doorgaat, beweert hij, zullen Turkije, Saoedi-Arabië en andere staten gaan overhellen naar de nieuwe Iraanse supermacht. In iets minder koortsachtige taal betekent dit dat een regionale alliantie vorm zal krijgen, onafhankelijk van de VS. In het (VS militair) blad Military Review dringt Etzioni aan op een aanval niet alleen tegen de nucleaire installaties van Iran maar ook tegen zijn niet-nucleaire infrastructuur – in andere woorden tegen de bevolking. “Dit soort militaire actie staat gelijk met sancties – het veroorzaken van pijn om een gedragsverandering te forceren, zij het met krachtigere middelen.”
Deze afschrikwekkende uitspraken terzijde, wat is eigenlijk die Iraanse dreiging? Een gezaghebbend antwoord vinden we in een studie ‘Military Balance 2010’ van april 2010 door het International Institute of Strategic Studies. Het brutale theocratische regime is zonder twijfel een bedreiging voor zijn eigen bevolking, hoewel het wat dat betreft niet bepaald hoogt scoort in vergelijking met VS-bondgenoten in de regio. Maar het is niet dat wat deze instelling zorgen baart. Eerder, het is de dreiging die Iran inhoudt voor de regio en de wereld.
Deze studie maakt het duidelijk dat de Iraanse dreiging niet militair is. De Iraanse defensie-uitgaven zijn “relatief laag vergeleken met de rest van de regio,” en minder dan 2% van de VS. De Iraanse militaire doctrine is strikt defensief ” … bedoeld om een invasie te vertragen en een diplomatiek oplossing van de vijandelijkheden te forceren.” Wat betreft de nucleaire optie: “Iran’s nucleair programma en zijn bereidheid om de mogelijkheid van een nucleaire capaciteit open te houden zijn een centraal onderdeel van zijn afschrikkingstrategie.”
Hoewel die dreiging dus niet militair is betekent dat niet dat die voor Washington aanvaardbaar is. De Iraanse afschrikkingscapaciteit is een (volgens de VS) illegitieme uitoefening van soevereiniteit die niet in overeenstemming is met de globale planning van de VS. Meer in het bijzonder, dit bedreigt de VS-controle van de energiebronnen van het Midden-Oosten, een hoge prioriteit van VS-planners sinds WO II,” aldus A.A. Berle, een invloedrijk persoon.
Maar de bedreiging van Iran gaat veel verder dan ‘afschrikking’. Iran probeert ook zijn invloedssfeer uit te breiden. Het onderzoeksinstituut (hierboven) formuleert die dreiging als volgt: Iran is de regio aan het ‘destabiliseren’. De pogingen van Iran om zijn invloed te laten gelden is ‘destabilisering’, dus duidelijk illegitiem (in de definitie van de VS). Men houdt er best rekening mee dat dit soort retoriek routine is. Dus gebruikte de prominente analist buitenlands beleid James Chace, gewezen hoofdredacteur van het voornaamste establishmentmaandblad Foreign Affairs, de term ‘stabiliteit’ in zijn correcte technische betekenis toen hij uitlegde dat om ‘stabiliteit’ te bekomen in Chili het nodig was het land te ‘destabiliseren’ (door de verkozen regering-Allende omver te werpen en de dictatuur van Pinochet te installeren).
Naast deze ‘misdaad’, geeft Iran ook nog steun aan het terrorisme, aldus nog deze studie: door Hezbollah en Hamas te steunen, de belangrijkste politieke krachten in Libanon en Palestina – tenminste als verkiezingen belangrijk zouden zijn. De op Hezbollah gebaseerde coalitie won gemakkelijk de laatste verkiezingen (2008) in Libanon. Hamas won de verkiezingen (2006) in Palestina, wat de VS en Israël er toe dreef de wrede en brutale bezetting van Gaza te beginnen om het gespuis te straffen omdat het op de verkeerde manier had gestemd in een vrije verkiezing. Dit waren inderdaad de enige redelijk vrije verkiezingen in de Arabische wereld. Het is voor de elite standaard om de dreiging van democratie te vrezen en in actie te schieten om die te voorkomen, maar dit is wel een heel duidelijk geval, vooral gezien naast de enorme steun van de VS voor dictaturen in de regio, vooral gezien de lofbetuigingen van Obama voor de brute Egyptische dictator Mubarak tijdens zijn fameuze toespraak tot de moslimwereld in Cairo (in 2009).
De terreurdaden toegewezen aan Hamas en Hezbollah verbleken in vergelijking met de VS-Israëlische terreur in dezelfde regio, maar het is toch de moeite die even te bekijken.
Libanon heeft net zijn nationale feestdag gevierd, Bevrijdingsdag, voor de herdenking van de terugtrekking van Israël uit zuidelijk Libanon 22 jaar geleden – het resultaat van het verzet van Hezbollah – wat door de Israëlitische autoriteiten werd omschreven als ‘Iranese agressie’ tegen Israël in (door Israël bezet) Libanon (Ephraim Sneh). Ook dat is normaal imperialistisch taalgebruik. Zo veroordeelde President John F. Kennedy ook “de aanval van binnenuit, gemanipuleerd door het Noorden” Die “aanval” door het Zuid-Viëtnamese verzet tegen Kennedy’s bommenwerpers en de chemische oorlogsvoering die de boeren naar feitelijke concentratiekampen dreef (en nog andere “goedbedoelde” maatregelen) werd door Kennedy’s VN-ambassadeur Adlai Stevenson (nog zo een grootmoedige held) afgekeurd als “interne agressie”. De steun vanuit Noord-Viëtnam voor het door de VS bezette Zuid-Viëtnam is agressie, ontoelaatbare inmenging in de rechtvaardige missie van Washington. Kennedy’s adviseurs Arthur Schlesinger en Theodore Sorenson – buiten zogezegde ‘duiven’ – loofden de interventie van Washington om deze “agressie” te counteren in Zuid-Viëtnam – door het binnenlands verzet, zoals ze goed wisten, tenminste als ze hun eigen informatierapporten lazen.
In 1955 definieerden de Joint Chiefs of Staff reeds meerdere types van agressie waaronder “Agressie anders dan gewapend, bijvoorbeeld politieke oorlogsvoering of subversie.” Dus zaken zoals een interne opstand tegen een door de VS opgelegde politiestaat of verkiezingen die het “verkeerde” resultaat geven. Dit taalgebruik is ook routine in studies en politieke commentaren en is inderdaad zinvol als je uitgaat van de overwegende veronderstelling: “Wij bezitten de wereld” (zie hierover vorige Uitpersartikels van Chomsky).
Hamas verzet zich tegen de militaire bezetting door Israël en zijn illegale en gewelddadige acties in de bezette gebieden. Hamas wordt er van beschuldigd dat het weigert de staat Israël te erkennen (het is nochtans niet aan politieke partijen om dat te doen). Compleet in contrast hiermee weigeren de VS en Israël Palestina te erkennen en zorgen ze er al tientallen jaren voor dat die er nooit zal zijn (tenminste niet in enige betekenisvolle vorm). De regerende partij in Israël heeft in zijn campagneplatform voor de verkiezingen sinds 1999 staan dat het bestaan van enige een Palestijnse staat in eender welke vorm wordt uitgesloten.
Hamas wordt er van beschuldigd Israëlitische koloniale nederzettingen aan de grens (met Gaza) met raketten te beschieten, zonder twijfel criminele daden, maar slechts een fractie van het Israëlitische geweld in Gaza (laat staan daarbuiten). In dit verband is het belangrijk er bij stil te staan dat de VS en Israël exact weten hoe ze de terreur kunnen stopzetten die ze met zoveel passie opleggen. Israël erkent officieel dat er géén Hamas-raketten waren zolang Israël (gedeeltelijk) een wapenstilstand respecteerde met Hamas in 2008. Israël verwierp het voorstel van Hamas om dat bestand te verlengen en gaf de voorkeur aan het lanceren van Operation Cast Lead (moeilijk te vertalen ‘loden bekisting’) in December 2008, met de volle steun van de VS, een exploot van moordende agressie met niet het minste voorwendsel op wettelijke of morele gronden.
Het model voor democratie in de moslimwereld – zij het met ernstige tekortkomingen – is Turkije, dat relatief vrije verkiezingen heeft en ook prooi was van zware kritiek van de VS. Het meest extreme voorbeeld daarvan was toen de (Turkse) regering besloot de opinie van 95 % van haar bevolking te volgen en weigerede zich aan te sluiten bij de invasie van Turkije, wat zware kritiek van Washington uitlokte omdat het faalde te begrijpen hoe een democratische regering zou moeten handelen: onder ons concept van democratie bepaalt ‘his master’s voice’ het beleid, niet de bijna unanieme stem van de bevolking.
De regering-Obama was opnieuw ziedend toen Turkije samen met Brazilië een deal met Iran arrangeerde om de verrijking van uranium daar te beperken. Obama had eerder in een brief aan de Braziliaanse president Lula da Silva lovend geschreven over dit initiatief, blijkbaar er van uitgaand dat dit zou mislukken en een bijkomend argument voor propaganda tegen Iran zou bieden. Toen dat toch lukte was de VS woedend en haastte zich om het te ondermijnen door er een snelle VN-resolutie door te rammen met nieuwe sancties tegen Iran die zo betekenisloos zijn dat China er direct stond bij te juichen – door in te zien dat deze sancties hoogstens Westerse belangen zou schaden in de wedren met China voor de hulpbronnen van Iran. Eens te meer schoot de VS in actie om zich er van te verzekeren dat niemand zich moeit met de VS-controle over de regio.
Het was dan ook geen verrassing dat Turkije en Brazilië tegen de sancties stemden in de VN- Veiligheidsraad. Het andere lid (van de Veiligheidsraad), Libanon, onthield zich. Deze acties beroerden de gemoederen nog meer in Washington. Philip Gordon, Obama’s topdiplomaat voor Europese zaken, waarschuwde Turkije dat “zijn daden niet begrepen worden in de VS” en dat het “zijn toewijding aan het partnerschap met het Westen moet aantonen” wat volgens AP een “zeldzame terechtwijzing van een NAVO-bondgenoot” is.
De politieke klasse begrijpt dat goed. Steven A. Cook, een analist van de Council on Foreign Relations, stelt vast dat de kritische vraag nu is “Hoe houden we Turkije in zijn voorbestemd vakje?” – namelijk daar waar het de bevelen opvolgt zoals goede democraten horen te doen. Een hoofdartikel in de New York Times geeft de algemene sfeer goed weer: “Iran Akkoord Gezien als Smet op Blazoen Leider Brazilië”. Of kortweg, doe wat we zeggen, of anders.
Er zijn géén aanwijzingen dat andere landen in de regio meer voor de sancties tegen Iran zijn dan Turkije. Aan de tegenovergestelde grens van Iran bijvoorbeeld, hebben Pakistan en Iran (tijdens een ontmoeting in Turkije) een akkoord getekend voor een nieuwe pijplijn. Nog zorgwekkender voor de VS is dat deze pijplijn zou kunnen worden doorgetrokken naar India. Het verdrag van de VS met India van 2008 voor de steun van zijn nucleaire programma – en indirect dus van zijn nucleaire bewapening – was juist bedoeld om India er van te weerhouden zich bij die pijplijn aan te sluiten, aldus Moeed Yusuf, een adviseur voor Zuid-Azië van het United States Institute for Peace, waarmee hij een in de regio algemeen verspreide interpretatie weergeeft. India en Pakistan zijn twee van de drie kernmachten die weigeren het Non-proliferatieverdrag (NPT) te ondertekenen, het derde land is Israël. Alle drie hebben ze kernwapens ontwikkeld met de steun van de VS.
Niemand kan er bij zijn verstand blij mee zijn dat Iran kernwapens wil ontwikkelen; of eender welk ander land. Een duidelijke manier om zo een dreiging te voorkomen is het instellen van een Kernvrije Zone in het Midden-Oosten. Dat voorstel kwam (opnieuw) boven tijdens de NPT-conferentie in het VN-hoofdkwartier in Mei 2010. Egypte heeft als leider van de 118 ongebonden naties (de Non-Aligned Movement) voorgesteld dat de conferentie een plan zou steunen dat oproept tot het beginnen van onderhandelingen in 2011 voor de oprichting van zo een Kernvrije Zone in het Midden-Oosten, zoals dat al was overeengekomen door het Westen, met inbegrip van de VS, op de NPT-conferentie van 1995.
Officieel is Washington het daar nog steeds mee eens maar blijft het er op aandringen dat Israël daar niet onder valt – en het heeft ook nog geen hint gegeven dat het die verplichtingen op zichzelf zou toepassen. De tijd is nog niet rijp voor zo een zone, zei Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton tijdens de NPT-conferentie, terwijl Washington er op aandringt dat geen enkel voorstel kan worden aanvaard dat oproept tot de onderwerping van de nucleaire installaties van Israël aan het International Atomic Energy Agency (IAEA) of dat oproept dat de ondertekenaars van het NPT-verdrag, vooral Washington dus, om informatie vrij te geven over transfers van nucleair materieel naar Israël. “Obama’s ontwijkingstactiek bestaat er in de positie van Israël over te nemen dat eender welk voorstel gebonden moet zijn aan de conditie van een alomvattend vredesplan, wat de VS onbeperkt kan blijven uitstellen, zoals het dat de laatste 35 jaar heeft gedaan, enkele zeldzame uitzonderingen daar gelaten.”
Tezelfdertijd heeft Yukiya Amano, hoofd van het IAEA, de Ministers van Buitenlandse Zaken van de 151 IAEA-lidstaten gevraagd van gedachten te wisselen over een manier om een resolutie op te stellen die eist dat Israël toetreedt tot het NPT-verdrag en zijn nucleaire installaties opent voor IAEA-controle, aldus AP.
Men merkt nauwelijks op dat de VS en GB een bijzondere verantwoordelijkheid hebben om een Kernvrije Zone in het Midden-Oosten op te richten. Toen zijn voor hun invasie van Irak in 2003 een flinterdun wettelijk excuus zochten, haalden ze VN-Resolutie 687 (1991) aan die Irak opriep tot het stoppen van de ontwikkeling van massavernietigingswapens. De VS en GB beweerden dat Irak dit niet gedaan heeft. We moeten hier niet doorgaan op dat excuus (voor de invasie) maar die Resolutie riep wel op tot de oprichting van een Kernvrije Zone in het Midden-Oosten.
Logischerwijze kunnen we daar aan toevoegen dat de VS, door nucleaire installaties te behouden op (het eiland) Diego Garcia, de Kernvrije Zone schendt die de Afrikaanse Unie d heeft opgericht in Afrika, net zoals Washington blijft verhinderen dat er een Kernvrije Zone komt in de Stille Oceaan.
De retorische toewijding van Obama tot non-proliferatie heeft hem veel lof opgebracht, zelfs een Nobelprijs. Een praktische stap in die richting is de oprichting van Kernvrije Zones. Een andere stap is het terugtrekken van steun aan de drie niet-ondertekenaars van het NPT-verdrag. Zoals wel meer het geval is, komt retoriek en actie nauwelijks overeen, de facto gaat het hier zelfs over een contradictie, een feit dat (in de media) nauwelijks aandacht krijgt.
In plaats van praktische stappen te nemen om de inderdaad ernstige bedreiging van nucleaire proliferatie tegen te gaan, moet de VS belangrijke maatregelen nemen om de controle over de vitale energiebronnen van het Midden-Oosten, mét geweld als andere middelen falen. Dat is nu eenmaal de redelijke manier van doen, tenminste als je uitgaat van de overheersende imperialistische doctrine …
(Uitpers nr. 123, 12de jg., september 2010)
Vertaling: Lode Vanoost