Begin september 2008 bracht Vrede samen met een aantal geïnteresseerden uit de Belgische culturele sector een bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden. De schrijfster Kristien Hemmerechts was een van de deelneemsters. Ze vertelt over haar ervaringen en over hoe de reis haar visie op het conflict veranderd heeft.
Hoe bent u op het idee gekomen om deze reis te ondernemen?
Ik wou al zeer lang een bezoek brengen aan Palestina, vanwege de Bijbelse sporen in Israël maar ook vanwege de Palestijnse kwestie. Zolang ik me herinner is die in het nieuws en ik wou eens met eigen ogen zien hoe de situatie er werkelijk was. Maar meestal was het te gevaarlijk om te gaan. Toen ik hoorde dat de vredesbeweging soms naar Palestina trok, heb ik gevraagd of ik mee mocht. Ik heb me niet speciaal op de reis voorbereid omdat ik al vele jaren het nieuws over het conflict in Israël volg. Ik dacht dat ik voldoende op de hoogte was van de problemen daar. Vlak voor ik vertrok, heb ik wel een boek gelezen waarin een Palestijnse aan de hand van zeer concrete situaties vertelde over het dagelijkse leven in de Palestijnse gebieden. Maar de praktijk heeft me geleerd dat er een enorm verschil is tussen het nieuws volgen en boeken lezen, en er echt geweest te zijn. Ik vrees dat de menselijke geest niet in staat is zich een concreet beeld van het conflict te vormen zonder er geweest te zijn. In het begin van de reis heb ik dan ook een paar domme opmerkingen gemaakt, maar ik was daar om te leren. Pas tegen het einde van een zeer intensieve week had ik het gevoel dat ik het probleem begon te snappen.
Wat was uw allereerste indruk van het land?
Ik was vooral ontroerd. We logeerden vlakbij het oude Jeruzalem, dat ik al vele jaren wou bezoeken. En dat bleek een fantastisch mooie stad te zijn. Ze is nog volledig intact. Het lijkt alsof je teruggaat naar de middeleeuwen. Je loopt door de Damascuspoort en je komt in een wirwar van straatjes terecht, waar de tijd stil is blijven staan. Er stond daar een man in het midden van de straat te preken alsof hij uit de bijbel ontsnapt was. Waarschijnlijk heeft Jezus daar ooit ook zo gestaan. Je loopt daar rond en dan heb je de Heilige Grafkerk, een beetje verder de Klaagmuur en dan de Al-Aqsa moskee. Het is bijna niet te bevatten. Binnen een aantal vierkante kilometers zijn de drie grote monotheïstische godsdiensten verenigd. Jeruzalem is de meest multiculturele plaats op de wereld, maar jammer genoeg slaagt men er niet in samen te leven, terwijl de verschillende gemeenschappen toch aan elkaar overgeleverd zijn aangezien de stad voor elke religie zo belangrijk is. Zelfs als ze de hele boel platgooien, zal men nog vechten om dat klein stukje grond. Het was echt overweldigend. Alleen dat al zou ik voor geen geld van de wereld willen missen hebben.
Daarna hebben jullie een rondreis in Palestina gemaakt. Waar zijn jullie naartoe geweest en wie hebben jullie ontmoet?
We hebben heel wat gezien en gedaan. Het was een zeer intense week, bijna een studiereis zoals vroeger met school. We hebben een paar Palestijnse vluchtelingenkampen en een paar Joodse nederzettingen bezocht. Daarnaast zijn we ook naar het Holocaustmuseum geweest. Verder hebben we ook met heel veel mensen gesproken. Met de gewone mensen, met hulporganisaties, met politici en met de Belgische consul. Ons programma zat goed vol. Vooral de ontmoeting met Omar Barghouti heeft grote indruk op me gemaakt. Dat is een zeer intelligente Palestijn die ons echt met de neus op de feiten drukte. Hij vond dat de wereld gewoon eerlijk moest zijn. Dat er onomwonden moest gezegd worden dat de Palestijnen minderwaardige mensen zijn. Nu doet men alsof de Palestijnen gerespecteerd worden en dat de mensenrechten nageleefd worden, terwijl dat gewoon niet zo is. Je wordt toch even stil als je zoiets hoort. Op een bepaald moment heb ik ook gehuild, iets wat ik niet gauw doe. B’Tselem, [een Israëlische NGO die informatie verstrekt over de mensenrechtenschendingen in de Palestijnse Gebieden, red.], toonde ons filmpjes die de Palestijnen zelf gemaakt hadden. Een van die verhalen speelde zich af in Hebron [op de Westelijke Jordaanoever, red.]. Midden in die stad ligt er een Joodse nederzetting, maar de straten daaromheen zijn Palestijns. Er moet daar een Palestijns huis zeer dicht bij de nederzetting liggen. In het filmpje zag je dat de Palestijnse vrouw die in dat huis woont, door een Joodse vrouw bedreigd werd. Die joodse vrouw riep de hele tijd “hoer” naar haar. Dat was zo verschrikkelijk. Twee vrouwen van ongeveer dezelfde leeftijd die zo lijnrecht tegenover elkaar stonden. De Palestijnse vrouw moest uiteindelijk aan een Israëlische soldaat vragen om haar te beschermen. Dat was absurd en triestig tegelijkertijd. Je zag zo iets lelijks van de mensen. Hoe laag men soms kan vallen, dat is me heel erg bijgebleven.
Als u naar Palestina gaat, kunt u niet naast de muur kijken. Israël zegt dat die muur noodzakelijk is voor het bewaren van de veiligheid. Hoe ziet u dat?
Ik vind het vreemd dat Israël een muur bouwt om zich te beschermen tegen mensen die in een zwakkere positie zitten. Je kan er niet omheen dat Israël de machtigste is. Als ze dan toch een muur zouden nodig hebben om zich te beschermen, dan zouden ze die op de Green Line [grens van Israël voor 1967] moeten bouwen. In de praktijk bouwen ze die muur waar ze willen. Zo nemen ze hele stukken Palestijns gebied in en maken ze het de Palestijnen bijzonder moeilijk om naar school te gaan, hun akkers te bewerken of naar het ziekenhuis te gaan. De Palestijnse Gebieden zijn door de muur tot een gevangenis gereduceerd, net als Oost-Berlijn ten tijde van de Koude Oorlog. Tegelijkertijd denk ik dat Israël dat nooit kan blijven volhouden. Vroeg of laat moet men die muur opnieuw afbreken. Dat is uiteindelijk ook met de Berlijnse Muur gebeurd. Bovendien verzet men zich op bepaalde plaatsen enorm tegen de muur. Zo is er een delegatie van een Palestijns dorp, Ni’lin, naar een Israëlische rechtbank getrokken om de bouw van de muur aan te klagen en ze hebben gelijk gekregen. De Israëlische rechter heeft beslist dat de muur verplaatst moet worden zodat de Palestijnen opnieuw bij hun olijfboomgaarden geraken. Maar daar blijft het bij. Het vonnis is er, maar er wordt niets mee gedaan. In het dorp worden er nu nog wekelijks protestacties tegen de muur gehouden. Aan de ene kant staan daar een aantal Palestijnen met de Palestijnse vlag te zwaaien en te roepen en aan de andere kant staan er Israëlische soldaten en kolonisten. De hele situatie is zo onwezenlijk. Het deed me denken aan kinderen die oorlogje spelen, terwijl het bittere ernst is. Hetzelfde geldt voor de Joodse nederzettingen die overal in de Palestijnse Gebieden gebouwd worden. Verschillende resoluties hebben die praktijk al veroordeeld, maar Israël bouwt gewoon verder. Heel af en toe houdt Israël zich wel aan de regels. Zo vernielt men geen huizen meer als straf. Vroeger werd je huis gesloopt als ze dachten dat je een protestbeweging leidde of dat je oom een bommenlegger was. Nu doen ze dat niet meer. Dat is typisch voor Israël. Er is geen totale repressie. Je kan naar een rechter stappen, je mag protesteren, je kan onderhandelen. Het levert alleen niets op. Maar op die manier kan Israël wel het vaandel van de democratie ophouden.
De Joodse nederzettingen worden op Palestijnse grond gebouwd. Veel Palestijnen eisen het recht op terugkeer naar hun oorspronkelijke dorpen. Is dat volgens u nog mogelijk?
Volgens mij is dat totaal onmogelijk. De situatie zit daar totaal vast. Voor ik vertrok, dacht ik vaak dat de Palestijnen het verleden beter zouden loslaten en ergens anders een nieuw leven moesten opbouwen. Nu besef ik dat ze geen keuze hebben. Ze zitten daar in een val. Ofwel blijven ze in hun eigen land waar ze als minderwaardig behandeld worden, ofwel trekken ze naar de Arabische buurlanden waar ze niet welkom zijn. Dat is het Palestijnse verhaal. Aan de andere kant heb je het Joodse verhaal en de Holocaust. Toen ik in Yad Vashem [het Holocaustmuseum] liep, dat trouwens gebouwd is waar vroeger een Palestijns dorp lag, werd ik me daar van bewust. De Joden zijn vreselijk behandeld. Ze zijn vermoord, uitgebuit en niemand heeft hen geholpen. Daardoor hebben de Israëli’s het idee gekregen dat ze van niemand hulp kunnen verwachten, dat ze enkel op zichzelf kunnen rekenen. Het is heel begrijpelijk dat je dan hardnekkig gaat vasthouden aan wat je hebt. Maar om daarom andere mensen te behandelen zoals je zelf behandeld bent? Je moet ervoor zorgen dat je niet zelf het kwaad wordt als je kwaad bestrijdt, en dat gebeurt nu wel. De Holocaust was inderdaad verschrikkelijk, misschien wel verschrikkelijker dan de naqba [Oorlog in 1948 waarbij vele Palestijnen van hun dorpen verdreven werden, red.], maar het gaat te ver om het één als rechtvaardiging voor het andere te gebruiken. De twee volkeren zijn aan elkaar overgeleverd of ze nu willen of niet. Het is onmogelijk om zestig jaar geschiedenis ongedaan te maken en grond die nu al jaren Joods is opnieuw Palestijns te maken. Dat zie ik niet snel gebeuren. Compensatie voor de verloren gebieden is misschien wel mogelijk. Maar hoe ga je berekenen hoeveel compensatie er gegeven moet worden en waar moet dat geld vandaan komen?
Officieel pleit men voor een tweestatenoplossing. Is dat volgens u mogelijk?
In theorie moet dat kunnen, maar de praktijk is iets anders. Op dit moment is er zogezegd een tweestatenoplossing, maar de situatie ter plaatse toont iets anders. De Palestijnen hebben geen staat, zelfs geen kleintje. Gaza is Palestijns gebied, maar de Palestijnen hebben geen controle over het luchtruim, over de grenzen. Daarnaast is er nog de Westelijke Jordaanoever, maar die zit vol Joodse kolonisten en verder neemt de muur hele stukken van het gebied weg. Dat is geen tweestatenoplossing. Dat zijn zelfs geen vrije gebieden binnen een groter land. Dat is een bezetting. Pas als men als twee gelijkwaardige partners rond te tafel gaat zitten en als men iedereen gelijke rechten geeft, kan men tot een oplossing komen. Men moet het land eerlijk in twee delen en ervoor zorgen dat elke bevolkingsgroep kan overleven. Het is ook geen oplossing om de Palestijnen in een stuk woestijn te droppen. Dan creëer je maar nieuwe problemen. Op die manier moet een tweestatenoplossing haalbaar zijn. Het grote probleem is dat de meeste Israëli’s niet beseffen hoe het werkelijk met de Palestijnen gesteld is. Ze komen nooit in de Palestijnse gebieden en stellen zich ook geen vragen. Het is een ver-van-mijn-bedshow. Daarom vond ik dat Zochrot, een Israëlische mensenrechtenorganisatie, zo fantastisch werk levert. Zij proberen de problematiek aan te kaarten door ervoor te zorgen dat de Israëli’s weten dat ze een volk verjaagd hebben om zelf land te verkrijgen. Ze gaan binnen Israël borden plaatsen waar vroeger Palestijnse dorpen waren, ze interviewen Palestijnen over de herinneringen aan hun dorp, ze organiseren congressen en reizen naar de Westelijke Jordaanoever. Spijtig genoeg zijn dat maar zandkorreltjes. Het is nu eenmaal zeer moeilijk om mensen uit hun vastgeroeste ideeën te helpen. Ik vond het bewonderenswaardig dat die mensen van Zochrot die klik wel gemaakt hadden. En wie weet slagen ze er uiteindelijk in de situatie te veranderen.
U bent naar de Palestijnse vluchtelingenkampen op de Westelijke Jordaanoever geweest. Hoe is de situatie daar?
Verschrikkelijk. Er heerst daar een ongelofelijke troosteloosheid. Het eerste wat me opviel, was dat daar niets oud te vinden is. Alles is daar al eens kapotgeschoten en vervangen. Er staan daar onafgewerkte huizen en huizen die voor de helft in puin liggen. Er ligt overal afval en vuiligheid. Vooral aan de kinderen zag je dat er iets mis was. Ze zien er allemaal ongezond uit. Je ziet dat het eten niet goed is, dat de verzorging ondermaats is. Maar aan de andere kant merk je ook dat de mensen willen leven. De kinderen spelen op straat, ze gaan naar school, er wordt markt gehouden. De mensen proberen zich aan te passen aan de situatie. Maar de economische en sociale situatie is echt niet goed. Verder zijn sommige vluchtelingenkampen ook door de muur begrensd. Je kan uren langs die muur lopen zonder een uitweg te vinden. Het enige wat je ziet zijn wachttorens. Je weet niet of er iemand inzit. Soms schieten ze, soms ook niet. Het gevoel dat je elk moment van de dag bekeken wordt. Ik vond het vreselijk. Ik snakte ernaar om daar weg te geraken. Ik kan dan ook goed begrijpen dat sommige Palestijnen alle hoop verliezen. Zo een ongelofelijk troosteloze plek. Een grote gevangenis. En toch hebben andere Palestijnen wel nog hoop. Ze gaan ervan uit dat Israël de huidige situatie niet kan blijven volhouden. Ze rekenen daarbij op de internationale gemeenschap. Ze waren dan ook enorm blij met het bezoek van ons, buitenlanders, aan de kampen. Ze hopen dat wij hen gaan helpen, dat de internationale druk op Israël zo groot wordt dat er een oplossing moet komen.
Vindt u dat de internationale gemeenschap iets aan het probleem zou moeten doen?
Ik denk dat vooral individuele mensen iets kunnen bereiken, op regeringen moeten we niet rekenen. Velen zijn te laf om te reageren. Kijk naar de situatie in China. We weten dat de mensenrechten daar geschonden worden, maar we doen er niets aan omdat China een belangrijke handelspartner is. Hetzelfde gebeurt met Israël. Dat land wordt onvoorwaardelijk door de VS gesteund en de andere landen zijn te laf om er tegenin te gaan. Europa gedraagt zich zeer dubbelzinnig als het op het Israëlisch-Palestijns conflict aankomt. Aan de ene kant zijn we vriendjes met Israël. Zo heeft de Europese Unie een speciale status aan Israël toegekend waardoor het land kan profiteren van een heleboel economische, politieke en sociale programma’s. Aan de andere kant geeft Europa ongelofelijk veel geld aan de Palestijnen door kleine projecten, ngo’s, enz., te financieren. Er gaat dus veel Europees geld naar de Palestijnen, maar in het officiële beleid steunt Europa Israël. Die dubbelzinnigheid begrijp ik wel. Regeringen hebben nu eenmaal minder ruimte om te bewegen. Er speelt veel meer mee dan wat we op het eerste gezicht zien. Maar individuen kunnen wel een verschil maken, zij hebben wel vrijheid. Omar Barghouti pleitte heel erg voor een culturele boycot van Israël. Hij was dan ook zeer blij dat Bono, Björk en enkele andere artiesten weigerden op te treden tijdens de viering van 60 jaar Israël. Paul McCartney is wel gegaan omdat hij er 4,3 miljoen dollar voor gekregen heeft. Ik sluit me aan bij de culturele boycot. Op dit moment ga ik niet snel een Israëlisch boek lezen of een Israëlische film bekijken. Ook de economische boycot steun ik, in mijn winkelkar vind je geen Israëlische producten meer. In Zuid-Afrika is er ook een einde gekomen aan de apartheid door middel van een economische boycot door de gewone mensen. En daar hopen de Palestijnen ook op. Ze geloven niet in regeringen, maar in individuele mensen.
Heeft u nu een totaal ander beeld van het conflict dan voor de reis?
Ja, ik zie nu echt in dat de Palestijnen een onderdrukt volk zijn. Dat er daar een ongelofelijk onrechtvaardige situatie heerst. Als je in Palestina geweest bent, kan je niet anders dan overtuigd geraken van het ongelofelijke onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan. Het is beschamend. En dan doen we in het Westen niets anders dan over mensenrechten praten, terwijl die er voor heel veel mensen niet zijn. Er bestaan kilo’s VN-resoluties, maar daar blijft het bij. Dat is zo ontgoochelend. Ik dacht vroeger altijd dat er een soort rechtvaardigheid bestond die uiteindelijk triomfeerde. Nu zie ik dat het niet zo is. Het ergste van al is dat men weet hoe de situatie in elkaar zit, er is geen gebrek aan informatie. Er zijn ontelbare boeken over het onderwerp geschreven, de beste journalisten bevinden zich in de regio, maar uiteindelijk levert het niets op. Diezelfde kritiek hoorde je ook bij de mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Als zij met de Amerikaanse ambassade gingen praten, wisten die alles al. Ze deden er alleen niets mee. Dat is het trieste van de situatie. Het ziet er daar echt niet goed uit, terwijl het zo een mooi land zou kunnen zijn. Klink ik nu te pessimistisch?
(Uitpers, nr 104, 10de jg., december 2008)