Is Brexit echt wel Brexit?
Opvallend hoe groot het optimisme wel is in de Europese Unie het laatste half jaar. Opluchting was er dat noch in Oostenrijk, noch in Nederland, noch in Frankrijk ‘populistisch rechts’ de verkiezingen won. En ja, men was geschrokken van het Brexit-referendum, gevolgd door de verkiezing van Trump in de VSA. Maar zijn dat juist geen kansen om de EU een nieuw elan te geven? Met de pas verkozen duidelijk pro-Europese Franse president liggen hervormingen bijna voor de hand.
De Europese Commissie begon dan ook met het publiceren van ‘reflectiedocumenten’ over de toekomst van de EU, van de mondialisering, van het ‘sociaal Europa’, van defensie en uiteraard van de economisch-monetaire unie.
Het is lang niet zeker dat dit optimisme verantwoord is. Vooral het Brexit-dossier kan nog heel veel roet in het eten gooien.
Lichtvaardig
Even samenvatten: op 23 juni 2016 stemden de Britten in een referendum tégen het lidmaatschap van hun land in de EU. Het duurde evenwel 280 dagen voor de regering een brief naar de EU kon sturen om artikel 50 van het Verdrag van Lissabon in werking te doen treden. ‘Taking back control’, het ging niet vanzelf want de regering was er helemaal niet op gebrand het Lagerhuis ook enige inspraak te geven in het proces. Het Hooggerechtshof moest er over beslissen. Nadien moest de EU een onderhandelingspositie bepalen, en dan wachten op de verkiezingsuitslag van 8 juni in het VK. May verloor haar meerderheid en moest een pijnlijk akkoord sluiten met het Noordierse DUP, een partij van eurosceptische protestantse conservatieven. De onderhandelingen zijn deze zomer van start gegaan en in het Lagerhuis werd de ‘Repeal Bill’ ingediend. Het akkoord moet rond zijn in oktober 2018, zodat de parlementen het nieuwe verdrag kunnen ratificeren. Op 29 maart 2019, twee jaar na de beruchte brief, moet het VK echt vertrekken.
Er is al erg veel gezegd en geschreven over Brexit. Feit is dat het referendum geenszins over de EU ging en dat de kiezers vooral geen exacte informatie hadden over hoe het er in die EU aan toegaat of niet aan toegaat. En feit is ook dat premier David Cameron dit resultaat niet had verwacht. Het resultaat kwam er om een einde te maken aan het eeuwige gekibbel binnen de conservatieve partij over het Europese lidmaatschap. En Cameron verloor, niet enkel door het referendum zelf, maar doordat het gekibbel nog is verergerd.
Cameron had de EU vier vragen voorgelegd vooraleer de Britten te vragen of ze wilden blijven of niet. Het VK zou moeten vrijgesteld worden van de eis om tot ‘een steeds hechter verbond tussen de Europese volkeren’ te komen, de EU zou officieel een zone met verschillende munten worden, nationale parlementen moeten Europese wetgeving kunnen tegenhouden en de plaats van de City moet worden gevrijwaard. Of m.a.w. we willen graag blijven maar met een apart statuut. De vragen werden afgewezen.
Toch staat de EU zelf helemaal niet zo zerk als ze wil doen geloven. Tot nog toe kon de eenheid tussen de 27 lidstaten wel worden gehandhaafd, maar of dat zo zal blijven is zeer de vraag. Polen, dat sowieso al overhoop ligt met de Europese Commissie, voelt veel voor de Britse standpunten en zou wel eens revanche kunnen nemen. Er is weliswaar een officieel standpunt over de Brexit-onderhandelingen goedgekeurd door de Raad, maar echte eensgezindheid is er niet. De verschillen zullen gauw aan het licht komen als er moet beslist worden over de plek waar twee nu in het VK gevestigde agentschappen moeten verhuizen, en nog veel meer als de toekomstige begroting aan bod komt. Het VK was een nettobetaler aan de EU.
Onderhandelingen
Precies een jaar na het referendum zijn de onderhandelingen tussen Brussel en Londen begonnen. Het VK heeft en paar eerste toegevingen moeten doen, met name over de agenda en de volgorde van de punten. Brussel wil dat eerst de uitstaande rekeningen worden besproken – een factuur voor tussen 50 en 100 miljard euro voor Londen – en dat het statuut van de drie miljoen EU-burgers in het VK en van de twee miljoen Britse burgers in de EU wordt geregeld. Pas dan kan over de toekomstige relatie worden gesproken. Theresa May deed een ‘genereus aanbod’, zo stelde ze zelf, voor de EU-burgers in het VK, maar het werd meteen afgewezen door Brussel.
Londen heeft een ‘witboek’ gepubliceerd met zijn standpunten en gaat officieel voor een ‘hard Brexit’, wat betekent dat het VK uit de interne markt en uit de douane-unie stapt. Maar hoe dat moet en wat voor concrete gevolgen dit kan hebben, geen kat die het weet. Na veertig jaar EU-lidmaatschap ontbreekt het Londen aan deskundige ambtenaren en diplomaten om alles in goede banen te leiden. Er werd deze week wel beslist dat er snel officiële en thematische onderhandelingsdocumenten komen.
De Britten kunnen niet formeel gaan onderhandelen met andere landen zolang ze formeel deel uitmaken van de EU. Eerste verkennende gesprekken werden wél gevoerd in Washington en toen bleek al meteen dat het moeilijk wordt om chloorkippen een hormoonvlees te aanvaarden… En aanvaardt Londen die wel, dan betekent het ook een harde grens tussen het VK en de EU, en dus ook tussen Noord-Ierland en de Republiek. Dat laatste wordt door veel waarnemers als bijzonder gevaarlijk gezien en zou het conflict weer kunnen aanwakkeren. En misschien vooral: de voorwaarden van Washington maken duidelijk dat het VK geenszins volledig controle zal hebben op zijn doen en laten. Waarom zou de soevereiniteit wél worden aangetast door Brussel en niet door Washington?
Een andere hete aardappel heet Gibraltar. Spanje heeft in de onderhandelingspositie van de EU een vetorecht gekregen over de oplossingen die voor het schiereiland worden gevonden, en dat wordt dus niet makkelijk. Er is vandaag intens werkverkeer tussen Gibraltar en Spaanse omstreken, en een harde grens hier zou ook voor erg veel spanningen zorgen.
De hoofdbrok wordt uiteraard de City. Londen is de financiële plaats bij uitstek en als de in het VK gevestigde banken hun ‘paspoort’ verliezen om in de EU actief te zijn, dan mag een grote verhuizing worden verwacht. Zover komt het wellicht niet, maar de onderhandelingen kunnen pittig worden.
Is geen deal beter dan een slechte deal?
Theresa May is allesbehalve duidelijk over de Britse standpunten, ze blaast warm en koud, vooral nadat ze door overmoed haar meerderheid is verloren in het Britse Lagerhuis. Waarschijnlijk zijn haar dagen geteld, maar hoe moet het exact verder?
Geen deal is beter dan een slechte deal, zo stelt ze herhaaldelijk en velen vrezen dat ze uiteindelijk gewoon de onderhandelingstafel zal verlaten, zonder meer. In het Lagerhuis is de Repeal Bill nu in bespreking, de wet die de Europese wetgeving integraal omzet in nationale wetgeving en zo de mogelijkheid creëert voor wijzigingen aan die regels.
Mocht dat gebeuren, dan zijn de problemen niet te overzien. Het VK valt dan noodgedwongen terug op een statuut van ‘derde land’ en op de WTO-regels voor zijn handelsbetrekkingen. Die zijn veel nadeliger dan wat er met de EU mogelijk is. Als het dan een handelsakkoord met de EU wil bespreken, dan zal het … de sociale, milieu en consumentennormen moeten volgen… Blijft Londen wel in de onderhandelingen, dan kan het eventueel kiezen voor een soort ‘Noorwegen-oplossing’, wat betekent dat het in de interne markt blijft en dus alle voordelen ervan behoudt, maar niet langer kan meepraten over de wetgeving, ondanks een bijdrage tot de begroting. Het is kiezen tussen pest en cholera.
En met links?
Waarschijnlijk zijn de dagen van Theresa May als premier geteld. Als er dan nieuwe verkiezingen komen, zou Labour van Jeremy Corbyn kunnen winnen. Sommigen denken dat alles dan veel vlotter kan verlopen en er meer openheid zal zijn voor samenwerking en compromissen. Misschien. Het zou kunnen dat het Handvest voor grondrechten dan een kans krijgt en dat het Europese Hof van Justitie niet meteen wordt afgeschreven. Wellicht worden de beperkte sociale beschermingsmaatregelen van de EU ook behouden. Duidelijk is wel dat het Labour Manifesto op veel punten in strijd is met de EU-verdragen en de vele beloften niet waar te maken zijn met een afscheid aan de interne markt. En ook Corbyn stelt dat het nationaal belang voorop moet staan.
Eén van de feitelijke redenen die bepalend zijn geweest voor het referendumresultaat is migratie. Vrij personenverkeer is één van de vier ‘vrijheden van de EU en lidmaatschap van de interne markt kan dus niet zonder ook dat vrij personenverkeer er bij te nemen. Trouwens nagenoeg alle economen zijn het er over eens dat het VK nog erg veel migranten zal nodig hebben.
Sommigen denken nu dat de EU op dit punt een toegeving zou moeten doen door het VK -en andere landen – een mogelijkheid te geven om de grenzen voor té grote aantallen werknemers uit Midden-Europa te sluiten. Slechts op die manier zou het VK in de interne markt kunnen gehouden worden, de oplossing die wellicht voor de EU als voor het VK de beste is.
Maar het is een zeer gevaarlijk hellend vlak dat discriminatie van EU-burgers voor het eerst zou legitimeren. En het is weinig waarschijnlijk dat de uitzendlanden het er me eens kunnen zijn.
Tenslotte, wat de economische gevolgen van een scheiding kunnen zijn voor het VK en voor de EU is erg onduidelijk. Verschillende economen komen met verschillende antwoorden. Maar duidelijk is inmiddels dat het geen win-win situatie wordt, wel een lose-lose.
De reden waarom alles zo moeilijk ligt en er weinig vooruit kan gekeken worden, is dat de Europese kwestie zowel links als rechts verdeelt. En de klassenverschillen vallen niet langer samen met de scheidingslijn tussen rechts en links, noch met ‘leave’ of ‘remain’. Dat geeft een moerassige aanblik.
Het wordt alsmaar onzekerder wat het VK te winnen heeft bij een vertrek uit de EU. Bij haar troonrede deze zomer had de Queen een blauwe hoed met gele puntjes op. Niemand had ooit durven vermoeden dat de Queen zo gesteld was op (Britse?) humor. Misschien bedoelde ze wel dat nog niet alles verloren is, dat artikel 50 nog steeds kan ingetrokken worden, en dat het nu moet gebeuren, niet over een jaar …
En de Europese Unie?
Bij de huidige optimisten behoort ook Professor Paul De Grauwe die meent dat het vertrek van het VK uit de EU een geweldige kans is om er eindelijk het beleid door te duwen dat door de Britten steeds werd geweerd: belastingharmonisatie, een sociaal Euopa…
Het valt erg te betwijfelen dat dit klopt. Het VK was en is heus niet het enige land dat een progressievere agenda blokkeert, maar sinds Thatcher is het een makkelijke drogreden.
Bovendien vallen ook de zo veelvuldig besproken hervormingen van de economisch-monetaire unie niet zo makkelijk van de boom. Ten eerste zal Macron geen Europees recht van spreken krijgen zolang hij niet voor eigen deur heeft geveegd, en er staat hem in Frankrijk een behoorlijke hete herfst te wachten. In Duitsland zelf zijn de violen ook nog niet gestemd, en ook al wordt er heel wat mogelijk na de herverkiezing van Merkel, of dat ook meer solidariteit in de Unie zal mogelijk maken is nog maar de vraag.
Brexit kan de EU behoorlijk door elkaar schudden, maar zelfs met een – onwaarschijnlijke – vlotte scheiding is de EU niet uit de problemen. Het antwoord zal moeten komen van meer democratie en meer interne solidariteit tussen landen. Het is de voorwaarde voor een herstel van de legitimiteit. Doodjammer is het dat radicaal links (voorlopig?) niet deelneemt aan de debatten.