Dat ook onder de regering van president George W. Bush en sterke man Vice-president Dick Cheney de Verenigde Staten een sociaal en politiek verstandig beleid kunnen voeren wordt bewezen door de onlangs genomen maatregelen met betrekking tot de Hmong vluchtelingen in Thailand.
Recent kondigde Washington immers aan dat de Laotiaanse Hmong die als vluchteling leven omheen de tempel van Wat Tham Krabok in Thailand, een plaats ongeveer 150 km ten noorden van Bangkok, kunnen immigreren in de VS. De bedoeling is dat nog in maart de registratie begint en dat de eerste vluchtelingen al dit najaar naar de VS kunnen vertrekken.
Waarmee het probleem van de Laotiaanse Hmong (*) die in Thailand leven vermoedelijk grotendeels opgelost zal worden.
De Hmong is een van de etnische minderheden die vooral leven in Myanmar, China, Vietnam, Thailand en Laos. Sociaal en economisch behoren zij er tot de meest achtergebleven groepen en leven veelal in moeilijk toegankelijke gebieden in de bergen waar zij aan overlevingslandbouw doen. Als andere bevolkingsgroepen raakten zij er ook betrokken in de machtsstrijd die zich na de Tweede Wereldoorlog in de regio ontwikkelde tussen onafhankelijkheidsbewegingen en de koloniale mogendheden. Waarbij de Hmong al naar gelang de clan waartoe zij behoorden, soms verplicht, kant kozen in die conflicten. Waardoor niet zelden Hmong tegen Hmong vochten. Probleem was ook de aanwezigheid van de opiumverbouwing die zich essentieel langs de kant van eerst de Fransen en later de Amerikanen situeerde. Met als gevolg dat onder de Hmong drugverslaving sindsdien een vrij frequent voorkomend fenomeen geworden is.
Toen de VS in 1975 verslagen werden vluchten hun pro-Amerikaanse huurlingen onder leiding van Vang Pao, leider van de pro-Amerikaanse Hmong, met enkele honderdduizenden volgelingen naar Thailand. Volgens officiële Thaise statistieken vonden er daarvan 324.152 geen nieuw tehuis in vooral de VS, Frankrijk en Australië. Hiervan behoorden er 140.240 tot de Hmong. Verder werden er ook 25.117 Hmong gerepatrieerd naar Laos zelf. Dit zonder voor zover geweten noemenswaardige problemen. Hoeveel Hmong er nog in Thailand achterblijven en hoeveel er daarvan in Wat Tham Krabok leven is onduidelijk. De meeste recente schattingen hebben het wat betreft Wat Tham Krabok over ongeveer 14.000 maar oudere cijfers spreken zelfs over 50.000.
Dat de Hmong zich in Wat Tham Krabok vestigden is niet onlogisch. Oorspronkelijk was het een in 1958 door Mae Chee Boonruen gesticht nonnenklooster, een Samnak Song, dat in 1975 werd overgenomen door een voormalige politieman abt Phra Chamroon Parnchand. Deze vormde het met officiële goedkeuring van het Thaise ministerie van Onderwijs om tot een tempel, een Wat. Daarbij had Phra Chamroon zich laten omringen met tot het boeddhisme bekeerde Hmong. Hij vormde het tempelcomplex ook om tot een zelfs tot in het Westen befaamd drugrehabilitatiecentrum. Met als bedoeling de toenemende drugsverslaving onder de Hmong maar ook onder andere bevolkingsgroepen te bestrijden.
Met toestemming van de toenmalige Thaise regering begonnen meer en meer Hmong vluchtelingen zich vanaf het einde der zeventiger jaren vanuit andere Thaise vluchtelingenkampen in Wat Tham Krabok te vestigen. Mede, zeggen Thaise bronnen, omdat de aanhangers van Vang Pao zich verwant voelden met Phra Chamroon Parnchand. Ook hadden de Hmong groepen er praktisch totale vrijheid. Men hoefde zich niet te registreren, men kon er vrij naar werk zoeken en zich zonder enige controle verplaatsen. Wat uiteraard voor problemen moest zorgen. De bevolking groeide dan ook sterk aan. Niet alleen Hmong uit Laos of zelfs Myanmar kwamen er zich vestigen maar ook Hmong die in het Noordoosten van Thailand tot het begin der tachtiger jaren vochten in een lokale burgeroorlog rond de Communistische Partij van Thailand. Met als gevolg dat de Hmong in Wat Tham Krabok niet alleen verdeeld zijn in clans maar ook qua herkomst en politieke affiliatie. Het vluchtelingencomplex van Wat Tham Krabok bestaat daarom uit vier zones, dorpen die ieder min of meer hun eigen leven leiden, met namen als Ban Lan Takrai, Ban Khao, Ban Lin Han en Ban Mai.
De toestand in dit vluchtelingencomplex is dan ook schrijnend en mensonwaardig. Mede ontstaan door de afwezigheid van enige registratie en de volledige bewegingsvrijheid waarover de vluchtelingen beschikken. Mede door de aanwezigheid van de vroegere drugtrafikanten omheen Vang Pao is het fameuze drugrehabilitatiecentrum dat sinds het overlijden van Phra Chamroon Parnchand nu geleid wordt door Phor Chamroen in wezen uitgegroeid tot een van de belangrijkste drughandelcentra van Thailand waar niet alleen opium en heroïne maar tegenwoordig ook de meer modernere amfetamines vrij makkelijk te verkrijgen zijn. Sommigen schatten het aantal druggebruikers er zelfs op enkele duizenden. Ook is de levenstoestand er zeer slecht met aardewegen, open riolen, geen sanitair, hutten gemaakt van metalen golfplaten en praktisch nergens elektriciteit. De mensen leven van wat hun familie uit de diaspora hen opstuurt, het maken van handwerk voor toeristen of het werken voor Thaise boeren tijdens het plant- en oogstseizoen. Daar ze geen identiteitskaart hebben kunnen ze ook geen bankrekening openen zodat ze voor het ontvangen van die familiegiften uit de VS moeten gebruik maken van allerlei tussenpersonen. Getuigenissen spreken van een commissie van 10%. Het inkomen ligt er dan ook erg laag en wordt geschat op enkele dollar dagelijks. Bovendien ontbreekt het aan scholen en werd er slechts recent een dispensarium opgericht. Pas vorig jaar werd begonnen met de registratie van de vluchtelingen en werd een meer striktere controle ingevoerd op de bevolking. Er heerst in Wat Tham Krabok dan ook een armoede die in schril contrast staat met de relatieve welvaart waarvan de Thaise bevolking geniet. Alleen om die reden is het laten immigreren van die bevolking en het opdoeken van Wat Tham Krabok als vluchtelingenkamp een goede zaak.
Als gevolg van het normaliseren nu een tien jaar geleden van de delicate relatie tussen Thailand en Laos verdween voor Thailand ook het nut om de Hmong te gebruiken voor hun oorlog tegen Laos. Met als gevolg dat Vang Pao persona non grata werd in Thailand en zijn volgelingen er onder striktere controle kwamen te staan. De Hmong vluchtelingen in Thailand kwamen dan ook onder sterkere druk te staan. Gezien de familiale affiliatie tussen de Hmong vluchtelingen in Thailand en de vroegere clans die vochten onder bevel van Vang Pao weigerde Laos hen terug te nemen. Daarom is de oplossing die de VS nu aanbieden op dit ogenblik de enige die vanuit sociaal en politiek standpunt als aanvaardbaar dient beschouwt. De VS hebben door hun militaire interventie de grootste verantwoordelijkheid bij het ontstaan van dit probleem. Bovendien zijn de Hmong vluchtelingen in Thailand ongewenste burgers. Pogingen in het verleden van de regering in Bangkok om hen naar elders te verhuizen resulteerden keer op keer in protestmanifestaties en bakken kritiek in het parlement. Door het verwijderen van die Hmong wordt ook de basis weggenomen die Vang Pao in Thailand heeft om zijn oorlog tegen Laos verder te zetten. Wat een der voornaamste knelpunten verwijdert in de betrekkingen tussen Thailand en Laos. Wat dan weer de economische ontwikkeling van de regio ten goede kan komen.
Wel heeft de VS bij dit emigratiebeleid enkele logische uitzonderingen gemaakt. Zo worden alle kandidaat vluchtelingen onderworpen aan een verhoor en medisch gecontroleerd. Aids-lijders, drugverslaafden of trafikanten worden uitgesloten. Bovendien is het praktisch zeker dat niet alle Hmong naar de VS zullen willen immigreren. Zo is er de druk van Vang Pao die verder gebruik wil maken van Hmong kanonnenvlees om zijn oorlog tegen Laos verder te zetten. Zijn invloed op bepaalde Hmong clans blijft voor problemen zorgen. "Als gevolg van jaren desinformatie geloven vele Hmong nog steeds dat ze ooit onder leiding van Vang Pao zullen kunnen terugkeren naar Laos. Bovendien oefenen de aanhangers van Vang Pao druk uit op de vluchtelingen om niet naar de VS te immigreren," stelde Lee Pao Xiong, een Hmong die als stadsplanner werkt voor de stad St. Paul in Minnesota, recent in een interview over Wat Tham Krabok met het Amerikaans persagentschap Associated Press. St. Paul heeft de grootste concentratie Hmongs in de VS. Onduidelijk is hoeveel van die vluchtelingen nog echt aanhangers van Vang Pao’s wilde dromen zijn. Vooral onder de nieuwe generatie lijkt zijn invloed sterk verminderd. Zo waren er tijdens een recente belangrijke publieke bijeenkomst van Vang Pao in Sacramento in de staat Californië amper 200 aanhangers komen opdagen.
Een ander belangrijk element is dat het hoogkapitalistische leven in de VS vele Hmong nog steeds afschrikt. Waarbij bovendien de Amerikaanse economische neergang zorgt voor extra druk op niet alleen het beschikbare jobaanbod maar ook op de al schrale sociale voorzieningen. Een substantieel aantal Hmong zullen vermoedelijk daarom een leven in een sloppenwijk verkiezen boven een in de betonnen jungle van de VS. De vraag is dus hoeveel van de ongeveer 14.000 Hmong zullen willen immigreren naar de VS. Zeker is dat het aantal achtergebleven Hmong in Thailand verder sterk zal dalen. Alleen een oproep van Vang Pao aan zijn almaar slinkende groep volgelingen kan het probleem echter definitief oplossen. Deze weigert echter en profiteert van die toestand. En niemand die hem publiekelijk wil onder druk zetten, noch in de VS noch elders als bijvoorbeeld in Europa. Ook niet in de media.
Vang Pao, nochtans in het verleden een leidende figuur in de wereldwijde drughandel, geniet nog steeds de steun van bepaalde religieuze groepen en kringen in de Republikeinse partij in de VS. Republikeins Senator Norman Coleman bijvoorbeeld loopt mooi in de pas van Vang Pao. Over het drugsverleden van Vang Pao wordt trouwens amper iets geschreven.
Voor de pers die medio vorig jaar bij de arrestatie in Laos van de journalisten Thierry Falise en Vincent Reynaud de mond vol had over de schrijnende problemen van de Hmong is deze nieuwe hoopvolle ontwikkeling echter geen nieuws. Het louter propagandistisch niveau van wat toen bij de arrestatie en terechte correctionele veroordeling in Laos van Falise en Reynaud in de media verscheen klopt niet met de feiten nu en dus zwijgt de pers bijna geheel. Hier blijkt immers dat de waarheid wel iets anders is dan wat toen geschreven werd. Voor de wantoestanden die nog steeds heersen in Wat Tham Krabok heeft men echter bijna geen enkele interesse. Ook Amnesty International, bij de arrestatie van Falise en Reynaud haantje de voorste in het voeren van platte propaganda, zwijgt nu.
Wat dit verhaal rond Wat Tham Krabok ook bewijst is dat Bush en Cheney als ze willen ook zinvol kunnen optreden. Wat aantoont dat hun beleid niet zozeer ingegeven wordt door domheid maar eerst en vooral door simpele maar een wel zelden geziene grote machtshonger.
(Uitpers, nr. 51, 5de jg., maart 2004)
(*): Zie Laos – Oorlog tegen een straatarm land (Uitpers nr. 46 van oktober 2003)